Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, nr. DWJZ/G&E-3079408, houdende wijziging van de Wet verklaringen van overlijden BES, de Begrafeniswet BES, de Crematiewet BES en het Wetboek van Strafrecht BES

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 20, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Overwegende dat het noodzakelijk is de Wet verklaringen van overlijden BES, de Begrafeniswet BES, de Crematiewet BES en het Wetboek van Strafrecht BES te wijzigen in verband met de inwerkingtreding van regelgeving met betrekking tot levensbeëindiging op verzoek of hulp bij zelfdoding op Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

ARTIKEL I

De Wet verklaringen van overlijden BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien het overlijden het gevolg was van de toepassing van levensbeëindiging op verzoek of hulp bij zelfdoding als bedoeld in artikel 306, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 307, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht BES geeft de behandelend geneeskundige geen verklaring van overlijden af en doet hij van de oorzaak van het overlijden onverwijld door invulling van een formulier mededeling aan de op grond van artikel 4 door het bestuurscollege aangewezen geneeskundige. Bij de mededeling voegt de geneeskundige een beredeneerd verslag inzake de inachtneming van de zorgvuldigheidseisen, bedoeld in artikel 2 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.

B

Aan artikel 2 wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De vorm en de inrichting van de modellen van de mededeling en het verslag, bedoeld in artikel 1, derde lid, en van het formulier, bedoeld in artikel 5, worden vastgesteld door de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid.

C

Artikel 5 komt als volgt te luiden:

Artikel 5

Indien sprake is van een mededeling als bedoeld in artikel 1, derde lid brengt de op grond van artikel 4 aangewezen geneeskundige door invulling van een formulier onverwijld verslag uit aan:

  • de officier van justitie;

  • de ambtenaar van de Burgerlijke Stand;

  • de regionale toetsingscommissie, bedoeld in artikel 19c van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.

De op grond van artikel 4 aangewezen ambtenaar zendt het beredeneerd verslag als bedoeld in artikel 1, derde lid mee.

ARTIKEL II

De Begrafeniswet BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3 wordt ‘het Openbaar Ministerie’ vervangen door: de officier van justitie.

B

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

In gevallen als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Wet verklaringen van overlijden BES wordt geen verlof tot begraving afgegeven zolang niet is overgelegd een verklaring waaruit blijkt van geen bezwaar van de officier van justitie tegen begraving. Indien de officier van justitie meent niet tot de afgifte van een verklaring van geen bezwaar tegen begraving te kunnen overgaan, stelt deze de op grond van artikel 4 van de Wet verklaringen van overlijden BES aangewezen geneeskundige en de regionale toetsingscommissie, bedoeld in artikel 19c van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, hiervan onverwijld op de hoogte.

ARTIKEL III

Aan artikel 11 van de Crematiewet BES wordt na de punt een volzin toegevoegd, luidende:

Indien de officier van justitie in de gevallen als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Wet verklaringen van overlijden BES meent niet tot de afgifte van een verklaring van geen bezwaar tegen crematie te kunnen overgaan, stelt deze de op grond van artikel 4 van de Wet verklaringen van overlijden BES aangewezen geneeskundige en de regionale toetsingscommissie, bedoeld in artikel 19c van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, hiervan onverwijld op de hoogte.

ARTIKEL IV

In het Wetboek van Strafrecht BES wordt in artikel 306, tweede lid, ‘aan de gemeentelijke lijkschouwer overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging’ vervangen door: aan de op grond van artikel 4 van de Wet verklaringen van overlijden BES aangewezen geneeskundige, overeenkomstig artikel 1, derde lid, van die wet.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

ARTIKEL VI

Deze regeling wordt aangehaald als: de Aanpassingsregeling levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

TOELICHTING

Met deze regeling worden vier wetten die geldig zijn op Bonaire, Sint Eustatius en Saba op het gebied van de te volgen procedure bij levensbeëindiging op verzoek (euthanasie) of hulp bij zelfdoding, geïntroduceerd bij het amendement Remkes – Van Gent (Kamerstukken II 2009/10 31 959, nr. 24) gewijzigd. Artikel 20, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba biedt daartoe de mogelijkheid. Het betreft de Wet verklaringen van overlijden BES, de Begrafeniswet BES, de Crematiewet BES en het Wetboek van Strafrecht BES. Deze wijziging is nodig omdat artikel 306 van het Wetboek van Strafrecht BES een verwijzing bevat naar de Wet op de lijkbezorging. De Wet op de lijkbezorging is echter niet van toepassing op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De in artikel 306 van het Wetboek van Strafrecht BES opgenomen verwijzing naar artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging is daarmee een loze verwijzing.

Met deze wijziging van de vier genoemde wetten wordt dit probleem in die zin opgelost dat een met artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging vergelijkbare bepaling wordt opgenomen in de Wet verklaringen van overlijden BES. Daarnaast zijn in deze wet nog met de artikelen 9 en 10 van de Wet op de lijkbezorging vergelijkbare bepalingen opgenomen in de Wet verklaringen van overlijden BES. Deze bepalingen zijn nodig voor een procedurele afhandeling van een melding van euthanasie of hulp bij zelfdoding. Om uitvoeringstechnische redenen is ervoor gekozen om de bij euthanasie en hulp bij zelfdoding benodigde formulieren bij ministeriële regeling vast te stellen, in plaats van bij algemene maatregel van bestuur. Deze kunnen daarmee snel vastgesteld worden en daardoor kan de praktijk zich op zo kort mogelijke termijn voorbereiden op de nieuwe situatie.

Daarnaast is in de Begrafeniswet BES en de Crematiewet BES nog een met artikel 12 van de Wet op de lijkbezorging vergelijkbare bepaling opgenomen die regelt wanneer er ingeval van euthanasie of hulp bij zelfdoding overgegaan mag worden tot begraven of cremeren. Dat kan pas vanaf het moment nadat een verklaring is overgelegd waaruit blijkt dat de officier van justitie geen bezwaar heeft tegen begraven of cremeren.

Ten slotte wordt met deze regeling artikel 306 van het Wetboek van Strafrecht BES aangepast door de verwijzing naar artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging te vervangen door een verwijzing naar artikel 3, derde lid, van de Wet verklaringen van overlijden BES, waarin is geregeld dat bij euthanasie of hulp bij zelfdoding geen verklaring van overlijden wordt afgegeven maar melding van het overlijden wordt gedaan aan de op grond van artikel 4 van die wet door het bestuurscollege aangewezen geneeskundige. Deze geneeskundige stelt vervolgens de officier van justitie, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de regionale toetsingscommissie, bedoeld in artikel 19c van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, op de hoogte.

Door deze wijziging is een afdoende voorziening getroffen voor het bovengenoemde probleem met betrekking tot de in het Wetboek van Strafrecht BES opgenomen loze verwijzing naar de Wet op de lijkbezorging. Dit betreft slechts een technische wijziging; een inhoudelijke wijziging is niet aan de orde. Door deze wijzigingen staat niets meer in de weg aan de met bovengenoemd amendement beoogde inwerkingtreding van de regelgeving inzake euthanasie en hulp bij zelfdoding op uiterlijk 10 oktober 2012 op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven