Besluit klachtenfunctionaris Consumentenautoriteit
De Consumentenautoriteit,
Gelet op titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder
a. klacht: een schriftelijke klacht in de zin van titel 9.1 van de Algemene
wet bestuursrecht;
b. klachtenfunctionaris: degene die ingevolge artikel 2 van dit besluit
is belast met de behandeling van klachten;
c. klager: de indiener van de klacht.
Artikel 2
1. Met de behandeling van klachten worden belast drs. P.J.G.W. Schelvis
en drs. M.C.A. Villée, beiden werkzaam bij de Consumentenautoriteit.
2. In afzonderlijke gevallen kan een andere persoon met de behandeling
van klachten worden belast.
Artikel 3
1. Schriftelijke klachten als bedoeld in artikel 9:4 van de Algemene wet
bestuursrecht kunnen worden gericht aan:
Klachtenfunctionaris CA
Postbus 16759
2500 BT Den Haag
2. De klachtenfunctionaris bevordert in daarvoor in aanmerking komende
gevallen dat mondeling of telefonisch ingediende klachten op schrift worden
gesteld.
Artikel 4
Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de schriftelijke klacht wordt aan
de klager een ontvangstbevestiging verzonden.
Artikel 5
1. De klachtenfunctionaris kan, alvorens tot verdere behandeling van een
schriftelijke klacht over te gaan, trachten door overleg of bemiddeling, dan
wel op andere wijze tot een oplossing te komen. De klachtenfunctionaris kan
daartoe contact opnemen met de klager.
2. Bij de behandeling van schriftelijke klachten wordt de procedure geregeld
in afdeling 9.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd, tenzij de klachtenfunctionaris
dit gelet op de aard van de klacht niet opportuun acht.
3. De klachtenfunctionaris adviseert de Consumentenautoriteit over de
toepassing van artikel 9:8 van de Algemene wet bestuursrecht en over de aan
een in behandeling genomen klacht te verbinden conclusies.
Artikel 6
1. De klachtenfunctionaris draagt zorg voor de registratie van klachten
als bedoeld in artikel 9:12a van de Algemene wet bestuursrecht.
2. De geregistreerde klachten worden in het jaarverslag van de Consumentenautoriteit
gepubliceerd onder vermelding van de wijze van afdoening.
Artikel 7
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Artikel 8
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit klachtenfunctionaris Consumentenautoriteit.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 3 januari 2007.
De Consumentenautoriteit,
M.E.
Hulshof.
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit
is betrokken binnen zes weken na dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd
bezwaarschrift indienen bij de Consumentenautoriteit, Juridische Dienst, Postbus
16759, 2500 BT, Den Haag.
Toelichting
Dit besluit heeft betrekking op de behandeling van klachten over het optreden
van de Consumentenautoriteit en aldaar werkzame personen. Het gaat niet om
klachten die verband houden met de Wet Handhaving Consumentenbescherming maar
om klachten in de zin van titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht heeft een ieder
het recht bij een bestuursorgaan een klacht in te dienen over de wijze waarop
dat bestuursorgaan zich tegenover hem of een ander heeft gedragen. Het bestuursorgaan
moet voor een behoorlijke behandeling van zulke klachten zorgdragen. Deze
klachtenbehandeling kan, indien de klacht niet op voor de klager bevredigende
wijze wordt afgedaan, eventueel een verlengstuk vinden in de behandeling van
een klacht door de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman neemt als uitgangspunt
dat degene die zich door een bestuursorgaan niet behoorlijk behandeld voelt,
zich in eerste instantie met een klacht daarover tot dat bestuursorgaan richt.
In dit besluit is voor de Consumentenautoriteit gebruik gemaakt van de
mogelijkheid die de Algemene wet bestuursrecht biedt, om bij een bestuursorgaan
de behandeling van klachten over te dragen aan een klachtenfunctionaris. Doordat
deze niet bij de gedraging waar het om gaat betrokken is geweest, zal de klachtenfunctionaris
eerder in staat zijn om met voldoende afstand tot de zaak tot een evenwichtige
beoordeling van een klacht te komen. Dit kan mogelijk leiden tot een afdoening
in der minne. Waar dat niet mogelijk is zal de Consumentenautoriteit, als
verantwoordelijk bestuursorgaan, op advies van de klachtenfunctionaris vaststellen
welke conclusies aan de klacht worden verbonden.
Wat betreft de bij de Consumentenautoriteit binnengekomen klachten dient
het volgende opgemerkt te worden. De Consumentenautoriteit, de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa) en de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie
Autoriteit (OPTA) werken sinds juli 2006 samen in het gezamenlijk informatieloket
voor consumentencontacten, ConsuWijzer. ConsuWijzer bestaat uit een frontoffice
en een backoffice. Het frontoffice is het contactcentrum waar de eerstelijns
communicatie met de consument wordt afgehandeld. De drie toezichthouders de
NMa, de OPTA en de Consumentenautoriteit hebben daarnaast elk een backoffice
ingericht waar de tweedelijns communicatie met consumenten plaatsvindt bij
kwesties die niet door het frontoffice kunnen worden afgehandeld. De medewerkers
van de backoffice van de NMa en de OPTA vallen niet onder de verantwoordelijkheid
van de Consumentenautoriteit. Voor degene die klaagt over gedragingen van
een medewerker van ConsuWijzer zal niet altijd duidelijk zijn of hij contact
heeft gehad met de frontoffice of de backoffice. Indien een bij de Consumentenautoriteit
binnengekomen klacht betrekking heeft op gedragingen van een backoffice-medewerker
van de NMa respectievelijk de OPTA, zal de brief ter verdere beoordeling worden
doorgezonden aan de NMa respectievelijk de OPTA. Indien de Consumentenautoriteit
tot doorzending overgaat stelt de klachtenfunctionaris de klager hiervan onverwijld
schriftelijk in kennis.
De Consumentenautoriteit,
M.E. Hulshof.