TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling strekt tot aanpassing van de in de Regeling maximumtarief en bekendmaking
tarieven taxivervoer (hierna te noemen: Tariefregeling) vastgestelde tariefbedragen
in verband met de verwachte kostenontwikkeling. In beginsel worden deze tarieven jaarlijks
bijgesteld aan de hand van de ingeschatte kostenontwikkeling. De hiermee gewijzigde
tarieven liggen vast in artikel I van de onderhavige regeling.
Met ingang van 1 april 2012 is het zogenoemde dubbeltariefsysteem verplicht. Het dubbeltariefsysteem
houdt, naast het starttarief, in dat het tarief wordt bepaald door de gereden afstand
en de tijdsduur van de taxirit.
In de huidige Tariefregeling is de oude tariefstructuur nog vastgelegd door middel
van een overgangsbepaling in verband met de invoering van het dubbeltariefsysteem.
Omdat de oude tariefstructuur niet meer van toepassing is en de overgangsbepaling
is uitgewerkt, strekt deze regeling er tevens toe om de oude tariefstructuur, het
daarbij behorende model en de bijbehorende overgangsbepaling te laten vervallen.
Thans is er wederom sprake van één overzichtelijk geheel.
Indexering tarieven
Het maximumtarief voor een taxirit bestaat op grond van artikel 1 van de Tariefregeling
in beginsel uit een combinatie van een vast bedrag, een bedrag per kilometer van de
afgelegde afstand van de taxirit en een bedrag per minuut van de duur van de taxirit.
Daarnaast kan de vervoerder op grond van artikel 1, vijfde lid, van de Tariefregeling
een tarief in rekening brengen voor de wachtperiode bij aanvang van de rit, mits dit
vooraf met de consument is overeengekomen. De maximumtarieven zijn vastgelegd in artikel
1a van de Tariefregeling.
Jaarlijks vindt er een indexering van de vervoerstarieven plaats. Deze indexering
is in beginsel gebaseerd op de toepassing van de zogenoemde Samengestelde OV-index.
Een uitzondering hierop vormden de jaren 2012 en 2013, waarbij, rekening houdende
met de CAO van de taxibranche, gebruik werd gemaakt van de zogenoemde kostenontwikkelingsindex
taxi. Deze index werd opgesteld door NEA in opdracht van het Sociaal Fonds Taxi.
De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft in haar brief van 22 mei 2011 aan de
Voorzitter van de Tweede Kamer aangegeven dat na 2013 de Samengestelde OV-index (wederom)
zal worden toegepast1.
De Samengestelde OV-index bestaat uit een indicator voor de te verwachten loonkostenstijging,
een schatting van de algemene prijsontwikkeling en een energie-index voor de ontwikkeling
van de energiekosten van voertuigen. De te verwachten loonkostenstijging betreft een
schatting van de loonvoet marktsector (wegingsfactor 65%). De schatting van de algemene
prijsontwikkeling betreft de prijsmutatie van de netto materiële overheidsconsumptie
(wegingsfactor 27,8%). De prijsmutaties van brandstof hebben een wegingsfactor van
7,2%. Voor de gegevens wordt gebruik gemaakt van de Macro Economische Verkenningen
en gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De verwachte stijging van de loonvoet marktsector bedraagt 1,25%. De prognose voor
de stijging van de materiële overheidsconsumptie is 2,75%. De stijging van de prijs
van dieselolie aan de pomp is 7,13%. Gecombineerd met de wegingsfactoren levert dit
een samengestelde OV-index voor 2014 op van 2,09%. De maximumtarieven zijn thans overeenkomstig
verhoogd.
Overige aanpassingen
De aanpassing in het derde lid van artikel 1 betreft een verduidelijking. Er dient
overeenstemming te bestaan tussen de vervoerder en de consument over (de hoogte van)
het in dit lid bedoelde tarief.
Administratieve lasten
De regeling heeft betrekking op taxiondernemers die actief zijn op de straattaximarkt
(telefonisch bestellen, aanhouden op straat of taxistandplaats). Als taxiondernemers
op basis van de nieuwe (geïndexeerde) maximumtarieven kiezen voor het aanpassen van
hun tarieven, kan dit administratieve lasten tot gevolg hebben.
De (administratieve) lasten hangen samen met de volgende handelingen:
-
– (laten) aanpassen van de taxameter;
-
– downloaden, printen en invullen van nieuwe tariefkaarten;
-
– vervangen van tariefkaarten binnen en buiten het taxivoertuig.
De eenmalige (administratieve) lasten die samenhangen met de aanpassing van de taxameters
komen overeen met: 12.000 taxi’s x 0,25 uur x € 49 = € 147.000.
De eenmalige (administratieve) lasten die samenhangen met de nieuwe tariefkaarten
komen overeen met: 12.000 taxi’s x 0,5 uur x € 28 = € 168.000.
Als alle taxiondernemingen deze handelingen verrichten komen de totale (administratieve)
lasten overeen met € 315.000. Per taxivoertuig zou dit neerkomen op € 26,25. De feitelijke
lasten zullen naar verwachting lager uitvallen omdat in de praktijk niet alle taxiondernemers
de (geïndexeerde) maximumtarieven doorberekenen.
Advies Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu
Een ontwerp van deze regeling is overeenkomstig artikel 106 van de Wp2000 voorgelegd
aan het Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu (OIM). Reacties zijn ontvangen van:
KNV Taxi (Koninklijk Nederlands Vervoer), reizigersvereniging ROVER en van een tweetal
(taxi)ondernemingen zijnde Connexxion Taxi Services en De Vier Gewesten (DVG).
De georganiseerde taxibranche (ondernemersvereniging KNV) ondersteunt de voorgestelde
indexering. Dit geldt ook voor de genoemde (taxi)ondernemingen. Wel geven KNV Taxi
en Connexxion Taxi Services aan dat indexering met de NEA-index de voorkeur verdient.
Beide partijen verzoeken daarom om het indexatiebeleid binnen enkele jaren te evalueren.
Daarnaast pleiten KNV Taxi en Connexxion Taxi Services ervoor om op afzienbare termijn
de wettelijke maximumtarieven af te schaffen.
Aan het verzoek tot evaluatie zal worden tegemoet gekomen. Bij de evaluatie zal de
eventuele afschaffing van de maximumtarieven betrokken worden.
Rover geeft aan voorstander te zijn van het gebruik van maximumtarieven omdat dit
de reiziger zekerheid biedt. Hierbij plaatst Rover de kanttekening dat in de grote
steden vaak het maximum toegestane tarief als norm wordt gehanteerd.
De ingekomen reacties hebben niet geleid tot aanpassingen.
Tijdstip van invoering
Het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling is begin 2014. Het tijdstip
van voorafgaande publicatie wijkt af van de systematiek van de vaste verandermomenten.
Deze systematiek biedt overigens de ruimte om onder omstandigheden van deze vaste
momenten af te wijken.
Directe toepassing van de tariefaanpassingen wordt noodzakelijk en verantwoord geacht
gelet op:
-
– de toezegging aan de Tweede Kamer om in beginsel aan het begin van elk jaar tot indexering
over te gaan;
-
– eerdere publicatie niet mogelijk is, gelet op het tijdstip van het bekend worden van
de berekening en hoogte van de Samengestelde OV-index, en gelet op de daarop volgende
route van het wettelijk verplichte adviestraject (eind 2013);
-
– er geen verplichtingen worden opgelegd maar er rechten worden gecreëerd.
Het betreft hier uitzonderingsgrond a op de vaste verandermomenten, vastgelegd in
aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld.