Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2013, 27820 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2013, 27820 | Besluiten van algemene strekking |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 september 2013, nr. 2013-0000428875;
Overwegende, dat het wenselijk is de Gouverneur van Sint Maarten een aanwijzing te geven tot het doen instellen van een onderzoek naar het behoorlijk en integer functioneren van het openbaar bestuur van Sint Maarten;
Gelet op de artikelen 15 en 20 van het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten juncto artikel 43 van het Statuut voor het Koninkrijk;
Artikel 10 van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1. De Gouverneur gelast een onafhankelijk onderzoek. Dit onderzoek richt zich op het behoorlijk en integer functioneren van het openbaar bestuur zoals dat een democratische rechtsstaat betaamt.
2. Het onderzoeksrapport bevat tevens aanbevelingen met betrekking tot geconstateerde knelpunten en tekortkomingen in het functioneren van het openbaar bestuur als bedoeld in het eerste lid.
3. De Gouverneur legt binnen zes maanden na de opdrachtverlening, door tussenkomst van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het onderzoeksrapport voor aan de raad van ministers van het Koninkrijk. Binnen drie maanden na de opdrachtverlening brengt hij tussentijds rapport over de voortgang uit.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant en in de Landscourant van Sint Maarten zal worden geplaatst.
Wassenaar, 30 september 2013
Willem Alexander
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
De raad van ministers van het Koninkrijk heeft sinds het begin van 2013 regelmatig bij de regering van Sint Maarten zijn zorgen naar voren gebracht over het feit dat het functioneren en het aanzien van het bestuur van Sint Maarten in toenemende mate publiekelijk ter discussie staat. Sint Maarten komt regelmatig in het nieuws naar aanleiding van recente incidenten en geruchten over integriteitschendingen van politici en er zijn percepties over het bestaan van corruptie. Ook is er een algemeen gedeeld gevoel bij burgers, bedrijven en buitenlandse overheden dat de deugdelijkheid en het behoorlijk functioneren van het bestuur in ruime zin op Sint Maarten een probleem vormt dat groter en dieper is dan zich laat aanzien. Zo heeft bijvoorbeeld ook de berichtgeving rond het ontbreken van een Border Management Systeem niet alleen binnen het Koninkrijk, maar ook daarbuiten – onder andere van de Verenigde Staten – aandacht getrokken. Zowel binnen als buiten het Koninkrijk is een overwegend negatief beeld over het land ontstaan, dat ook het Koninkrijk als geheel raakt.
De raad van ministers van het Koninkrijk is daarom van mening dat er voldoende aanleiding is tot het verrichten van onderzoek.
Ondergetekende heeft namens de raad van ministers van het Koninkrijk gedurende de afgelopen maanden met regelmaat mondeling dan wel schriftelijk overleg gevoerd met de minister-president van Sint Maarten over de in het land ontstane situatie. Zo is op 4 april 2013 aan de minister-president van Sint Maarten een brief gezonden waarin werd meegedeeld dat de rijksministerraad graag verneemt welke concrete maatregelen de regering van Sint Maarten neemt die aan de zorg van de rijksministerraad tegemoet komen en de negatieve beeldvorming kunnen wegnemen. Het antwoord van de minister-president op die brief heeft de essentie van de zorgen van de rijksministerraad niet kunnen wegnemen.
Als het gaat om integriteit van politici, het functioneren van het bestuur en het ambtelijk apparaat en het optreden naar de burger heeft de overheid een belangrijke voorbeeldfunctie (‘practice what you preach’). De burger mag verwachten dat de overheid haar taak in overeenstemming met rechtsstatelijke en democratische beginselen vervult. Dat is essentieel voor een hoogwaardige, gezaghebbende en betrouwbare overheid. Wanneer daarover twijfel bestaat moet daaraan serieus aandacht worden besteed. Het is de rijksministerraad niet gebleken dat de regering van Sint Maarten daar alle zorg en aandacht voor heeft. Om te voorkomen dat verdere afbreuk wordt gedaan aan het vertrouwen van burgers, bedrijven, instanties en buitenlandse overheden in het bestuur van het land Sint Maarten is een onafhankelijk onderzoek naar knelpunten en tekortkomingen in het behoorlijk en integer functioneren van de overheid (ministers en ambtenaren) urgent. Om die reden heeft de Koninkrijksregering besloten een aanwijzing te geven aan de Gouverneur (in zijn rol van koninkrijksorgaan) dat hij een onderzoek gelast naar het behoorlijk en integer functioneren van het openbaar bestuur van Sint Maarten zoals dat een democratische rechtsstaat betaamt. Daarbij moet het onderzoek zich richten op bekende specifieke kwetsbare sectoren zoals de prostitutie, het gokwezen en het vreemdelingenverkeer en op bekende algemene kwetsbare sectoren zoals (vergunningen voor) infrastructurele werken en (andere) grote aanbestedingen.
Het te onderzoeken openbaar bestuur omvat de ministers en ministeries ofwel degenen die voor hen werkzaam zijn. Daartoe kunnen ook worden gerekend de overheids-nv’s. Daarbuiten vallen de Staten, de rechterlijke macht, de Raad van Advies, de Algemene Rekenkamer en de Ombudsman.
Het doel van het onderzoek is het bevorderen van goed bestuur zoals dat een democratische rechtsstaat betaamt. Het onderzoek staat los van de door de regering van Sint Maarten te verlenen opdracht aan Transparency International, die thans in voorbereiding is. De Koninkrijksregering hecht eraan om los van dat onderzoek zelf zo spoedig mogelijk onderzoek in te laten stellen.
Het onderzoek moet ook los worden gezien van mogelijk lopende strafrechtelijke onderzoeken door het Openbaar Ministerie die worden verricht onder politieke verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie van Sint Maarten.
Het onderzoek moet onafhankelijk worden uitgevoerd en ook niet geschieden door instanties van het land zelf.
Aan de hand van de resultaten van de onderzoeken en de aanbevelingen die daaruit voortvloeien, kan de regering van Sint Maarten, al dan niet in samenwerking met de andere landen van het Koninkrijk, waar nodig verbeteringen aanbrengen. Aldus wordt met dit besluit een belangrijke stap gezet op de weg naar herstel van het vertrouwen dat binnen- en buitenland moeten hebben in het behoorlijk en integer functioneren van het landsbestuur.
De aanwijzing is gebaseerd op de artikelen 15 en 20 van het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten (RvdG). De Gouverneur – als Koninkrijksorgaan – houdt ingevolge artikel 20 toezicht op de naleving van de rijkswetten, waaronder het Statuut, en algemene maatregelen van rijksbestuur en van de verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Ter zake doet hij de nodige voordrachten aan de regering van het Koninkrijk. Artikel 15, eerste lid, bepaalt dat hij waakt over het algemeen belang van het Koninkrijk overeenkomstig de bepalingen van het Reglement en met inachtneming van bij of krachtens koninklijk besluit te geven aanwijzingen. Hij is verantwoording schuldig aan de regering van het Koninkrijk. Het besluit is mede gebaseerd op artikel 43 Statuut teneinde tot uitdrukking te brengen dat de motieven en overwegingen waarop het berust hun grondslag vinden in de waarden, genoemd in deze bepaling, namelijk de fundamentele menselijke rechten en vrijheden, de rechtszekerheid en de deugdelijkheid van bestuur. In aansluiting hierbij bepaalt artikel 1 dat het onderzoek zich richt op het behoorlijk en integer functioneren van het openbaar bestuur zoals dat een democratische rechtsstaat betaamt. De in art. 43 Statuut neergelegde waarborgtaak dient ook door de Gouverneur behartigd te worden. Uit de genoemde bepalingen van het Reglement blijkt dat een aanwijzing bij koninklijk besluit moet worden gegeven en dat deze moet passen binnen de normale bevoegdheden van de Gouverneur. Juist om te kunnen vaststellen of het openbaar bestuur van Sint Maarten behoorlijk en integer functioneert zoals een democratische rechtsstaat betaamt, is onderzoek wenselijk. De regering acht het noodzakelijk dat dit wordt onderzocht onder regie van iemand die dichtbij het landsbestuur staat, maar daar ook voldoende afstand van kan nemen. De Gouverneur kent de lokale omstandigheden, de cultuur, de politieke en staatsrechtelijke regels en gebruiken. Daarom is hij de meest aangewezen persoon om als opdrachtgever van het onderzoek te fungeren.
Het Reglement biedt de Gouverneur de bevoegdheid om de medewerking van landsorganen te verzoeken; de diensten en ambtenaren van het land staan hem daartoe ten dienste (artikel 24 RvdG). Hieruit volgt dat het kabinet van Sint Maarten volledig meewerkt aan het onderzoek. Alleen de Gouverneur is opdrachtgever en stelt onafhankelijk de werkwijze en resultaten van het onderzoek vast.
Om alle misverstanden te voorkomen wordt vermeld dat uit genoemd artikel 24 voortvloeit dat niet alleen ministers en degenen die voor hen werkzaam zijn maar alle landsorganen, verplicht zijn mee te werken aan het onderzoek dat door de Gouverneur is gelast. Zij moeten de onderzoekers volledig ten dienste staan, indien de Gouverneur daartoe verzoekt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-27820.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.