Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2011, 20409 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2011, 20409 | beleidsregel |
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Gelet op artikel 6 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken1 en artikel 2.6 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 20062,
Besluit:
Voor subsidieverlening in het kader van artikel 2.6 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met het oog op de financiering van activiteiten op het gebied van begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland gelden de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.
1. Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.6 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met het oog op de financiering van activiteiten op het gebied van de begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland geldt voor de periode vanaf 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 een subsidieplafond van € 4.200.000,00 met dien verstande dat de daarmee gemoeide jaarlijkse kasuitgaven niet meer bedragen dan € 1.400.000,00.
2. Van het in het eerste lid genoemde bedrag zijn voor de hierna genoemde vormen van begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland de volgende bedragen beschikbaar:
a. activiteiten op het gebied van resocialisatie: € 1.800.000,00 (€ 600.000,00 per jaar);
b. activiteiten op het gebied van juridische advisering: € 600.000,00 (€ 200.000,00 per jaar);
c. activiteiten op het gebied van geestelijke bijstand: € 1.800.000,00 (€ 600.000,00 per jaar).
3. Subsidieverlening geschiedt onder de voorwaarde dat voor het deel van de subsidie dat ten laste komt van een nog niet vastgestelde begroting voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Aanvragen voor een subsidie in het kader van Gedetineerdenbegeleiding 2012–2014 worden ingediend vanaf het moment van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 30 november 2011.
De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op grond van een beoordeling overeenkomstig de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd, met dien verstande dat uit alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven, de aanvragen die het beste voldoen aan die maatstaven het eerst voor subsidieverlening in aanmerking komen, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, sub d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 november 2006, nr. DCZ/CU-2006/225, tot vaststelling van beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 van de begeleiding en geestelijke verzorging van Nederlandse gedetineerden in het buitenland (Gedetineerdenbegeleiding)3 wordt ingetrokken.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
namens deze:
de Directeur-Generaal Consulaire Zaken en Bedrijfsvoering,
M.T.G. van Daalen.
Eén van de onderdelen van het consulaire beleid van de Minister van Buitenlandse Zaken is het beleid met betrekking tot de gedetineerdenbegeleiding. Het doel van de gedetineerdenbegeleiding is het bijdragen aan het welzijn van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen, door het bevorderen van menswaardige omstandigheden tijdens detentie, resocialisatie en het bevorderen van een adequate rechtsgang. Het monitoren hiervan geschiedt bij gedetineerden die hebben aangegeven daar prijs op te stellen, door bezoeken van ambassademedewerkers en door contacten met particuliere organisaties die hiervoor subsidie ontvangen. Daarnaast is er overleg met advocaten en lokale autoriteiten door het Ministerie en de posten in het buitenland.
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft voor activiteiten op het gebied van gedetineerdenbegeleiding door particuliere organisaties voor de periode vanaf 2012 tot en met 2014 € 1,4 miljoen per jaar beschikbaar. Van dit jaarlijks beschikbare bedrag is € 600.000,00 bedoeld voor activiteiten in het kader van resocialisatie, € 200.000,00 voor activiteiten op het gebied van juridisch advies en € 600.000,00 voor activiteiten in de vorm van het verlenen van geestelijke bijstand.
Uiteraard is op de subsidieverstrekking in het kader van gedetineerdenbegeleiding de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Voor de subsidiëring van activiteiten ten behoeve van de begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland geldt in aanvulling op het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 daarnaast het volgende.
Voor subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding komen in aanmerking activiteiten op het terrein van:
• Resocialisatie, door inzet van vrijwilligers die gedetineerden bezoeken, organiseren van cursussen, advisering bij financiële zaken voor en na de detentie.
• Juridisch advies, door aan gedetineerden en/of hun contactpersonen informatie te verlenen over de lokale rechtsgang, de inzet van een lokale advocaat, Wots-verzoeken.
• Geestelijke bijstand aan gedetineerden, door het bijstaan van gedetineerden op religieuze, morele, persoonlijke of levensbeschouwelijke gebieden. Daarbij dient de mens en zijn levensbeschouwing centraal te staan. Het gaat bij deze vorm van bijstand om bijstand die wordt verleend door middel van persoonlijke gesprekken, gebed en correspondentie.
Organisaties die in aanmerking komen voor subsidie in het kader van gedetineerdenbegeleiding zijn Nederlandse rechtspersonen die statutair in Nederland zijn gevestigd. Dit omdat het gaat om de begeleiding van Nederlandse gedetineerden, voor wie de band met Nederland van belang is. Bij de uitvoering van de activiteiten mogen wel lokale ingezetenen worden betrokken waar dit efficiënt en doelmatig is. Daarnaast dient de organisatie relevante ervaring te hebben op het gebied van gedetineerdenbegeleiding.
Onder direct subsidiabele kosten vallen:
• reiskosten op basis van economy class en/of comfort class (dit laatste voor reizen buiten Europa),
• kosten voor publicaties ten behoeve van de gedetineerden,
• kosten voor kleine attenties voor gedetineerden,
• cursusgelden t.b.v. gedetineerden gericht op resocialisatie
• kosten van de inhuur van juridisch advies ten behoeve van het bevorderen van een zorgvuldige rechtsgang. Hiermee wordt niet bedoeld het inhuren van juridische bijstand die leidt tot inmenging in de nationale rechtsgang.
• Kosten van direct productieve uren, zoals het plannen van reizen, het uitwerken van verslagen, het begeleiden van vrijwilligers, de productie van en het schrijven voor een blad ten behoeve van gedetineerden.
• Voor eventuele bijzondere kosten welke hier niet genoemd zijn die op de begroting worden opgevoerd geldt dat zij toestemming behoeven van de Minister van Buitenlandse Zaken.
Indirect subsidiabele kosten (overheadkosten) zijn subsidiabel tot 7,5% van de hiervoor genoemde subsidiabele directe kosten.
Om voor subsidieverlening in het kader van gedetineerdenbegeleiding in aanmerking te komen dient een subsidieaanvraag in ieder geval aan de volgende criteria te voldoen:
1. De aanvrager is een Nederlandse rechtspersoon, statutair gevestigd in Nederland, die relevante ervaring heeft op het gebied van gedetineerdenbegeleiding;
2. De aanvraag betreft activiteiten op het gebied van één of meer van de volgende vormen van gedetineerdenbegeleiding:
a) resocialisatie;
b) juridisch advies;
c) geestelijke bijstand.
Indien aan één of meer van deze criteria niet wordt voldaan, wordt de aanvraag afgewezen en niet verder beoordeeld.
Subsidieaanvragen in het kader van gedetineerdenbegeleiding worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
1. De mate waarin de activiteiten bijdragen aan het welzijn van Nederlandse gedetineerden in buitenlandse gevangenissen;
2. De mate waarin de activiteiten doelmatig zijn;
3. De mate waarin de activiteiten kosteneffectief zijn, waarbij onder andere aandacht wordt besteed aan het beperken van het aantal reisbewegingen;
4. De mate waarin het voorstel is uitgewerkt in Doelstellingen, Resultaten, Activiteiten en Middelen en de verbanden hiertussen;
5. De mate waarin het voorstel Specifiek, meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden is geformuleerd.
Organisaties die een subsidieaanvraag doen in het kader van gedetineerdenbegeleiding dienen om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie, allereerst te voldoen aan de drempelcriteria van paragraaf IV. De aanvragen die hieraan voldoen worden vervolgens beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria van paragraaf V.
De beoordeling van de aanvragen en de toekenning en verdeling van de voor gedetineerdenbegeleiding beschikbare middelen vinden plaats via een tender: van alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven van deze beleidsregels, wordt de kwaliteit beoordeeld volgens dezelfde criteria. De aanvragen die het beste voldoen aan de criteria komen als eerste voor subsidie in aanmerking. De Minister besluit tot subsidieverlening overeenkomstig deze rangorde.
De aanvraag dient bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid, Afdeling Consulaire Aangelegenheden, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag, ontvangen te zijn uiterlijk op 15 november 2011. Aanvragen dienen compleet en zonder voorbehoud te worden ingediend en rechtsgeldig te zijn ondertekend.
De aanvraag dient vergezeld te gaan van1:
• een activiteitenplan,
• een gespecificeerde begroting,
• een liquiditeitsprognose;
• het jaarverslag over 2010.
Indien de activiteiten zich uitstrekken over een periode van meer dan twaalf maanden dient tevens te worden meegestuurd:
• een globaal overzicht van de activiteiten voor de resterende periode van het tijdvak van de subsidieaanvraag,
• een financiële raming voor deze periode.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2011-20409.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.