Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 4 januari 2011, nr. 2011-0000001839, houdende nadere aanpassing van wetten op het terrein van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Aanpassingsregeling BES-wetten BZK)

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 20, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

ARTIKEL I

Na artikel 73 van de Wet materieel ambtenarenrecht BES wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 73a

  • 1. De ambtenaar die in verband met verandering van standplaats of bij eerste vestiging op een standplaats buiten de woonplaats is verhuisd, heeft recht op vergoeding van verhuiskosten.

  • 2. Regelen betreffende toekenning van de in het eerste lid bedoelde vergoeding worden vastgesteld:

    • a. bij ministeriële regeling, voor ambtenaren in dienst van de staat;

    • b. bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen, voor ambtenaren in dienst van een openbaar lichaam.

ARTIKEL II

De Pensioenwet ambtenaren BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, 11a en 11b wordt ‘Stichting BES Pensioenfonds’ vervangen door: Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘in openbare dienst de staat’ vervangen door: in openbare dienst van de staat.

2. De onderdelen j, k, l en m worden geletterd: f, g, h onderscheidenlijk i.

3. In onderdeel j (nieuw) vervalt de zinsnede ‘, zoals dat luidt op 27 mei 2010’.

C

1. Artikel 9, zevende lid, vervalt.

2. Het achtste en negende lid worden vernummerd tot zevende onderscheidenlijk achtste lid.

D

In artikel 11g wordt ‘De pensioenuitvoerder’ vervangen door: Het fonds.

E

Na artikel 112b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 112ba

  • 1. Voor de toepassing van artikel 112b en 112c worden tot de transitiedatum op arbeidsovereenkomst in dienst van de Nederlandse staat gestelde, werknemers van het Regionaal Service Centrum voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, voor zover ten aanzien van hen niet een pensioenvoorziening vanwege het Algemeen burgerlijk pensioenfonds van toepassing is, geacht pensioenaanspraken te hebben opgebouwd overeenkomstig de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren zoals die luidde ten tijde van de periode van de dienstbetrekking.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het bepaalde in het eerste lid.

ARTIKEL III

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. De artikelen I en II werken terug tot en met 10 oktober 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

In de onderhavige regeling worden enkele wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong gewijzigd. Tot wet omgevormde regelingen van Antilliaanse oorsprong kunnen op grondvan artikel 20, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bij ministeriële regeling wetten worden gewijzigd voor zover dit noodzakelijk is voor de toepassing van die regelingen of ter voorkoming van onaanvaardbare gevolgen. De wijziging in artikel III, onderdeel E, voldoet aan het urgentiecriterium. De overige onderdelen van de regeling betreffen de correctie van kleine fouten en technische wijzigingen die noodzakelijk zijn voor de toepassing van de desbetreffende regelingen.

Artikelsgewijs

Artikel I (wijziging van de Wet materieel ambtenarenrecht BES)

In de Wet materieel ambtenarenrecht BES ontbrak een grondslag voor een regeling voor verhuiskostenvergoeding. Hierin wordt thans alsnog voorzien.

Artikel II (wijziging van de Pensioenwet ambtenaren BES)

Onderdeel A

De Stichting BES Pensioenfonds heeft een nieuwe naam gekregen: Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. De Pensioenwet ambtenaren BES is hierop aangepast.

Onderdelen B, C en D

De onderdelen B, C en D bevatten enkele technische verbeteringen.

Onderdeel E

Bij de Staten van de Nederlandse Antillen was tot de transitiedatum nog een conceptlandsverordening tot wijziging van de Pensioenlandsverordening overheidsdienaren aanhangig. Deze landsverordening strekte er blijkens de considerans toe ‘een pensioenvoorziening te treffen voor op arbeidsovereenkomst in dienst van de Nederlandse staat gestelde, niet uitgezonden personeel van het College financieel toezicht en het Regionaal Service Centrum voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, voor zover niet in een pensioenvoorziening vanwege het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds in Nederland erop van toepassing is’. Gekozen was voor het onderbrengen van dit personeel onder het Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen (APNA). De conceptlandsverordening is evenwel niet meer tijdig (dat wil zeggen vóór de transitiedatum) door de Staten aanvaard.

Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de conceptlandsverordening heeft het Regionaal Service Centrum (de huidige Rijksdienst Caribisch Nederland) reeds voor de transitie premies afgedragen aan het APNA c.q. daarvoor gelden gereserveerd.

Op basis van het nieuwe artikel 112ba van de Pensioenwet ambtenaren BES wordt de pensioenvoorziening voor de Rijksambtenaren BES vanaf hun aanstelling bij het RSC/de RCN alsnog veilig gesteld en overgenomen door de Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Hiermee is de conceptlandsverordening feitelijk voor het personeel van de RCN overgenomen.

Volledigheidshalve wijs ik er op dat het personeel van het College financieel toezicht geen standplaats heeft (gehad) op Bonaire, Sint Eustatius of Saba, maar op Curaçao. Dit personeel valt daarom niet onder de voor de BES geldende regelgeving en de pensioenvoorziening voor dit personeel wordt dan ook niet in het kader van deze regeling geregeld. Niet Nederland, maar Curaçao dient de regelgeving vast te stellen op grond waarvan met terugwerkende kracht wordt voorzien in het pensioen van dit personeel.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner.

Naar boven