Onderlinge regeling tussen Nederland en de Nederlandse Antillen inzake de verdeling van de opbrengsten van het octrooibestel

17 september 2010

De Minister van Economische Zaken van Nederland en de Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen,

Handelend in overeenstemming met het Bureau voor de Intellectuele Eigendom van de Nederlandse Antillen,

overwegende dat

  • de Nederlandse Antillen zijn toegetreden tot het Europees Octrooiverdrag;

  • Europese octrooien per 4 april 2007 van kracht zijn op de Nederlandse Antillen;

  • de opbrengsten van de instandhoudingstaksen voor Europese en rijksoctrooien te rekenen vanaf april 2007 worden verdeeld naar rato van het inwonertal van Nederland enerzijds en de Nederlandse Antillen anderzijds,

gelet op artikel 38, eerste lid, van het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden, besluiten:

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze onderlinge regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

de Rijksoctrooiwet 1995;

b. Europees Octrooiverdrag:

het op 5 oktober 1973 te München tot stand gekomen Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, bedoeld in artikel 1 van de wet;

c. Europees octrooi:

een Europees octrooi als bedoeld in artikel 1 van de wet;

d. Octrooicentrum1:

het bureau, bedoeld in artikel 1 van de wet;

e. BIE NA:

het Bureau voor de Intellectuele Eigendom van de Nederlandse Antillen;

f. transitiedatum:

datum waarop de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen in werking treden.

Artikel 2 opbrengsten

Opbrengsten in de zin van deze onderlinge regeling zijn de aan Octrooicentrum op grond van artikel 61 van de wet verschuldigde instandhoudingstaksen, verminderd met de afdracht van instandhoudingstaksen aan het Europees Octrooibureau op grond van artikel 39 van het Europees Octrooiverdrag.

Artikel 3 verdeling

  • 1. De opbrengsten, bedoeld in artikel 2, worden te rekenen vanaf 1 april 2007 tussen Nederland en de Nederlandse Antillen verdeeld.

  • 2. De verdeling geschiedt naar rato van het inwonertal van Nederland enerzijds en de Nederlandse Antillen anderzijds.

Artikel 4 verdeelsleutel

Te rekenen vanaf 1 april 2007 tot aan de transitiedatum is de verdeelsleutel bepaald op 98,8% voor Nederland en 1,2% voor de Nederlandse Antillen.

Artikel 5 financiële afwikkeling

  • 1. Octrooicentrum is belast met de verdeling en met de betaling aan het BIE NA van het aan de Nederlandse Antillen toekomende aandeel.

  • 2. De verdeling vindt plaats op basis van de opbrengsten, zoals die – met in achtneming van artikel 2 – zijn opgenomen in de verantwoording die Octrooicentrum maandelijks aan de Minister van Economische Zaken aflegt over de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden op grond van de wet en het besluit.

  • 3. Octrooicentrum stelt de hoogte van de aandelen vast door de opbrengsten telkens na afloop van elke maand te vermenigvuldigen met de verdeelsleutel, bedoeld in artikel 4.

  • 4. De vaststelling van de aandelen is definitief, tenzij een controle ingevolge artikel 7 aanleiding geeft tot herziening.

  • 5. De betaling aan het BIE NA van het aan de Nederlandse Antillen toekomende aandeel geschiedt telkens binnen 30 dagen na afloop van de desbetreffende maand door bijschrijving op rekeningnummer 130211701 bij de Maduro & Curiel's Bank te Curaçao ten name van Bureau Intellectuele Eigendom van de Nederlandse Antillen, onder vermelding van de maand waarop de betaling betrekking heeft.

Artikel 6 overgangsbepaling

  • 1. De verdeling van de opbrengsten over de periode van 1 april 2007 tot de datum van inwerkingtreding van deze regeling en de betaling aan het BIE NA van het aan de Nederlandse Antillen toekomende aandeel daarin geschieden overeenkomstig artikel 5.

  • 2. De betaling van het aandeel over de periode van 1 april 2007 tot en met 31 juli 2010 vindt plaats uiterlijk 30 dagen na de inwerkingtreding van deze onderlinge regeling.

  • 3. De betaling van het aandeel over de periode van 31 juli 2010 tot de datum van de inwerkingtreding van deze onderlinge regeling vindt plaats uiterlijk 30 november 2010.

Artikel 7 accountantscontrole

  • 1. De Auditdienst van het Ministerie van Economische Zaken toetst de financiële verantwoording van Octrooicentrum aan de toepasselijke wet- en regelgeving. Met ingang van de inwerkingtreding van deze onderlinge regeling maakt de verdeling van de opbrengsten onderdeel uit van de controle door de Auditdienst.

  • 2. Op daartoe strekkend verzoek van BIE NA licht Octrooicentrum de verdeling toe.

  • 3. De Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen of BIE NA hebben het recht om de in het eerste lid bedoelde verantwoording eenmaal per kalenderjaar over het dan afgelopen kalenderjaar door een door hen aan te wijzen externe accountant te doen controleren.

  • 4. Octrooicentrum zal het aanspreekpunt zijn voor de in het derde lid bedoelde externe accountant.

  • 5. De kosten van de in het derde lid bedoelde controle komen voor rekening van degene die daartoe opdracht heeft gegeven.

Artikel 8 inwerkingtreding en looptijd

  • 1. Deze onderlinge regeling treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening.

  • 2. Zij eindigt met ingang van de transitiedatum, met dien verstande dat de artikelen 5 tot en met 7 tot en met 31 december 2012 kunnen worden ingeroepen door de rechtsopvolgers van de Nederlandse Antillen en van het BIE NA.

Artikel 9 bekendmaking

Binnen een maand na ondertekening wordt de tekst van deze onderlinge regeling in de Staatscourant en in de Curaçaosche Courant geplaatst.

Den Haag, 17 september 2010

De Minister van Economische Zaken van Nederland,

M.J.A. van der Hoeven.

De Minister van Justitie van de Nederlandse Antillen,

Magali M. Jacoba.


XNoot
1

Het Octrooicentrum staat thans bekend als Agentschap NL Octrooicentrum.

Naar boven