Aanwijzing keuringsrichtlijn Wet pleziervaartuigen

Regeling tot aanwijzing van een keuringsrichtlijn als bedoeld in artikel 15, derde lid, onderdeel b, van de Wet pleziervaartuigen

1 oktober 2007

nr. HDJZ/SCH/2007-1230

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 15, derde lid, onderdeel b, van de Wet pleziervaartuigen;

Besluit:

Artikel 1

Als richtlijn bedoeld in artikel 15, derde lid, onderdeel b, van de Wet pleziervaartuigen is aangewezen richtlijn nr. 2005/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEU L 275), zoals deze is gewijzigd bij richtlijn nr. 2005/78/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 november 2005 (PbEU L 313).

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 9 november 2006.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C. Huizinga-Heringa.

Toelichting

Krachtens artikel 15, derde lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet pleziervaartuigen kunnen voortstuwingsmotoren die zijn typegoedgekeurd volgens een bij ministeriële regeling aan te wijzen EG-richtlijn, indien deze bovendien vergezeld gaan van een verklaring van overeenstemming, zonder CE-markering in de handel worden gebracht. Met de onderhavige regeling wordt daarvoor EG-richtlijn nr. 2005/55/EG, zoals gewijzigd bij EG-richtlijn nr. 2005/78/EG, aangewezen. Deze richtlijn vervangt met ingang van 9 november 2006 richtlijn nr. 88/77/EEG (PbEG L 36) die voordien voor dit doel was aangewezen. Derhalve is aan de onderhavige regeling tot en met ingang van die datum terugwerkende kracht verleend.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa

Naar boven