Besluit van ....., tot aanpassing van enige algemene maatregelen van bestuur aan de Wet van 17 december 2009 tot aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand in verband met de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand alsmede vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van die wet (Besluit bestuurlijke centralisatie raden voor rechtsbijstand)

Ingevolge artikel 49 van de Wet op de rechtsbijstand wordt onderstaand ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot aanpassing van enige algemene maatregelen van bestuur aan de Wet van 17 december 2009 tot aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand in verband met de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand alsmede vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van die wet (Besluit bestuurlijke centralisatie raden voor rechtsbijstand) bekendgemaakt. Aan een ieder wordt hiermee de gelegenheid geboden om binnen vier weken na de datum van uitgifte van plaatsing van de Staatscourant waarin het ontwerp wordt geplaatst wensen en bezwaren ter kennis van de Minister van Justitie te brengen.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister van Justitie van ....., nr. .....;

Gelet op de artikelen 12, derde lid, 25, zesde lid, 34, vierde lid, 34a, vierde lid, 34d, derde lid, 35, 37, tweede en vijfde lid,en 42a, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 294, vierde lid, van de Faillissementswet, artikel 4 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies, artikel 24, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens, artikel 48 c en d van de Wet Justitie-subsidies, artikel 47, vijfde lid, Beginselenwet justitiële inrichtingen, artikel 45 van de Comptabiliteitswet 2001, artikel 1, tweede lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

De Raad van State gehoord (advies van ....., nr. .....);

Gezien het nader rapport van de Minister van Justitie van ....., nr. .....;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel 1 van Bijlage A wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder Ministerie van Justitie, wordt ‘Raden voor rechtsbijstand, gevestigd in Amsterdam, Arnhem, ’s-Hertogenbosch, Den Haag en Leeuwarden’ vervangen door: raad voor rechtsbijstand.

2. Onder Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap komt ‘– Informatie Beheer Groep;’ te vervallen.

3. Onder Ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt de punt na de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) vervangen door een puntkomma en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: ‘– NV Westerscheldetunnel.’.

B

In onderdeel 2 van bijlage A wordt onder Ministerie van Verkeer en Waterstaat de puntkomma na Stichting Participatiefonds Gemeentelijke Vervoerbedrijven vervangen door een punt en vervalt ‘– NV Westerscheldetunnel.’.

ARTIKEL II

In de bijlage bij het Besluit BIBOB wordt onder Ministerie van Justitie, ‘Raden voor rechtsbijstand’ vervangen door: raad voor rechtsbijstand.

ARTIKEL III

Het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, derde lid, en artikel 10 wordt ‘de raad’ telkens vervangen door: het bestuur.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. ‘De raad’ wordt vervangen door: Het bestuur.

b. In onderdeel c, vervalt het woord ‘en’.

c. In onderdeel d, wordt de punt vervangen door een puntkomma.

d. Na onderdeel d wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. echtgenoten als bedoeld in artikel 817, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

2. In het tweede lid wordt ‘De raad’ vervangen door: Het bestuur.

C

In artikel 9 wordt ‘De raad’ vervangen door: Het bestuur.

ARTIKEL IV

Artikel 5, onderdeel a, van het Besluit gebruik sofi-nummer Wbp komt te luiden:

  • a. het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de rechtsbijstand, met het oog op de uitvoering van de bij de Wet op de rechtsbijstand aan het bestuur opgedragen taken;

ARTIKEL V

In artikel 58, achtste lid, van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen wordt ‘1994’ vervangen door: 2000.

ARTIKEL VI

Het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel b, komt te luiden:

b. raad:

de raad voor rechtsbijstand;

B

In de artikelen 2, 3, 5, 6, 7 en 9 wordt ‘De Raad’ telkens vervangen door: Het bestuur van de raad.

C

In de artikelen 2, 3, 4 en 7 wordt ‘de Raad’ telkens vervangen door: het bestuur van de raad.

D

In artikel 4, zevende lid, wordt ‘de raad’ telkens vervangen door: het bestuur van de raad.

ARTIKEL VII

Het Subsidiebesluit raden voor rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, wordt ‘zijn wettelijke taak’ vervangen door: de wettelijke taken van het bestuur en de raad van advies.

2. In onderdeel d, vervalt het woord ‘landelijke’.

B

In artikel 2, tweede lid, onderdeel a, onder 4, vervalt ‘en tweede’ en in onderdeel b, vervalt ‘landelijke’.

C

Artikel 3 vervalt.

D

In artikel 8, derde lid, wordt ‘De raad geeft in het jaarverslag’ vervangen door:

Het jaarverslag als bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet geeft tevens.

E

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘4:71, eerste lid, onderdelen a en c tot en met g, van de Algemene wet bestuursrecht’ vervangen door: 32, onderdelen a tot en met f van de Kaderwet.

2. In het tweede lid vervalt ‘en tweede’.

F

Artikel 19 vervalt.

G

In artikel 22 wordt ‘raden’ vervangen door: raad.

ARTIKEL VIII

In artikel 11, eerste lid, van het Besluit toevoeging mediation, wordt ‘bureau’ vervangen door: bestuur.

ARTIKEL IX

Het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, onderdeel e, 24, tweede lid, 25, tweede lid, 27, tweede lid, 36, eerste lid, 37, wordt ‘de raad’ telkens vervangen door: het bestuur.

B

In artikel 5, vierde lid, vervallen de woorden ‘met uitzondering van artikel 10’.

C

In de artikelen 13, 22, 24, vierde lid, 25, vierde lid, 28, eerste lid, 29, 30, 31, 32, 35, derde en vijfde lid, 36, tweede lid, 37, 38, 39, wordt ‘bureau’ telkens vervangen door: bestuur.

D

In artikel 35, eerste lid, wordt ‘Het bureau verleent aan de advocaat die door de raad’ vervangen door: Het bestuur verleent aan de advocaat die.

E

In artikel 36, eerste lid, wordt ‘De raad’ vervangen door: Het bestuur.

F

In artikel 39, derde lid, wordt ‘De Raad’ vervangen door: ‘Het bestuur’ en wordt ‘artikel 7a, derde lid’ vervangen door: artikel 7a, tweede lid.

ARTIKEL X

De Vergoedingenregeling Raad voor Rechtsbijstand wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

bestuur:

het bestuur bedoeld in artikel 3 van de Wet op de rechtsbijstand;

raad van advies:

de raad van advies bedoeld in artikel 6 van de Wet op de raad voor rechtsbijstand.

B

In de artikelen 2 en 3 wordt ‘Raad’ telkens vervangen door: raad van advies.

C

In artikel 4 wordt ‘De Raad’ vervangen door: ‘Het bestuur’ en wordt ‘de Raad’ vervangen door: het bestuur.

D

In artikel 5 wordt ‘De voorzitter en leden van de Raad’ vervangen door: ‘De voorzitter en de leden van de raad van advies’ en wordt ‘de Raad ressorterende commissies’ vervangen door: het bestuur ressorterende commissies.

E

In artikel 8 wordt ‘Vergoedingenregeling Raad voor Rechtsbijstand’ vervangen door: Vergoedingenregeling raad voor rechtsbijstand.

ARTIKEL XI

Het Besluit van 14 maart 2005, houdende de aanwijzing van de Raad voor Rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch als het bestuursorgaan waaraan de gegevens ten behoeve van het register als bedoeld in artikel 294, eerste lid, van de Faillissementswet dienen te worden doorgegeven wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt de ‘Raad voor Rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch’ vervangen door: raad voor rechtsbijstand.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit raad voor rechtsbijstand als bestuursorgaan bedoeld in artikel 294, vierde lid, Faillissementswet.

ARTIKEL XII

Het Besluit van 16 december 1992, houdende regels voor de vergoeding die een advocaat ontvangt voor rechtsbijstand ingevolge het bepaalde in artikel 817 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wordt ingetrokken.

ARTIKEL XIII

  • 1. Dit besluit en de Wet van 17 december 2009 tot aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand in verband met de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand (Stb. 2010, 2) treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdeel A, onder 2, werkt terug tot en met 1 januari 2010.

ARTIKEL XIV

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bestuurlijke centralisatie raden voor rechtsbijstand.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister van Justitie,

TOELICHTING

1. Algemeen

Dit besluit strekt tot aanpassing van verschillende algemene maatregelen van bestuur aan de Wet van 17 december 2009 tot aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand in verband met de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand (Stb. 2010, 2). De wijziging van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) en het van rechtswege van toepassing zijn van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (Kaderwet) op de raad voor rechtsbijstand, noopt tot het doorvoeren van enkele met name technische aanpassingen in de diverse algemene maatregelen van bestuur. Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele andere technische aanpassingen door te voeren in het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie (zie artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3, en onderdeel B), het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand (zie artikel III, onderdeel B, onder d, het Reglement justitiële jeugdinrichtingen (zie artikel V), het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (zie artikel IX, onderdeel B) en het Besluit van 16 december 1992, houdende regels voor de vergoeding die een advocaat ontvangt voor rechtsbijstand ingevolge het bepaalde in artikel 817 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in te trekken (zie artikel XII).

De Wet van 17 december 2009 ziet op de bestuurlijke en organisatorische inrichting van de raden en brengt geen wijzigingen aan in het primaire proces van het verlenen van eerstelijns rechtshulp en van toevoegingen. Deze wet regelt dat de vijf raden voor rechtsbijstand ophouden te bestaan ten gunste van één nieuw zelfstandig bestuursorgaan, de raad voor rechtsbijstand, dat verantwoordelijk wordt voor alle beslissingen op aanvragen om toevoegingen. De raad voor rechtsbijstand heeft zijn zetel te Utrecht en heeft een bestuur en een raad van advies. De raad voor rechtsbijstand heeft vijf uitvoeringskantoren in Amsterdam, Arnhem, Leeuwarden, Den Haag en Den Bosch. Het bestuur is belast met de organisatie van de verlening van rechtsbijstand en met het toezicht op de uitvoering daarvan. De raad van advies ziet toe op de algemene gang van zaken in de raad en kan de Minister van Justitie daarover adviseren.

Een ontwerp van dit besluit is ter consultatie voorgelegd aan de Nederlandse Orde van Advocaten, de Raad voor de rechtspraak en de raden voor rechtsbijstand.

Een ontwerp van dit besluit is overeenkomstig de in artikel 49 van de Wrb beschreven voorhangprocedure aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd en in de Staatscourant bekend gemaakt (Stcrt. 2010, PM). PM

Dit besluit heeft geen zelfstandige financiële gevolgen. Voor zover dit besluit financiële consequenties heeft, houden zij verband met de wet van 17 december 2009. Verwezen zij naar de toelichting op de financiële gevolgen van die wet (Kamerstukken II 2008/09, 31 835, nr. 3).

Aan dit besluit zijn geen administratieve lasten voor burger of bedrijfsleven verbonden. De wijzigingen in de bestuurlijke en organisatorische inrichting van de raden brengen geen wijzigingen aan in het primaire proces van het verlenen van eerstelijns rechtshulp en van toevoegingen.

2. Artikelsgewijs

Artikelen I, onderdeel A, onder 1, II en VI

Deze onderdelen bevatten technische wijzigingen in verband met de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand.

Artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3, en onderdeel B

De verwijdering van de Informatie Beheer Groep uit onderdeel 1 van bijlage A hangt samen met de Wet van 15 oktober 2009 tot intrekking van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en wijziging van diverse wetten in verband met de oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) (Stb. 2009, 492), die op 1 januari 2010 in werking is getreden. Per die datum is de Informatie Beheer Groep samen met de Centrale Financiën Instellingen opgegaan in de batenlastendienst DUO, een nieuw onderdeel van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De verplaatsing van de NV Westerscheldetunnel van onderdeel 2 naar onderdeel 1 van bijlage A betreft een formalisatie. Sinds de exploitatie van de tunnel (2003) is de NV als een rechtspersoon ex artikel 45, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 aan te merken en niet langer als een rechtspersoon ex artikel 45, derde lid, van genoemde wet. Praktisch heeft dit geen consequenties voor de NV. De vennootschap kan als rechtspersoon met een wettelijke taak blijven schatkistbankieren en behoudt de mogelijkheid van lenen en van het opnemen van rekening-courantkrediet bij de schatkist.

Artikelen III en XII

In artikel 7, eerste lid, Wrb worden aan het bestuur onder andere de taken met betrekking tot rechtsbijstand opgedragen. In verband met deze taaktoewijzing wordt bij de wijzigingen in de onderdelen 1, onder a, en 2, het bestuur aangewezen in plaats van de raad.

De wijzigingen in de onderdeel 1, b tot en met d, hangen samen met de intrekking van het Besluit van 16 december 1992, houdende regels voor de vergoeding die een advocaat ontvangt voor rechtsbijstand ingevolge het bepaalde in artikel 817, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Stb. 1992, 681). Dit Besluit verwijst voor de in artikel 817, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde vergoeding voor advocaten die rechtsbijstand hebben verleend op grond van een toevoeging in een echtscheidingsprocedure, indien een echtgenoot zich op grond van een geestesstoornis in een psychiatrische inrichting bevindt, naar het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. In geval van artikel 817, tweede lid, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geldt als vergoeding het puntenaantal echtscheiding. Op grond van het Besluit van 16 december 1992 wordt geen eigen bijdrage opgelegd. Het wordt niet wenselijk geacht de toevoeging afhankelijk te stellen van een eigen bijdrage, omdat het niet altijd mogelijk zal zijn tijdig vast te stellen of en in hoeverde betrokkene tot het betalen van een eigen bijdrage in staat is. Nu dit laatste geregeld wordt in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand is er geen reden meer het Besluit van 16 december 1992 in stand te laten.

Artikel IV

De organisatie van alsmede de verlening van rechtsbijstand en mediation is op grond van artikel 7, eerste lid, Wrb een taak van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand. Artikel IV brengt artikel 5, onderdeel a, van het Besluit gebruik sofi-nummer Wbp, in overeenstemming met de taaktoewijzing aan het bestuur.

Artikel V

Dit onderdeel bevat een technische wijziging in verband met de intrekking van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 1994 bij het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000.

Artikel VII

A

Dit onderdeel brengt artikel 1, onderdeel b, Subsidiebesluit raden voor rechtsbijstand in overeenstemming met de aanpassing van artikel 42, eerste lid, Wrb. Voorts kan in de begripsbepaling ‘deelsubsidie landelijke projecten en activiteiten’, het woord landelijke vervallen, omdat er door de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand nog maar één raad is.

B

Artikel 2, tweede lid, onderdeel a, onder 4, wordt aangepast in verband met het vervallen van artikel 42b, tweede lid (oud) Wrb. Zie voor het vervallen van het woord landelijke in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, de toelichting onder A.

C

Artikel 3 van het Subsisidebesluit raden voor rechtsbijstand geeft uitvoering aan artikel 4:72, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Nu de Kaderwet van rechtswege van toepassing is op de raad voor rechtsbijstand en artikel 33, eerste lid, van de Kaderwet bepaalt dat een zelfstandig bestuursorgaan een egalsatiereserve vormt is artikel 3 van het Subsidiebesluit overbodig geworden.

D

De wijziging van artikel 8, derde lid, onderdeel e, verduidelijkt dat de raad in het jaarverslag niet alleen inzicht geeft in de wijze waarop de bedrijfsvoering heeft plaatsgevonden, maar dat op grond van artikel 18 van de Kaderwet ook de taakuitoefening en het gevoerde beleid, alsmede het gevoerde beleid met betrekking tot de kwaliteitszorg beschreven wordt.

E

Dit onderdeel bevat twee technische aanpassingen. Artikel 14, eerste lid, wordt aangepast aan het gewijzigde artikel 42, vierde lid, Wrb. Artikel 14, tweede lid, wordt in overeenstemming gebracht met het aangepaste artikel 42b Wrb (zie ook de toelichting op onderdeel B).

F

Door de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand is er nog maar één raad. Het beheersinstrument van verlaging van de bevoorschotting van één van de raden ter vermijding van eventuele liquiditeitsproblemen bij andere raden is daarmee overbodig geworden, waardoor artikel 19 kan vervallen.

G

De bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand noopt tot aanpassing van de citeertitel in Subsidiebesluit raad voor rechtsbijstand.

Artikel VIII en artikel IX, onderdelen A, C, D, E

In artikel 7, eerste lid, Wrb worden aan het bestuur de taken met betrekking tot rechtsbijstand en mediation opgedragen. In verband met deze taaktoewijzing wordt bij onderhavige wijziging het bestuur aangewezen in plaats van de raad.

Artikel IX, onderdeel B

Dit onderdeel bevat een technische aanpassing. In verband met het Besluit van 3 juli 2008 tot aanpassing van enige besluiten aan de Wet afschaffing procuraat en invoering elektronisch berichtenverkeer is artikel 10 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vervallen met ingang van 1 september 2008. Hierdoor kan de verwijzing naar artikel 10, in het vierde lid van artikel 5, eveneens vervallen.

F

Naast de aanpassing in verband met de taaktoewijzing aan het bestuur (zie ook de toelichting op artikel IX, onderdelen A, C, D en E) wordt een technische wijziging doorgevoerd in verband met de vernummering van de leden van artikel 7a van de Wrb.

Artikel X

A

In verband met de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand is de definitiebepaling aangepast. Door de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand heeft de raad voor rechtsbijstand een bestuur en een raad van advies. Op grond van artikel 11 Wrb worden de personeelsleden van de raad in dienst genomen op een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. De leden van het bestuur hebben een voltijd functie, behoren tot de personeelsleden van de raad en ontvangen loon. In tegenstelling tot de leden van het bestuur, hebben de leden van de raad van advies geen voltijdfunctie. Het lidmaatschap van de raad van advies is een nevenfunctie en op grond van artikel 14 van de Kaderwet en artikel 5, eerste lid, onder a, Wrb, ontvangen de voorzitter en de leden van de raad van advies vacatiegeld.

B, C, D, E, F

De in deze onderdelen vervatte technische wijzigingen zijn noodzakelijk vanwege de verschillen in het takenpakket en de wijze van vergoeding van de leden van het bestuur en van de raad van advies (zie ook de toelichting op onderdeel A).

Artikel XI

A

Dit onderdeel bevat een technische wijziging. In verband met de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand heeft de raad voor rechtsbijstand ’s-Hertogenbosch opgehouden te bestaan. De raad voor rechtsbijstand is daarvoor in de plaats gekomen.

B

Op grond van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Aanwijzing 226) worden het opschrift en de aanhef van een regeling niet gewijzigd. In verband met de wet tot aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand in verband met de bestuurlijke centralisatie van de raden voor rechtsbijstand wordt voor de onderhavige regeling een citeertitel ingevoerd die recht doet aan eerdergenoemde wet (zie ook toelichting op onderdeel A).

Artikel XIII

In verband met de inwerkingtreding van de Wet van 15 oktober 2009 tot intrekking van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en wijziging van diverse wetten in verband met de oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) (Stb. 2009, 492) op 1 januari 2010, wordt aan de artikel I, onderdeel A, onder 2, terugwerkende kracht toegekend.

De Minister van Justitie,

Naar boven