Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 17 november 2011, nr. IenM/BSK-2011/174456, houdende vaststelling voor de jaren 2011 en 2012 van een hoeveelheid CO2-emissies voor het systeem van kostenverevening voor de glastuinbouw

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 15.51, derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

De hoeveelheid CO2-emissies, bedoeld in artikel 15.51, eerste lid, van de Wet milieubeheer, wordt voor de jaren 2011 en 2012 vastgesteld op 5,3 Megaton teeltgerelateerde emissies per jaar.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 november 2011

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. Atsma.

TOELICHTING

Met dit besluit stelt de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, in overeenstemming met de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de hoeveelheid CO2 vast die de glastuinbouwsector zonder financiële consequenties binnen het zogenoemde kostenvereveningssysteem kan emitteren. Emitteren de deelnemende bedrijven in de jaren 2011 of 2012 meer dan deze hoeveelheid, dan zullen zij een vergoeding moeten betalen op grond van artikel 15.52 van de Wet milieubeheer.

De hoeveelheid van 5,3 Mton is gelijk aan de streefwaarde voor de sector glastuinbouw in het kader van het Kyoto-Protocol voor de periode 2008−2012, verminderd met het deel van deze streefwaarde dat met het nationaal allocatieplan II is opgenomen in het plafond voor het systeem van handel in broeikasgasemissierechten (hierna: het EU-ETS).

De hoeveelheid van 5,3 Mton ziet op teeltgerelateerde emissies. Tot de teeltgerelateerde emissies behoren ook de emissies die samenhangen met warmte afgenomen van een ander bedrijf. Hiervan zijn uitgezonderd de CO2-emissies van warmte afgenomen van een bedrijf dat deelneemt aan het kostenvereveningssysteem of aan het EU-ETS. Deze CO2-emissies worden immers verantwoord door de bedrijven die de warmte hebben opgewekt. De CO2-emissies als gevolg van de productie van elektriciteit met een centrale voor warmtekrachtkoppeling voor stroomlevering aan het electriciteitsnet, behoren niet tot de teeltgerelateerde emissies en worden buiten beschouwing worden gelaten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. Atsma.

Naar boven