Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging kansspelautoriteit

10 april 2012

Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging kansspelautoriteit, zoals vastgesteld op grond van afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 13 Bestuursreglement kansspelautoriteit door de raad van bestuur van de kansspelautoriteit.

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de wet:

de Wet op de kansspelen;

b. de kansspelautoriteit:

De kansspelautoriteit als bedoeld in artikel 33 van de wet;

c. de raad:

de raad van bestuur van de kansspelautoriteit als bedoeld in artikel 33a van de Wet;

d. de minister:

de minister van Veiligheid en Justitie;

e. voorzitter:

degene die als voorzitter van de raad van bestuur van de kansspelautoriteit is benoemd door de minister;

f. bestuurslid:

degene die als lid van de raad van bestuur is benoemd door de minister;

g. directeur:

degene die is belast met de dagelijkse leiding van het bureau van de kansspelautoriteit;

h. afdelingshoofd:

de functionaris belast met de leiding van een afdeling bij de kansspelautoriteit;

i. medewerkers/functionarissen:

personeel in tijdelijke of vaste dienst of als gedetacheerde bij de kansspelautoriteit werkzaam;

j. het register:

het register voor (onder) mandaat, volmacht en machtiging als bedoeld in artikel 13 van dit besluit.

Organisatie

Artikel 2 Organisatie

De kansspelautoriteit bestaat uit de volgende dienstonderdelen.

De afdeling Voorlichting

De afdeling Voorlichting is belast met het geven van voorlichting en informatie aan burgers, medeoverheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De voorlichting omvat zowel persvoorlichting als ook publieksvoorlichting.

De afdeling Vergunningen

De afdeling Vergunningen is belast met het verlenen van vergunningen voor incidentele kansspelen, (semi-) permanente kansspelen en speelautomaten. Daarbij biedt ze technische ondersteuning en geeft advies aan keuringsinstellingen en de speelautomatenbranche ten behoeve van een eenduidige keuringspraktijk en modern toezicht.

De afdeling Toezicht

De afdeling Toezicht is opgebouwd uit een binnen- en een buitendienst. De binnendienst draagt voornamelijk zorg voor het algemene opsporingsbeleid, de informatievergaring en de aansturing van de buitendienst. De buitendienst draagt zorg voor het opsporen en bestrijden van illegale kansspelen. Daarnaast houdt deze afdeling toezicht op de verstrekte vergunningen alsmede toezicht op promotionele kansspelen.

De afdeling Juridische zaken

De afdeling Juridische zaken biedt de Ksa juridische ondersteuning, onderhoudt internationale contacten, coördineert de verslavingszorg en ontwikkelt het uitvoeringsbeleid van de kansspelautoriteit.

De afdeling Bedrijfsvoering

De afdeling Bedrijfsvoering levert bedrijfsmatige ondersteuning aan de primaire processen van de kansspelautoriteit. Daarbij gaat het zowel om de reguliere bedrijfsvoeringsprocessen als om het bieden van inhoudelijke ondersteuning aan het bestuur en de directie van de kansspelautoriteit met betrekking tot de bedrijfsvoering.

De Staf

De Staf ondersteunt de raad, de directeur en het managementteam en draagt zorg voor de planning- en controlcyclus. Daarnaast zorgt de staf in samenwerking met de afdeling Juridische zaken voor het vervaardigen van een jaarlijks overzicht van de ontwikkeling van de kansspelen in Nederland.

Artikel 3

  • 1. De directeur is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de leiding van de in artikel 2 genoemde dienstonderdelen.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van de directeur worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens taken en bevoegdheden waargenomen door het afdelingshoofd dat door de directeur als zijn plaatsvervanger is aangewezen.

Mandaat

Artikel 4 Mandatering directeur en afdelingshoofden

  • 1. Aan de voorzitter van de raad van bestuur kan mandaat worden verleend ten aanzien van de tot de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur behorende aangelegenheden, met uitzondering van:

    • a. het nemen van sanctiebesluiten;

    • b. het nemen van beslissingen op bezwaar ten aanzien van sanctiebesluiten;

    • c. het nemen van beslissingen ten aanzien van klachten op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d. het nemen van besluiten die neergelegd zijn in een document, gericht tot:

      • de minister van Veiligheid en Justitie;

      • de Tweede Kamer;

      • de Nationale ombudsman, indien de strekking daarvan is dat aan een aanbeveling van de Nationale ombudsman geen gevolg wordt gegeven.

  • 2. Aan de directeur kan mandaat worden verleend ten aanzien van de tot de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur behorende aangelegenheden, met uitzondering van:

    • a. het nemen van sanctiebesluiten;

    • b. het nemen van beslissingen op bezwaar ten aanzien van sanctiebesluiten;

    • c. het nemen van beslissingen ten aanzien van klachten op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d. het nemen van besluiten die neergelegd zijn in een document, gericht tot:

      • de minister van Veiligheid en Justitie,

      • de Tweede Kamer,

      • de Nationale ombudsman, indien de strekking daarvan is dat aan een aanbeveling van de Nationale ombudsman geen gevolg wordt gegeven.

  • 3. De directeur wordt toegestaan ondermandaat te verlenen aan de afdelingshoofden.

  • 4. Verleend ondermandaat kan slechts één hiërarchisch niveau verder worden doorgegeven.

  • 5. Het verlenen van ondermandaat behoeft de goedkeuring van de raad.

Artikel 5 Ondermandaat

1. De ondermandaatregeling als bedoeld in het vorige artikel bevat in ieder geval de functieomschrijving van de te mandateren functionarissen alsmede de aan deze functionarissen in ondermandaat verleende bevoegdheden. De ondermandaatregeling maakt deel uit van het register als bedoeld in artikel 13.

Artikel 6 Personele aangelegenheden

  • 1. De directeur is bevoegd om namens de raad beschikkingen te nemen ten aanzien van de rechtspositie, inclusief het in dienst nemen en het ontslaan, van de onder hem ressorterende medewerkers. De raad en de directeur maken nadere afspraken over de uitoefening van deze bevoegdheid.

  • 2. De directeur is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan de afdelingshoofden ten aanzien van de in het eerste lid genoemde aangelegenheden die tot hun afdeling behoren.

Volmacht

Artikel 7 Volmacht

  • 1. De directeur is gevolmachtigd tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen overeenkomstig de daartoe met de raad gemaakte afspraken. Er geldt hierbij een algemeen plafond voor het aangaan van financiële verplichtingen van € 100.000,– inclusief btw.

  • 2. De directeur is bevoegd tot het doorverlenen van de in het eerste lid bedoelde volmacht aan onder hem ressorterende functionarissen.

Machtiging

Artikel 8 Machtiging

  • 1. De directeur is gemachtigd tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • 2. De directeur is bevoegd tot het doorverlenen van de in het eerste lid bedoelde machtiging aan onder hem ressorterende functionarissen.

Overige bepalingen

Artikel 9 Vertegenwoordiging in rechte

De directeur, het afdelingshoofd Juridische zaken en de onder hem ressorterende juristen zijn bevoegd de raad te vertegenwoordigen in bezwaar- en gerechtelijke procedures.

Artikel 10 Hoorzittingen

  • 1. Behoudens de gevallen waarin een adviescommissie ex artikel 7:13 Awb is ingesteld, leidt een jurist van de afdeling Juridische zaken in het kader van de behandeling van een bezwaarschrift de hoorzitting.

  • 2. De hoorzittingen zijn niet openbaar.

Artikel 11 Plaatsvervanging en waarneming

  • 1. Bij afwezigheid of verhindering van de directeur worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens taken en bevoegdheden waargenomen door het afdelingshoofd dat door de directeur als zijn plaatsvervanger is aangewezen.

  • 2. Afdelingshoofden van de in artikel 2 genoemde afdelingen wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars, in artikel 2 genoemde bevoegdheden.

Artikel 12 Informatieplicht

De functionaris aan wie bij dit besluit mandaat en/of volmacht is verleend, heeft een informatieplicht jegens degene die het mandaat of de volmacht heeft gegeven.

Artikel 13 Register voor (onder) mandaat, volmacht en machtiging

  • 1. Er is een register voor mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging.

  • 2. In het register wordt in ieder geval vermeld:

    • a. de besluiten waarvoor mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging is gegeven;

    • b. de functionaris waaraan mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging is verleend.

  • 3. Het register wordt vastgesteld door de raad.

  • 4. Het register ligt ter inzage bij de afdeling Juridische zaken.

Artikel 14 Wijziging bijlagen

Een wijziging van de bij dit besluit behorende bijlagen behoeft de instemming van de raad.

Artikel 15 Ondertekening

Een namens de raad ondertekend document vermeldt aan het slot de afsluiting volgens het model in bijlage I van dit besluit.

Artikel 16 Geschillen

In geschillen over de uitleg van dit besluit, beslist de voorzitter van de raad.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Dit besluit werkt terug tot en met 1 april 2012.

Artikel 18 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als het Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging kansspelautoriteit 2012.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 april 2012

De raad van bestuur van de kansspelautoriteit, J.J.H. Suyver.

BIJLAGE I MODEL ONDERTEKENING ALS BEDOELD IN artikel 20 VAN DIT BESLUIT

  • 1. Besluiten van de raad van bestuur worden, voor zover zij niet zijn gemandateerd aan de voorzitter of de directeur, ondertekend door de voorzitter en vermelden aan het slot:

    De raad van bestuur van de kansspelautoriteit,

    [handtekening van de voorzitter,

    diens naam]

  • 2. Besluiten van de raad van bestuur van de kansspelautoriteit, die aan de voorzitter zijn gemandateerd worden door de voorzitter namens de raad van bestuur ondertekend en vermelden aan het slot:

    De raad van bestuur van de kansspelautoriteit,

    namens deze,

    [handtekening van de voorzitter,

    diens naam,

    functieaanduiding]

  • 3. Besluiten van de raad van bestuur van de kansspelautoriteit, die aan de directeur zijn gemandateerd worden door de directeur namens de raad van bestuur ondertekend en vermelden aan het slot:

    De raad van bestuur van de kansspelautoriteit,

    namens deze,

    [handtekening van de directeur,

    diens naam,

    functieaanduiding]

  • 4. Besluiten van de raad van bestuur van de kansspelautoriteit, die aan de directeur zijn gemandateerd en door hem aan een functionaris zijn doorgemandateerd worden door de functionaris namens de raad van bestuur ondertekend en vermelden aan het slot:

    De raad van bestuur van de kansspelautoriteit,

    de directeur,

    namens deze,

    [handtekening van de functionaris,

    diens naam,

    functieaanduiding]

  • 5. Een document waarmee een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt vastgelegd door een daartoe op grond van dit besluit bevoegde functionaris vermeldt aan het slot:

    • a. De raad van bestuur van de kansspelautoriteit,

      [handtekening van de voorzitter,

      diens naam]

    • b. bij volmacht aan de voorzitter:

      De raad van bestuur van de kansspelautoriteit

      voor deze,

      [handtekening van de voorzitter,

      diens naam,

      functieaanduiding]

    • c. bij volmacht aan directeur:

      De raad van bestuur van de kansspelautoriteit

      voor deze,

      [handtekening van de directeur,

      diens naam,

      functieaanduiding]

    • d. bij doorverlenen volmacht directeur aan functionaris:

      De raad van bestuur van de kansspelautoriteit

      de directeur,

      voor deze,

      [handtekening van de functionaris,

      diens naam,

      functieaanduiding]

TOELICHTING

Onderhavig besluit vormt een nadere uitwerking van artikel 13 van het Bestuursreglement van de kansspelautoriteit dat betrekking heeft op mandaat, volmacht en machtiging. Het reglement is op grond van artikel 33b van de Wet op de kansspelen vastgesteld.

Op grond van dit besluit wordt het de raad van bestuur toegestaan zijn bevoegdheden te mandateren aan de voorzitter en de directeur van de kansspelautoriteit.

De ondermandaatregeling geeft aan dat ondermandaat telkens een hiërarchisch niveau mag worden doorgegeven. Er is gekozen voor een algemeen mandaat met voorbehouden. In het nog op te stellen register wordt specifiek aangegeven welke functionaris welke besluiten mag nemen. De ondermandaatregeling zal deel uitmaken van het register waarbij een overzicht wordt gegeven van alle functionarissen en de hen toegekende bevoegdheden. Hierbij wordt inzage gegeven in bijvoorbeeld de verdeling van de toezichts- en handhavingsbevoegdheden van de verschillende medewerkers, de functionarissen die bevoegd zijn te beslissen op Wob-verzoeken, het afhandelen van klachten, beslissingen tot het opleggen van een bestuurlijke boete enzovoorts. De mogelijkheid tot het beslissen op bezwaar tegen sanctiebesluiten blijft voorbehouden aan de raad van bestuur.

Ten aanzien van de in artikel 6 genoemde personeelsbevoegdheden is de raad van bestuur, conform artikel 15 Kaderwet ZBO’s, het bevoegd gezag. De directeur wordt met dit artikel bevoegd tot het nemen van rechtspositionele beslissingen. Met de raad van bestuur wordt nader overeengekomen welke beslissingen de directeur hieromtrent kan nemen. Gedacht moet bijvoorbeeld worden aan aanstellings-, bevorderings- en schorsingsbesluiten en het verlenen van vrijwillig ontslag. De bevoegdheid om personeelsbesluiten te nemen kan worden doorgemandateerd aan afdelingshoofden. Hierbij zal het gaan om ‘lichtere’ besluiten zoals beslissingen op verlofverzoeken of declaraties, voor zover deze passen binnen de vooraf door de raad van bestuur vastgestelde beleidsruimte.

De directeur krijgt in artikel 7 de bevoegdheid toegekend om privaatrechtelijke handelingen te verrichten ter uitoefening van het dagelijks bestuur. De directeur wordt in artikel 8 de mogelijkheid geboden om zijn machtigingsbevoegdheid over te dragen aan afdelingshoofden. Bij machtiging moet bijvoorbeeld worden gedacht aan het voldoen aan de doorzendplicht of het vaststellen van aanvraagformulieren.

In artikel 9 wordt de vertegenwoordiging van de raad van bestuur in bezwaarcommissies of bestuursrechterlijke procedures geregeld. Het is aan het afdelingshoofd Juridische zaken om te bepalen welke jurist de vertegenwoordiging op zich zal nemen. Daarbij houdt de directeur zicht op gevoelige, politieke bestuurlijke procedures. De directeur is eveneens bevoegd de raad van bestuur zelfstandig te vertegenwoordigen zodat hij kan beslissen om, indien nodig, gebruik te maken van bijvoorbeeld de diensten van de landsadvocaat.

Een verwijzing naar artikel 7:13 Awb in artikel 10 van dit besluit maakt het mogelijk een externe bezwaarcommissie in te stellen voor bezwaren over sanctiebesluiten en heffingen en bij bijvoorbeeld in een bezwaar op een Wob-verzoek de hoorzitting over te laten aan de afdeling Juridische zaken.

Naar boven