Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 oktober 2013, 2013-0000141631 tot wijziging van de Regeling afbouw subsidiëring overleg minderhedenbeleid in verband met de wijziging van de wijze van subsidievaststelling

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel II van de Wet van 19 juni 2013, houdende intrekking van de Wet overleg minderhedenbeleid in verband met de herijking van de overlegvorm over het integratiebeleid;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling afbouw subsidiëring overleg minderhedenbeleid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3 wordt ‘van toepassing’ vervangen door: van overeenkomstige toepassing.

B

In hoofdstuk 3 wordt na artikel 7 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

Voor 1 juli 2014 verstrekt de subsidieontvanger een tussenrapportage over het boekjaar 2013 waarin een jaarrekening en jaarverslag, zonder toepassing van artikel 4:78 van de Algemene wet bestuursrecht, zijn opgenomen.

C

Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

  • 1. Na afloop van het boekjaar 2014 wordt, in afwijking van artikel 4:73 van de Algemene wet bestuursrecht, de subsidie over de boekjaren 2013 en 2014 gezamenlijk vastgesteld.

  • 2. Ten behoeve van de vaststelling over de boekjaren 2013 en 2014 verstrekt de subsidieontvanger het financieel verslag en het activiteitenverslag over beide jaren voor 1 juli 2015.

  • 3. Bij de subsidievaststelling betreft de verplichte accountantscontrole, bedoeld in artikel 4:78 van de Algemene wet bestuursrecht, de gehele subsidiabele periode van twee boekjaren.

D

In artikel 11, tweede lid, wordt ‘over het jaar 2014’ vervangen door: over de jaren 2013 en 2014

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 oktober 2013

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher.

TOELICHTING

De Regeling afbouw subsidiëring overleg minderhedenbeleid (verder: de regeling) heeft tot doel om deze subsidiëring af te bouwen, met als einddatum 31 december 2014. De subsidieverlening op grond van de regeling betreft een eenmalige subsidie voor de periode van 2 jaar (de jaren 2013 en 2014).

In afdeling 4.2.8. van de Algemene wet bestuursrecht (verder: de Awb) wordt in artikel 4:73 bepaald dat de subsidie per boekjaar wordt vastgesteld. Het is echter niet wenselijk en nodig dat in 2013 een vaststelling plaatsvindt, omdat de subsidie doorloopt tot en met 2014.

In artikel 3 van de regeling wordt aangegeven dat afdeling 4.2.8. van de Awb van overeenkomstige toepassing is, tenzij in de regeling anders is bepaald. Afdeling 4.2.8 van de Awb is een facultatieve afdeling, die specifiek van toepassing kan worden verklaard. Op grond daarvan wordt er in deze wijzigingsregeling een uitzondering gemaakt op de bepaling dat er ieder jaar een subsidievaststelling plaatsvindt (nieuw artikel 10a, eerste lid,). In verband hiermee dient ook in artikel 11, tweede lid, van de regeling verwezen te worden naar de aanvraag voor de vaststelling van de subsidie over de jaren 2013 en 2014.

Hoewel in het eerste halfjaar van 2014 geen aanvraag voor de vaststelling hoeft te worden ingediend is het wel wenselijk dat de organisaties een financieel verslag en een activiteitenverslag over 2013 indienen als tussenrapportage over de afbouw van de activiteiten (nieuw artikel 7a van de regeling). Aangezien het financieel verslag als een tussenrapportage kan worden beschouwd, hoeft dit financieel verslag dan niet voorzien te worden van een accountantsverklaring, die voor de subsidievaststelling is vereist op grond van artikel 4:78 van de Awb (afwijking van dit artikel in nieuw artikel 7a).

Ten behoeve van de vaststelling over beide jaren na afloop van het boekjaar 2014 moet de subsidieontvanger een financieel verslag en activiteitenverslag over beide jaren indienen die wel voorzien zijn van een accountantsverklaring (nieuw artikel 10a, tweede en derde lid, van de regeling).

Deze regeling dient zo spoedig mogelijk in werking te treden wegens het belang voor de begunstigden van de subsidie. Op deze wijze weten zij tijdig dat zij geen aanvraag tot vaststelling over het jaar 2013 hoeven in te dienen, maar dat een tussenrapportage over 2013 voldoende is.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher.

Naar boven