Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 9 december 2011, nr. IENM/BSK-2011/161600, houdende vaststelling van algemene regels ter bescherming van nationale ruimtelijke belangen (Regeling algemene regels ruimtelijke ordening)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie,

Gelet op de artikelen 2.6.2, 2.6.5 en 2.6.6 van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening;

Besluit:

Paragraaf 1: Begripsbepalingen

Artikel 1.1

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit:

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening;

bijlage:

bij deze regeling behorende bijlage;

GML-bestand:

elektronisch geografisch databestand met kenmerk NL.IMRO.0000.IMmr11Rarro-3000, opgemaakt in Geography Markup Language;

Paragraaf 2: Defensie en civiele inrichtingen met explosieven

Artikel 2.1 (aanwijzing terreinen, gebieden en installaties)

  • 1. Als militaire terreinen, bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, van het besluit, worden aangewezen de in bijlage 1 vermelde terreinen.

  • 2. Als onveilige gebieden buiten militair terrein van schietterreinen, bedoeld in artikel 2.6.2, tweede lid, van het besluit, worden aangewezen de in bijlage 2 vermelde gebieden.

  • 3. Als militaire luchtvaartterreinen, bedoeld in artikel 2.6.2, derde lid, van het besluit, worden aangewezen de in bijlage 3 vermelde terreinen.

  • 4. Als geluidszones voor de militaire luchtvaartterreinen, bedoeld in artikel 2.6.2, vierde lid, van het besluit, worden aangewezen de in bijlage 4 vermelde zones.

  • 5. Als obstakelbeheergebieden voor de militaire luchtvaartterreinen, bedoeld in artikel 2.6.2, vijfde lid, van het besluit, worden aangewezen de in bijlage 5 vermelde gebieden.

  • 6. Als zend- en ontvangstinstallaties buiten militaire luchtvaartterreinen, bedoeld in artikel 2.6.2, zesde lid, van het besluit, worden aangewezen de in bijlage 6 vermelde installaties.

  • 7. Als bouwbeperkingengebieden rondom zend- en ontvangstinstallaties buiten militaire luchtvaartterreinen, bedoeld in artikel 2.6.2, zevende lid, van het besluit, worden aangewezen de in bijlage 7 vermelde gebieden.

  • 8. Als radarstations, bedoeld in artikel 2.6.2, achtste lid, van het besluit, worden aangewezen de in bijlage 8 vermelde radarstations.

  • 9. Gereserveerd

  • 10. Als begrenzingen van de laagvliegroutes voor jacht- en transportvliegtuigen, bedoeld in artikel 2.6.2, tiende lid, van het besluit, worden aangewezen de in bijlage 11 vermelde begrenzingen.

  • 11. Als munitieopslagplaatsen, bedoeld in artikel 2.6.2, elfde lid, van het besluit, en bijbehorende veiligheidszones, bedoeld in artikel 2.6.5, tweede lid, van het besluit worden aangewezen de in bijlage 12 vermelde opslagplaatsen en de in bijlage 13 vermelde veiligheidszones.

  • 12. Van de in de het eerste tot en met elfde lid bedoelde terreinen, gebieden, zones en objecten zijn de geometrische plaatsbepalingen vastgelegd in het GML-bestand en zijn de kaarten, waarop die plaatsbepalingen zijn verbeeld, in de in het eerste tot en met elfde lid bedoelde bijlagen opgenomen.

Artikel 2.2 (beoordeling veiligheidsrisico)

  • 1. Bij de beoordeling van de veiligheidssituatie en het risico van de activiteiten in de veiligheidszones, bedoeld in artikel 2.6.7, zesde lid, van het besluit, worden de volgende elementen betrokken:

    • a. de op grond van de verleende omgevingsvergunning toegestane hoeveelheid munitie en explosieve stoffen;

    • b. de berekening van de effectzones (A-, B- en C-zone);

    • c. de bestaande objecten en bestemmingen, met inbegrip van reeds toegestane ontwikkelingen, binnen de effectzones, bedoeld in onderdeel b.

  • 2. De beoordeling van de veiligheidssituatie en het risico van de activiteiten in de veiligheidszones wordt uitgevoerd aan de hand van de meest recente door de Minister van Infrastructuur en Milieu goedgekeurde versie van het hiervoor ontwikkelde softwarepakket (RISK-NL).

  • 3. De norm voor de acceptatie van een bestaande inbreuk is voor het plaatsgebonden risico 10-5.

  • 4. Bij de beoordeling van het risico wordt het groepsrisico mede in ogenschouw genomen.

  • 5. De risicoanalyse met de beoordeling van de risico’s wordt na goedkeuring door de minister van Infrastructuur en Milieu aangeboden aan burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente.

Artikel 2.3 (civiele inrichtingen met explosieven)

Als civiele inrichtingen voor activiteiten met explosieven, bedoeld in artikel 2.6.2, twaalfde lid, van het besluit, en bijbehorende veiligheidszones, bedoeld in artikel 2.6.6 van het besluit worden aangewezen de in bijlage 14 vermelde begrenzingen en de in bijlage 15 vermelde veiligheidszones, waarvan de geometrische plaatsbepaling is vastgelegd in het GML-bestand en waarvan in voornoemde bijlage de kaarten waarop die plaatsbepalingen zijn verbeeld, zijn opgenomen.

Paragraaf 3: Hoofdwegen en landelijke spoorwegen

Gereserveerd

Paragraaf 4: Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen

Gereserveerd

Paragraaf 5: Ecologische hoofdstructuur

Gereserveerd

Paragraaf 6: Slotbepalingen

Artikel 6.1 (inwerkingtreding)

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening in werking treedt.

  • 2. Indien bekendmaking van deze regeling geschiedt na de datum van bekendmaking van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, treedt deze regeling in afwijking van het eerste lid in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6.2 (citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling algemene regels ruimtelijke ordening.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

BIJLAGE 1 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, EERSTE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Militaire terreinen

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

artillerieschietkamp Oldebroek

1.1

cavalerieschietkamp Vlieland

1.2

Generaal-majoor De Ruyter van Steveninckkazerne Oirschot

1.3

infanterieschietkamp Harskamp

1.4

Johannes Postkazerne Havelte

1.5

kazerne Joint Force Command Brunssum

1.6

oefenterrein ’t Harde

1.7

oefenterrein Arnhemse Heide

1.8

oefenterrein Beekhuizerzand

1.9

oefenterrein Boshoverheide

1.10

oefenterrein Crayelheide

1.11

oefenterrein De Dellen

1.12

oefenterrein De Haar

1.13

oefenterrein De Kamp/Lunetten

1.14

oefenterrein De Soesterberg

1.15

oefenterrein De Vlasakkers

1.16

oefenterrein De Zande

1.17

oefenterrein Dijkveld

1.18

oefenterrein Doorn-Driebergen / Hoog Moersbergen

1.19

oefenterrein Eder- en Ginkelse heide

1.20

oefenterrein Ermelose Heide

1.21

oefenterrein Galderse Heide

1.22

oefenterrein Garderense Veld

1.23

oefenterrein Gorsselse Heide

1.24

oefenterrein Groote Veld

1.25

oefenterrein Havelte-Oost

1.26

oefenterrein Havelte-West

1.27

oefenterrein Joost Dourleinkazerne

1.28

oefenterrein Kruispeel en Achterbroek

1.29

oefenterrein Langenboom

1.30

oefenterrein Leusderheide

1.31

oefenterrein Marnewaard

1.32

oefenterrein Oirschotse Heide

1.33

oefenterrein Olst-Welsum

1.34

oefenterrein Ossendrechtsche heide

1.35

oefenterrein Oude Kamp

1.36

oefenterrein Oude Molen

1.37

oefenterrein Rucphense Heide

1.38

oefenterrein Scherpenberg

1.39

oefenterrein Soerel Oost

1.40

oefenterrein Soerel West

1.41

oefenterrein Sparrendaal

1.42

oefenterrein Stroese Zand

1.43

oefenterrein Vijf Eiken

1.44

oefenterrein Vlakte van Waalsdorp

1.45

oefenterrein Vrachelse Heide

1.46

oefenterrein Vughtsche Heide

1.47

oefenterrein Weerterheide

1.48

oefenterrein Wezeperberg

1.49

oefenterrein Woensdrechtse heide

1.50

oefenterrein Woldberg

1.51

Oranjekazerne Schaarsbergen

1.52

schietbaan Marnewaard

1.53

schietbaan Petten

1.54

schietbaan Witten

1.55

schietrange De Vliehors

1.56

schietterrein Breezanddijk

1.57

schietterrein Fort Erfprins

1.58

schietterrein Petten

1.59

springterrein Schaijk

1.60

vlootbasis Den Helder

1.61

De bijbehorende kaarten zijn te vinden op: Staatscourant, nr. 24011

BIJLAGE 2 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, TWEEDE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Onveilige gebieden buiten militair terrein

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

behorende bij schietbaan Marnewaard

2.1

behorende bij schietbaan Petten

2.2

behorende bij schietrange De Vliehors

2.3

behorende bij schietterrein Breezanddijk

2.4

behorende bij schietterrein Fort Erfprins

2.5

behorende bij schietterrein Petten

2.6

De bijbehorende kaarten zijn te vinden op: Staatscourant, nr. 24012

BIJLAGE 3 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, DERDE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Militaire luchtvaartterreinen

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

Vliegbasis De Peel

3.2

Vliegbasis Deelen

3.3

Vliegbasis Eindhoven

3.4

Vliegbasis Gilze-Rijen

3.6

Vliegbasis Leeuwarden

3.7

Vliegbasis Volkel

3.8

Vliegbasis Woensdrecht

3.9

Vliegkamp De Kooy

3.10

De bijbehorende kaarten zijn te vinden op: Staatscourant, nr. 24012

BIJLAGE 4 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, VIERDE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Geluidszones bij militaire luchtvaartterreinen

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

Vliegbasis Brüggen (Ke)

3.1

Vliegbasis De Peel (Ke en dB(A))

3.2

Vliegbasis Deelen (Ke)

3.3

Vliegbasis Eindhoven (Ke en dB(A))

3.4

Vliegbasis Geilenkirchen (Ke)

3.5

Vliegbasis Gilze-Rijen (Ke en dB(A))

3.6

Vliegbasis Leeuwarden (Ke en dB(A))

3.7

Vliegbasis Volkel (Ke en dB(A))

3.8

Vliegbasis Woensdrecht (Ke en dB(A))

3.9

Vliegkamp De Kooy (Ke en dB(A))

3.10

BIJLAGE 5 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, VIJFDE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Obstakelbeheergebieden

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

rondom Vliegbasis Brüggen

3.1

rondom Vliegbasis De Peel

3.2

rondom Vliegbasis Deelen

3.3

rondom Vliegbasis Eindhoven

3.4

rondom Vliegbasis Geilenkirchen

3.5

rondom Vliegbasis Gilze-Rijen

3.6

rondom Vliegbasis Leeuwarden

3.7

rondom Vliegbasis Volkel

3.8

rondom Vliegbasis Woensdrecht

3.9

rondom Vliegkamp De Kooy

3.10

BIJLAGE 6 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, ZESDE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Zend- en ontvangstinstallaties buiten militair luchtvaartterrein

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

antennepark Appingedam

6.1

antennepark Eibergen

6.2

antennepark Huisduinen

6.3

antennepark Julianadorp

6.4

antennepark Kornwerderzand

6.5

antennepark Ouddorp

6.6

antennepark Scharendijke

6.7

antennepark Scheveningen

6.8

antennepark Schiermonnikoog

6.9

antennepark Schoorl

6.10

complex Burum

6.11

complex De Lier

6.12

complex Eemnes

6.13

complex Lopik

6.14

complex LVL/GL Twente

6.15

complex Nieuw Milligen

6.16

complex Noordwijk

6.17

complex Ried

6.18

complex Terschelling

6.19

complex Twente

6.20

Nieuwe Haventerrein Den Helder

6.21

Willem Lodewijk van Nassaukazerne

6.22

De bijbehorende kaarten zijn te vinden op: Staatscourant, nr. 24012

BIJLAGE 7 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, EERSTE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Bouwbeperkingengebieden rondom zend- en ontvangstinstallaties buiten militair luchtvaartterrein

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

rondom antennepark Appingedam

6.1

rondom antennepark Huisduinen

6.3

rondom antennepark Julianadorp

6.4

rondom antennepark Kornwerderzand

6.5

rondom antennepark Ouddorp

6.6

rondom antennepark Scharendijke

6.7

rondom antennepark Scheveningen

6.8

rondom antennepark Schiermonnikoog

6.9

rondom antennepark Schoorl

6.10

rondom complex De Lier

6.12

rondom complex Eemnes

6.13

rondom complex Lopik

6.14

rondom complex LVL/GL Twente

6.15

rondom complex Nieuw Milligen

6.16

rondom complex Noordwijk

6.17

rondom complex Ried

6.18

rondom complex Terschelling

6.19

rondom complex Twente

6.20

rondom Nieuwe Haventerrein Den Helder

6.21

BIJLAGE 8 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, ACHTSTE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Radarstations

Categorie

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

Radarstations

AOCS Nieuw Milligen

8.4

 

De Kooy

8.4

 

Leeuwarden

8.4

 

Volkel

8.4

 

Woensdrecht

8.4

Radarstations buiten militair luchtvaartterrein gelegen

Soesterberg

8.1

 

Twente

8.2

 

Wier

8.3

De bijbehorende kaarten zijn te vinden op: Staatscourant, nr. 24012

BIJLAGE 9

Gereserveerd

BIJLAGE 10

Gereserveerd

BIJLAGE 11 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, TIENDE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Militaire laagvliegroutes voor jacht- en transportvliegtuigen

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

Laagvliegroute 10

11.1

Laagvliegroute 10A

11.1

De bijbehorende kaarten zijn te vinden op: Staatscourant, nr. 24012

BIJLAGE 12 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, ELFDE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Munitieopslagplaatsen

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

AOCS Nieuw Milligen

12.1

cavalerieschietkamp Vlieland

12.2

complex Terschelling

12.3

Fort Erfprins

12.4

generaal-majoor De Ruyter van Steveninckkazerne

12.5

Johannes Postkazerne

12.6

Joost Dourleinkazerne

12.7

Kamp Alphen

12.8

Legerplaats bij Oldebroek

12.9

Legerplaats Ermelo

12.10

Lunettenkazerne

12.11

Marinekazerne Amsterdam

12.12

MC Duivelsberg

12.13

MC Maartensdijk

12.14

MC Rucphen

12.15

MC Soesterberg

12.16

MMC Beetgumermolen

12.17

MMC Coevorden

12.18

MMC De Kom

12.19

MMC Hoenderloo II

12.20

MMC Oirschot

12.21

MMC Ritthem

12.22

MMC Ruinen

12.23

MMC Staphorst

12.24

MMC Veenhuizen

12.25

Nieuwe Haventerrein Den Helder

12.26

Prinses Margrietkazerne

12.27

SM Scheickkazerne

12.28

Springterrein Schaijk

12.29

Van Braam Houckgeestkazerne

12.30

Van Ghentkazerne

12.31

Vliegbasis De Peel

12.32

Vliegbasis Eindhoven

12.33

Vliegbasis Gilze-Rijen

12.34

Vliegbasis Leeuwarden

12.35

Vliegbasis Volkel

12.36

Vliegbasis Woensdrecht

12.37

Vliegkamp De Kooy

12.38

Willem Lodewijk van Nassaukazerne

12.39

De bijbehorende kaarten zijn te vinden op: Staatscourant, nr. 24013

BIJLAGE 13 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.1, ELFDE LID, VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Veiligheidszones bij munitieopslagplaatsen

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

AOCS Nieuw Milligen (B-zone, C-zone)

12.1

cavalerieschietkamp Vlieland

12.2

complex Terschelling

12.3

Fort Erfprins (B-zone)

12.4

generaal-majoor De Ruyter van Steveninckkazerne (gecombineerd met kaart 12.21)

12.5

Johannes Postkazerne (A-zone, B-zone)

12.6

Kamp Alphen

12.8

Legerplaats bij Oldebroek (B-zone, C-zone)

12.9

Legerplaats Ermelo (A-zone, B-zone)

12.10

Lunettenkazerne (A-zone, B-zone)

12.11

Marinekazerne Amsterdam (A-zone, B-zone)

12.12

MC Duivelsberg

12.13

MC Maartensdijk

12.14

MC Rucphen

12.15

MC Soesterberg

12.16

MMC Beetgumermolen (gecombineerd met kaart 12.35)

12.17

MMC Coevorden

12.18

MMC De Kom

12.19

MMC Hoenderloo II (C-zone)

12.20

MMC Oirschot (gecombineerd met kaart 12.5)

12.21

MMC Ritthem

12.22

MMC Ruinen

12.23

MMC Staphorst

12.24

MMC Veenhuizen

12.25

Nieuwe Haventerrein Den Helder

12.26

Prinses Margrietkazerne (C-zone)

12.27

Springterrein Schaijk (C-zone)

12.29

Van Ghentkazerne (A-zone, B-zone)

12.31

Vliegbasis De Peel

12.32

Vliegbasis Eindhoven

12.33

Vliegbasis Gilze-Rijen

12.34

Vliegbasis Leeuwarden (gecombineerd met kaart 12.17)

12.35

Vliegbasis Volkel

12.36

Vliegbasis Woensdrecht

12.37

Vliegkamp De Kooy (A-zone, B-zone)

12.38

Willem Lodewijk van Nassaukazerne

12.39

BIJLAGE 14 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.3 VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Civiele inrichtingen voor activiteiten met explosieven

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

complex TNO Rijswijk

14.1

complex TNO Ypenburg

14.2

complex Ulicoten

14.3

De bijbehorende kaarten zijn te vinden op: Staatscourant, nr. 24013

BIJLAGE 15 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2.3 VAN DE REGELING ALGEMENE REGELS RUIMTELIJKE ORDENING

Veiligheidszones bij civiele inrichtingen voor activiteiten met explosieven

Naam:

Verbeeld op de bij dit besluit behorende kaart:

complex TNO Rijswijk (A-zone, B-zone)

14.1

complex TNO Ypenburg

14.2

complex Ulicoten

14.3

TOELICHTING

Algemeen

Deze Regeling algemene regels ruimtelijke ordening is gebaseerd op het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro). In titel 2.6 van het Barro is bepaald dat bij ministeriële regeling verschillende militaire terreinen, gebieden, objecten en zones worden aangewezen, waar gemeenten bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening mee moeten houden. In deze regeling wordt daar uitvoering aan gegeven.

Op het moment van publicatie van deze regeling is een wijziging van het Barro in voorbereiding. Zodra die wijziging in werking treedt, zal tevens op andere beleidsterreinen de uitwerking van nationale belangen (hoofdwegen en hoofdspoorwegen en ecologische hoofdstructuur) worden vastgelegd op het niveau van een ministeriële regeling. Uit oogpunt van overzichtelijkheid wordt ervoor gekozen één ministeriële regeling vast te stellen onder het Barro. Om die reden krijgt de regeling de citeertitel Regeling algemene regels ruimtelijke ordening en wordt qua structuur van de regeling reeds vooruitgelopen op de invulling van het Barro, zoals dat zal luiden na inwerkingtreding van de wijziging van het Barro. Vooralsnog wordt slechts op het gebied van nationale defensiebelangen invulling gegeven in deze regeling. Voor een nadere toelichting op de systematiek van het Barro en de planologische bescherming van nationale belangen zij verwezen naar de nota van toelichting, behorende bij het Barro (Stb. 2011, 391).

Zoals in de nota van toelichting bij het Barro is vermeld, worden in deze regeling niet alle ruimtelijke defensiebelangen in Nederland uitputtend vastgelegd. Alleen de meest essentiële militaire objecten en ruimtelijke belangen die extra planologische bescherming behoeven worden door het Barro en deze regeling geregeld. De overige nationale defensiebelangen worden op andere wijze gewaarborgd (bijvoorbeeld door eigenaarschap). Het bestaan van de overige defensiebelangen is bij de provincies en bij de betreffende gemeenten bekend.

In de bijlagen zijn de kaarten opgenomen van de gebieden en objecten waar de planologische bescherming geldt. De inhoud is tevens opgenomen in de digitale omgeving, die te raadplegen is op www.ruimtelijkeplannen.nl.

Artikelsgewijs

Artikel 2.1

Artikel 2.1 geeft uitvoering aan artikel 2.6.2 van het Barro. In de respectievelijke bijlagen worden diverse militaire objectcategorieën, zoals militaire terreinen, luchtvaartterreinen en geluidszones, opgesomd. Van de diverse gebieden, terreinen, zones en objecten zijn digitale plaatsbepalingen vastgelegd. De weergave daarvan is opgenomen in de diverse kaarten die als bijlagen bij de regeling zijn gevoegd.

Eerste lid

Dit betreft een vlootbasis, de oefen- en schietterreinen, en vier kazernes. De ligging van de overige kazernes en andere defensieobjecten is bekend bij de betrokken gemeenten en provincies. Borging van de defensiebelangen van die objecten geschiedt op andere wijze.

Tweede lid

Aan de onveilige gebieden buiten militaire terrein van militaire schietterreinen mogen geen bestemmingen worden gegeven die de gebruiksmogelijkheden van de schietterreinen zouden beperken.

Derde lid

In Nederland zijn acht militaire luchtvaartterreinen aangewezen. In de nabijheid daarvan gelden beperkingen in verband met geluid en veiligheid (zie vierde en vijfde lid).

Vierde lid

Militaire luchtvaartterreinen kennen twee geluidszones: een zone voor grondgebonden geluid die is vastgesteld in decibel met weegfactor A (dB(A)) en een zone voor luchtgebonden geluid die is vastgesteld in kosteneenheden (Ke). Van het luchtgebonden geluid is alleen de 35 Ke-zone weergegeven. In deze regeling zijn tevens de Ke-zones van twee Duitse militaire luchtvaartterreinen Geilenkirchen en Brüggen opgenomen die zich deels over Nederlands grondgebied uitstrekken en daarmee onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu vallen.

Vijfde lid

Een obstakelbeheergebied bij een (militair) luchtvaartterrein kenmerkt zich door – gezien vanuit het vliegveld – een aantal vlakken waarvan de hoogte oploopt met het toenemen van de afstand tot het luchtvaartterrein. In het gebied gelden beperkingen ten aanzien van de hoogte van objecten. Het obstakelbeheergebied is een samenstelling van de funnel en het Inner Horizontal and Conical Surface, die beide zijn gekoppeld aan de ligging van de start- en landingsbaan(banen) ter waarborging van veilige vliegprocedures voor startende en landende vliegtuigen, alsmede vlakken die verband houden met het goed functioneren van het Instrument Landing Systeem en eventueel andere aanwezige navigatiemiddelen. In de ministeriele regeling zijn ter indicatie van het obstakelbeheergebied alleen de contouren van de buitenste beperkingen opgenomen. In deze regeling zijn tevens de obstakelbeheergebieden van twee Duitse militaire luchtvaartterreinen Geilenkirchen en Brüggen opgenomen die zich deels over Nederlands grondgebied uitstrekken en daarmee onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu vallen.

Zesde en zevende lid

Dit betreft de aanwijzing van zend- en ontvanginstallaties buiten militaire luchtvaartterreinen alsmede de rondom geldende bouwbeperkingengebieden met een straal van 400 meter en een hoogte van 22 meter gemeten vanaf het maaiveld. Deze norm geldt alleen voor nieuwe gevallen. De zend- en ontvangstinstallaties op militaire luchtvaartterreinen worden niet apart aangewezen, omdat daar al het, grotere, obstakelbeheergebied van toepassing is (zie het vijfde lid). Voor drie in de regeling opgenomen zend- en ontvangstinstallaties (Willem Lodewijk van Nassaukazerne, Burum en antennepark Eibergen) geldt dat de hier aangewezen bouwbeperkingengebieden niet voldoende zijn. Voor deze complexen worden na overleg met de decentrale overheden aanvullende bouwbeperkingengebieden opgesteld die in een volgende wijziging van deze regeling worden opgenomen.

Achtste lid

De Nederlandse staat heeft acht essentiële militaire radarstations in gebruik waarmee een radarbeeld van het Nederlandse luchtruim wordt opgebouwd voor de beveiliging van het nationale luchtruim en voor de veilige afhandeling van het civiele- en militaire luchtverkeer. Vijf van deze stations bevinden zich op militaire terreinen die elders in deze regeling al worden aangewezen (meestal militair luchtvaartterrein) en hoeven dus niet als zodanig in deze regeling te worden aangewezen anders dan als middelpunt van het radarverstoringsgebied (zie negende lid). De overige radarstations worden in deze regeling aangewezen.

Negende lid

Voor een vrij radarzicht zijn in de brief van de Staatssecretaris van Defensie van 27 oktober 2006, nr. DRMV 2006021602 acht radarverstoringsgebieden aangewezen behorende bij de essentiële radarstations (zie achtste lid). Thans wordt een interdepartementaal onderzoek uitgevoerd met het doel radars en windmolens beter samen te laten gaan. Dit onderzoek zal leiden tot nieuwe radarverstoringsgebieden en bouwnormen. Die zullen worden vastgesteld bij een volgende wijziging van deze ministeriële regeling. Tot die tijd zal artikel 2.6.9, tweede lid, van het besluit nog niet in werking zijn en blijft het beleidskader uit de hierboven genoemde brief van de Staatssecretaris van Defensie van 27 oktober 2006 van kracht. Om de systematiek en overzichtelijkheid van de regeling niet te verstoren, is het negende lid gereserveerd met het oog op de invulling van artikel 2.6.9 van het besluit.

Tiende lid

In Nederland zijn voor het militaire luchtverkeer laagvliegroutes voor jachtvliegtuigen en transportvliegtuigen, laagvliegroutes voor lesvliegtuigen en helikopters en laagvlieggebieden voor helikopters aangewezen. Onder de laagvliegroutes voor jachtvliegtuigen en transportvliegtuigen, die een strook beslaat van 1852 meter aan beide zijden van de middellijn van de route, mag niet hoger worden gebouwd dan 40 meter. Voor de overige laagvliegroutes en laagvlieggebieden gelden geen planologische beperkingen.

Elfde lid

Militaire munitie is opgeslagen in munitieopslagplaatsen. Daaromheen liggen meestal drie veiligheidszones A, B en C waarbij zone A het meest centraal ligt. Als deze zones buiten het militaire terrein liggen, dienen de bestemmingsplannen hiermee rekening te houden.

Artikel 2.2

De elementen voor de beoordeling van de veiligheidssituatie en het risico van voorgenomen activiteiten in de veiligheidszones zijn opgenomen in deze bepaling. Ook is voorgeschreven met behulp van welk programma de analyse moet worden verricht. In beginsel rust de plicht van het verrichten van deze onderzoeken bij de opsteller van het bestemmingsplan. Vanzelfsprekend kunnen afspraken worden gemaakt over de uitvoering ervan.

Artikel 2.3

In deze regeling zijn ook de civiele inrichtingen voor activiteiten met explosieven en bijbehorende veiligheidszones weergegeven die onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu vallen. Het betreft hier geen defensieterreinen of -objecten.

Artikel 6.1

Het tijdstip van inwerkingtreding van de regeling is gekoppeld aan het tijdstip van inwerkingtreding van het Barro. Beoogd wordt het Barro en de regeling op hetzelfde moment in werking te laten treden. In artikel 6.1 is rekening gehouden met de omstandigheid dat de regeling (iets) later wordt bekendgemaakt dan het koninklijk besluit waarmee het Barro in werking treedt. In dat geval treedt de regeling een dag na publicatie in de Staatscourant in werking.

Aangezien het Barro vaststelling van terreinen dwingend voorschrijft en de ligging van de defensieobjecten reeds bekend is, is afgezien van een invoeringstermijn voor deze regeling. Om dezelfde redenen wordt afgeweken van het stelsel van vaste verandermomenten.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven