Privacyreglement verkeersregistratiesystemen Rijkswaterstaat

1 juli 2003

nr. HKW/R 5745

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Overwegende:

dat door het gebruik van verkeersregistratiesystemen er sprake is van het verwerken van persoonsgegevens waar de Wet bescherming persoonsgegevens op van toepassing is;

dat in de Wet persoonsregistraties een verplichting was opgenomen om een privacyreglement op te stellen;

dat deze verplichting niet meer is opgenomen in de Wet bescherming persoonsgegevens;

dat het niettemin wenselijk is vast te stellen welk beleid geldt voor de verwerking van persoonsgegevens verkregen uit verkeersregistratiesystemen, zodat op uniforme wijze met deze gegevens zal worden omgegaan;

dat het derhalve aanbeveling verdient beleidsregels vast te stellen;

dat deze regels worden vastgesteld in de vorm van een privacyreglement;

dat het Informatie- en Volgsysteem voor de Scheepvaart (IVS90) een van de verkeersregistratiesystemen is waarvoor het privacyreglement geldt;

dat het IVS90 ook wordt gebruikt in de provincies Groningen, Fryslân en Zuid-Holland en dat deze provincies hebben aangegeven een privacyreglement met dezelfde inhoud te zullen hanteren;

dat in verband met de maatschappelijke zorgvuldigheid een verplichting bestaat aan het publiek kenbaar te maken dat verkeersregistratie door middel van cameratoezicht plaatsvindt;

dat het door het aantal en de plaats waarop camera's staan opgesteld, niet doelmatig of mogelijk is ter plekke aan te geven dat cameratoezicht wordt uitgeoefend;

dat publicatie van dit reglement in de plaats komt van een dergelijke plaatselijke kennisgeving;

Besluit:

Artikel 1 Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de verantwoordelijke: de Minister van Verkeer en Waterstaat, Gedeputeerde Staten van een provincie waar IVS90 wordt gebruikt of het college van B&W van een gemeente, voor wat betreft de bij hen in beheer zijnde delen van het IVS90;

b. de beheerder: de functionaris die namens de verantwoordelijke bij een regionale directie van Rijkswaterstaat en bij een provincie of gemeente voor wat betreft de bij hen in beheer zijnde delen van het IVS90, belast is met de verwerking van persoonsgegevens in verkeersregistratiesystemen;

c. verkeersregistratiesysteem: enig systeem geschikt voor het verwerken van data, opnamen/beelden, geluidsbeelden, radarbeelden of andere gegevens ten behoeve van de beheerstaak;

d. waterstaatswerken: de door een regionale directie van Rijkswaterstaat beheerde waterstaatswerken als bedoeld in de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de door een provincie of gemeente beheerde waterstaatswerken;

e. persoonsgegevens: de door middel van verkeersregistratiesystemen verwerkte gegevens op grond waarvan natuurlijke personen geïdentificeerd kunnen worden;

f. IVS90: het Informatie- en Volgsysteem voor de Scheepvaart zoals beschreven in de bijlage bij dit besluit, met inbegrip van alle aan IVS90 gekoppelde systemen waaronder SITOS, BRIDGE en BICS en de opvolgers van bedoelde systemen.

Artikel 2 Reikwijdte

Dit besluit regelt de taken en bevoegdheden van de verantwoordelijke met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, verkregen door het gebruik van verkeersregistratiesystemen die op, in of bij waterstaatswerken zijn geplaatst.

Artikel 3 Doel

Het doel van de verwerking van persoonsgegevens verkregen door verkeersregistratiesystemen, is het beheer van waterstaatswerken, in het bijzonder:

a. het verzekeren en bevorderen van het doelmatig, vlot en veilig gebruik van waterstaatswerken, waaronder ook begrepen het verhalen van schade, veroorzaakt door de gebruikers,

b. de zorg voor de veiligheid van gebruikers van waterstaatswerken, waaronder het snel en doelmatig kunnen handelen bij ongevallen en calamiteiten, en

c. het verrichten van noodzakelijke studies en onderzoeken en het verwerken van persoonsgegevens voor statistische en beleidsdoeleinden.

Artikel 4 Beheer en beveiliging

1. De beheerder is verantwoordelijk voor het beheer van de persoonsgegevens en treft daartoe passende technische en organisatorische maatregelen, nodig om de persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking.

2. De persoonsgegevens worden op een nader door de beheerder aan te wijzen plaats opgeslagen en beheerd door één of meer door hem met die taak belaste ambtenaren.

3. Slechts de door de beheerder aangewezen ambtenaren hebben rechtstreeks toegang tot de persoonsgegevens.

Artikel 5 Inzage en correctie betrokkenen

1. Uitsluitend natuurlijke of rechtspersonen van wie persoonsgegevens zijn verzameld kunnen de beheerder verzoeken inzage te verkrijgen in de omtrent hen opgeslagen gegevens dan wel verzoeken deze gegevens te corrigeren.

2. Een verzoek om inzage van gegevens of correctie wordt schriftelijk ingediend.

3. Een in artikel 4 bedoelde ambtenaar kan van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die om inzage of correctie verzoekt, verlangen dat deze zich legitimeert.

4. Bij het ter inzage geven van persoonsgegevens worden gegevens van andere personen voorzover mogelijk anoniem gemaakt. Na inzage of correctie wordt schriftelijk vastgelegd:

a. de naam van betrokkene,

b. de wijze van inzage of correctie,

c. het tijdstip, en

d. welke gegevens het betrof.

Artikel 6 Inzage en verstrekking derden

1. De beheerder weigert derden inzage en verstrekking van de persoonsgegevens, tenzij het betreft:

a. een verzoek of vordering van de instanties of personen bedoeld of genoemd in het tweede en derde lid van dit artikel, of

b. het bepaalde in de bijlage omtrent het IVS90.

2. De beheerder geeft inzage in de gegevens of verstrekt deze aan instanties die zich beroepen op een toezichthoudende of opsporingsbevoegdheid dan wel een andere daartoe strekkende wettelijke bevoegdheid, indien grondslag en inhoud van de bevoegdheid kenbaar worden gemaakt en gericht naar gegevens wordt gevraagd.

3. De beheerder kan na afweging van de betrokken belangen inzage geven in de gegevens of deze verstrekken aan:

a. de politie indien deze zich beroept op daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die dit behoeven,

b. een verzekeringsinstelling indien deze aannemelijk maakt de gegevens nodig te hebben voor het behartigen van de belangen van een betrokkene en betrokkene daarvoor toestemming heeft verleend, of

c. een advocaat of procureur indien deze aannemelijk maakt de gegevens nodig te hebben voor het behartigen van de belangen van een betrokkene.

4. Een verzoek om inzage of verstrekking van gegevens wordt schriftelijk ingediend.

5. Aan de inzage of verstrekking kan de beheerder voorwaarden verbinden.

6. Van een persoon die om inzage of verstrekking van de gegevens verzoekt, kan worden verlangd dat deze zich legitimeert.

7. Bij het ter inzage geven of verstrekken van persoonsgegevens worden gegevens van andere personen voor zover mogelijk anoniem gemaakt.

8. Na inzage of verstrekking van gegevens wordt schriftelijk vastgelegd:

a. de naam van de betrokkene,

b. de wijze van inzage of verstrekking,

c. het tijdstip,

d. welke gegevens het betrof, en

e. naam en adres van de verzoeker.

Artikel 7 Bewaartermijnen

1. Persoonsgegevens worden niet langer dan dertig dagen na vastlegging bewaard. Voor het IVS90 geldt de regeling zoals beschreven in de bijlage.

2. Voor zover dit voortvloeit uit de in artikel 3 omschreven doelen en er sprake is van bijzondere omstandigheden of incidenten kunnen de persoonsgegevens langer dan de termijn bedoeld in het eerste lid worden bewaard. Deze bewaring mag echter niet langer duren dan noodzakelijk is.

Artikel 8 Verbod koppeling

De persoonsgegevens worden niet gekoppeld aan andere persoonsgegevens behoudens:

a. indien het betreft persoonsgegevens die gelijktijdig zijn verkregen in het kader van de verkeersregistratie, of

b. het bepaalde in de bijlage omtrent het IVS90.

Artikel 9 Inwerkingtreding; citeertitel

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

2. Dit besluit wordt aangehaald als Privacyreglement verkeersregistratiesystemen Rijkswaterstaat.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,K.M.H. Peijs.

Bijlage

Informatie- en Volgsysteem voor de Scheepvaart (IVS90)

Het doel van het IVS90 is het in het kader van het beheer van de hoofdvaarwegen systematisch vastleggen, opslaan en ter beschikking stellen van gegevens ten behoeve van:

a. het bevorderen van een doelmatig (veilig en vlot) scheepvaartverkeer;

b. het snel en doelmatig handelen bij ongevallen op deze vaarwegen;

c. het minimaliseren van het melden van scheepvaartgegevens bij sluizen, bruggen en verkeersposten aan deze vaarwegen;

d. het inwinnen van gegevens over het scheepvaartverkeer op deze vaarwegen ten behoeve van statistiek en beleidsondersteunende analyses.

Het IVS90 bevat gegevens betreffende beroepsvaartuigen, inclusief niet-vrachtvervoerende schepen, dienst- en werkvaartuigen en grote recreatievaartuigen, die gebruik maken van de (hoofd-)vaarwegen in het beheersgebied van het IVS90.

Het IVS90 bevat de volgende categorieën van gegevens betreffende de bedoelde vaartuigen:

a. Referentiegegevens. In deze categorie wordt tijdens de reis van elk schip opgenomen de naam, het laadvermogen, het officieel scheepsnummer (bij binnenschepen), het Lloyd's-nummer (bij zeeschepen), het scheepstype, de bruto register tonnage, de roepletters (zeevaart), de naam van de eigenaar, de voortstuwingscode, de nationaliteit, de lengte, de breedte en de maximale diepgang;

b. Reisgegevens. In deze categorie gegevens wordt tijdens de reis van elk schip opgenomen de actuele diepgang, de hoogte, de seinvoering, de controle op de seinvoering en het aantal opvarenden, herkomst en bestemming van het schip;

c. Ladinggegevens. In deze categorie wordt tijdens de reis van elk schip of elke van een samenstel deel uitmakende `romp' opgenomen de naam, het scheepstype, het containernummer, het aantal en de afmetingen van de containers, het gewicht van de lading, de soort lading, het met deze lading corresponderende VN-nummer, een classificatie (in geval van gevaarlijke stoffen), of HS-nummer (overige stoffen), de plaats van laden en de plaats van lossen van de lading;

d. Sluisgegevens. In deze categorie gegevens wordt tijdens de reis van elk schip opgenomen, de verwachte tijd van aankomst, de meldtijd, het toerbeurtnummer en de passagetijd van een bepaald sluiscomplex;

e. Kolkgegevens. In deze categorie wordt tijdens de reis van elk schip opgenomen het schutbriefnummer, de invaartijd, de schutrichting, de uitvaartijd en de code van de gebruikte (deel-)kolk;

f. Blokgegevens. In deze categorie gegevens wordt tijdens de reis van elk schip opgenomen de meldtijd van het binnenvaren en verlaten van een bepaald vaarwegdeel, de hierbij gevolgde vaarrichting en de globale positie binnen dit vaarwegdeel;

g. Routegegevens. In deze categorie gegevens wordt tijdens de reis van elk schip opgenomen de route volgens de IVS-coderingen;

h. Wachthavengegevens. In deze categorie wordt tijdens de reis van elk schip dat gebruik heeft gemaakt van een wachthaven, opgenomen de verblijfsduur in de wachthaven en eventueel steigernaam en positie langs de steiger;

i. Positiegegevens, indien en voorzover de beheerder dit noodzakelijk acht.

Het IVS90-systeem wordt gebruikt door verschillende vaarwegbeheerders: De Rijkswaterstaat en de provincies Groningen, Fryslân en Zuid-Holland en de gemeenten Rotterdam en Amsterdam. Deze vaarwegbeheerders zijn elk verantwoordelijk voor hun deel van de registratie. Naast deze territoriale scheiding is er ook een functionele scheiding aanwezig. Er is een onderscheid tussen het beheer van de referentiegegevens in het IVS90 en het operationeel beheer van het IVS90. De referentiegegevens bestaan uit een bestand van cascogegevens, plaatsnamen, havens en ligplaatsen, nationaliteiten en een bestand met gevaarlijke stoffen en overige stoffen. Het beheer is hier gelegen in het actualiseren van al deze tabellen. Dit beheer vindt centraal plaats, te weten bij de directie Zeeland van Rijkswaterstaat; het valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van deze directie. Het operationeel beheer van het IVS90 handelt daarentegen om het vastleggen van gegevens welke worden gegenereerd wanneer schepen een reis afleggen. Een `reis' begint op het moment dat een schip een vaarweg, waarop het IVS90 in gebruik is, binnenvaart, en eindigt wanneer dat schip het IVS90-gebied weer verlaat. Deze vastlegging vindt plaats op alle verkeersposten, bruggen en sluizen aan de IVS90-vaarwegen. In tegenstelling tot het beheer van de referentiegegevens berust het operationeel beheer van het IVS90 bij de verschillende vaarwegbeheerders.

In het IVS90 worden gegevens opgeslagen betreffende beroepsvaartuigen, inclusief de niet-vrachtvervoerende schepen, dienst- en werkvaartuigen en grote recreatievaartuigen. Onder deze gegevens bevinden zich gegevens die als persoonsgegevens in de zin van de wet zijn aan te merken. Deze gegevens zijn afkomstig van geregistreerden, externe registraties, aan het IVS90 gekoppelde vaarwegbeheerders, rederijen, verladers (bedrijven) en meldpunten welke een schip tijdens de reis passeert. Vastgelegd worden diverse categorieën van gegevens die hiervoor zijn genoemd. Daar al deze gegevens van essentieel belang zijn voor het informatiesysteem, dient geregistreerde in te staan voor de juistheid daarvan. Dit kan tot problemen leiden wanneer gegevens, zoals ladinggegevens, niet afkomstig zijn van geregistreerde zelf maar van rederijen of verladers. Geregistreerde dient in dat geval bij de daadwerkelijk aanleverende partij de aan te leveren gegevens te controleren. Dit houdt in dat bij aanleveren van gegevens aan het IVS90 door een andere partij, geregistreerde de invoer hiervan kan weigeren omdat dan zijns inziens onjuiste gegevens worden ingevoerd. Indien geregistreerde op voorhand twijfelt aan de juistheid van de door een derde voor invoering aangeleverde gegevens, zal hij daarvoor geen toestemming verlenen aangezien hij als schipper verantwoordelijk is voor de juistheid van die gemelde gegevens. In een dergelijk geval doet geregistreerde (de schipper) alsnog de melding van de gegevens.

De referentiegegevens blijven in het IVS90 bewaard en worden slechts indien nodig geactualiseerd. De operationele gegevens worden daarentegen slechts korte tijd opgeslagen. Ze worden zeven dagen na vastlegging uit het IVS90 verwijderd en overgebracht in een archiefbestand. Dit archiefbestand blijft maximaal twee jaar bewaard.

Voortvloeiende uit het doel van de registratie worden integrale gegevensbestanden uit het IVS90 structureel verstrekt aan:

• Het Centraal Bureau voor de Statistiek

• De Adviesdienst Verkeer en Vervoer van het directoraat-generaal van Rijkswaterstaat, Ministerie van Verkeer en Waterstaat

• Het directoraat-generaal Goederenvervoer, Ministerie van Verkeer en Waterstaat (geaggregeerde gegevensbestanden)

Er bestaat een koppeling tussen het IVS90 en de volgende gegevensverzamelingen:

• Het `Aquabel'-systeem van Rijkswaterstaat

• Het Zeeuws Haven Informatie Systeem van Zeeland Seaports Vlissingen/Terneuzen

• Het `Melde- und Informationssystem für Die Binnenschiffahrt' van de Duitse overheid

• Het `HMS/Cesar'-systeem van het Amsterdamse Haven Bedrijf

• Het Haven Informatie Systeem van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam

Binnenkort:

• Enigma van de havendienst Gent

• APICS van de havendienst Antwerpen

• Informatie Verwerkend Systeem van de Schelde Radarketen, en

• NHIS van Groningen Seaports Delfzijl.

Deze lijst kan op een later tijdstip door de beheerder worden aangevuld.

Op het IVS90 aangesloten dienstverleners en de aard van de aangeboden dienstverlening:

• Naam: F.V. de Groof's In- en Uitklaringsbedrijf B.V. (Comex) te Hansweert

Dienstverlening: het faciliteren bij het voldoen door geregistreerden aan hun (semi-)overheidsformaliteiten

• Naam: Verenigde Bootlieden B.V. te Terneuzen

Dienstverlening: het assisteren bij het meren en ontmeren in de sluizen c.a. te Terneuzen

• Naam: Montis Mooring & Boat service B.V. te Terneuzen

Dienstverlening: het assisteren bij het meren en ontmeren in de sluizen c.a. te Terneuzen

Deze lijst kan op een later tijdstip door de beheerder worden aangevuld.

Toelichting Privacyreglement verkeersregistratiesystemen Rijkswaterstaat

Algemeen

Dit besluit bevat beleidsregels ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens die verkregen zijn door het gebruik van verkeersregistratiesystemen die op, in of bij waterstaatwerken zijn geplaatst. Verkeersregistratiesystemen is een verzamelbegrip. Daaronder vallen op dit moment bijvoorbeeld het IVS90-systeem (verkeersbegeleiding), videoregistratiesystemen, radarsystemen en geluidsopnamesystemen. De verwerking van persoonsgegevens verkregen door middel van verkeersregistratiesystemen, valt onder de werking van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp, Stb. 2000, 302). Voor de goede orde wordt opgemerkt dat monitoring, dat wil zeggen het enkele volgen van een schip op de radar of het meelopen van de camera of geluidsopname-apparatuur, waarbij geen opnamen worden vastgelegd, niet onder de Wet bescherming persoonsgegevens valt en dus ook niet onder de werking van dit besluit.

De wet

In de Wbp worden regels gegeven ten aanzien van het omgaan met privacy-gevoelige gegevens om er voor te zorgen dat de persoonlijke levenssfeer van een ieder niet meer aangetast wordt dan nodig en wenselijk is. Centraal in deze wet staat het begrip verwerking van persoonsgegevens. Verwerking heeft hierbij een zeer ruime betekenis, waar onder meer het verzamelen, vastleggen, bewaren, verstrekken door middel van doorzending en verspreiding, alsmede vernietigen onder valt. Een voorbeeld van een persoonsgegeven is een videobeeld indien daarop een persoon zichtbaar is of gegevens staan die herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon.

Hoewel de wet dus al regels stelt, wordt het toch wenselijk geacht beleidsregels op te stellen, voor het verwerken van persoonsgegevens die worden verkregen bij het gebruik van verkeersregistratiesystemen. De beleidsregels geven aan hoe Rijkswaterstaat met de verschillende soorten persoonsgegevens wil omgaan. Dit biedt zekerheid voor de betrokkenen van wie persoonsgegevens worden verwerkt. De beleidsregels hebben de vorm gekregen van een privacyreglement aangezien dit voor de betrokkenen en de beheerders de meest vertrouwde vorm is. Vanzelfsprekend wordt inhoudelijk aangesloten bij de bepalingen van de wet.

Op grond van artikel 27 van de Wbp dient de verwerking (bijvoorbeeld vastlegging, verspreiding) van persoonsgegevens, verkregen door middel van een verkeersregistratiesysteem, gemeld te worden aan de privacyfunctionaris van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Deze functionaris zal toezicht houden op de naleving van de wet en beheert een openbaar register dat door een iedereen geraadpleegd kan worden. Uit het register blijkt met welke soorten verkeersregistratiesystemen bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat persoonsgegevens worden verwerkt. Het register zal geen overzicht bevatten van de locaties waar camera's zijn geplaatst. Dit wordt niet doelmatig geacht aangezien een dergelijk overzicht, mede gelet op het nog toenemende aantal camera's, moeilijk up to date is te houden. Aangenomen wordt dat na bekendmaking van deze beleidsregels het voldoende kenbaar is dat op talrijke plaatsen bij wegen, vaarwegen, bruggen en sluizen camera's zijn geplaatst in verband met de verkeersregistratie.

IVS90

Het voorliggende besluit vervangt voor wat betreft het IVS90-systeem het Reglement IVS90 van 14 juli 1999 (Stcrt. 142 van 28 juli 1999). Dit reglement was gebaseerd op de inmiddels ingetrokken Wet persoonsregistraties. Het IVS90 wordt door een aantal instanties op de bij hen in beheer zijnde vaarwegdelen ingezet. Dit zijn Rijkswaterstaat, in de hoedanigheid van vaarwegbeheerder van de rijkswateren, de colleges van Gedeputeerde Staten (GS) van de provincies Groningen, Fryslân en Zuid-Holland, en B&W van Rotterdam en Amsterdam als vaarwegbeheerder van een aantal vaarwegdelen aldaar. Aangezien het IVS90 persoonsgegevens bevat, valt de verwerking van deze gegevens onder de Wet bescherming persoonsgegevens. Voor de schippers is het daarnaast van groot belang dat de gegevens die deels van commerciële aard zijn, afgeschermd worden van derden; dit ter voorkoming van oneigenlijk gebruik door potentiële concurrenten. Alle gegevens die kunnen leiden tot de naam of eigenaar van een schip, een geregistreerde, een concrete ladingsoort of de herkomst of bestemming van de lading worden, buiten de gevallen voorzien in dit besluit, niet ter beschikking gesteld aan derden. Walorganisaties, zoals rederijen, bevrachters e.d. hebben geen toegang tot de gegevens in het IVS90. Zij kunnen alleen via het Binnenvaart Informatie- en Communicatie Systeem gegevens aan de vaarwegbeheerder melden, of de positie opvragen van een individueel schip mits daarvoor toestemming is verkregen van geregistreerde (het desbetreffende schip).

Het beheer van de vaarwegdelen door bovengenoemde autoriteiten is één van hun autonome taken, welke zij zelfstandig uitoefenen. Dit brengt mee dat naast de Minister van Verkeer en Waterstaat ook GS en B&W zijn te beschouwen als verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in het IVS90. Teneinde interpretatieproblemen en verschillen in rechtsbescherming te voorkomen worden door elke verantwoordelijke (beleids)regels met dezelfde inhoud vastgesteld.

Videocamera's

Bij waterstaatswerken die in beheer bij Rijkswaterstaat zijn, wordt tegenwoordig veel gebruik gemaakt van verkeersregistratiesystemen zoals videocamera's. Het betreft bijvoorbeeld camera's bij tunnels, wisselstroken, spitsstroken, sluizen en bruggen. Reden voor het gebruik van videocamera's kan zijn het bevorderen van veiligheid van het verkeer, maar ook het op afstand regelen van waterstaatswerken, zoals bruggen. Dergelijke videocamera's zijn meestal gekoppeld aan systemen waarmee beelden kunnen worden vastgelegd.

Het gebruik van dit soort videoregistratiesystemen betekent een inbreuk op de privacy van burgers indien op videobeelden een persoon zichtbaar is of gegevens staan die herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon. Zo is een kenteken een gegeven dat herleidbaar is tot een natuurlijk persoon.

Toelichting artikelen

Artikel 1 Begrippen

Bij het begrip `beheerder' kan men bijvoorbeeld denken aan het hoofd van de verkeers-managementcentrale, het sluizencomplex of de verkeerspost.

Artikel 3 Doel

De Wet bescherming persoonsgegevens bepaalt dat persoonsgegevens slechts voor uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doelen mogen worden verzameld. Voor Rijkswaterstaat is het doel een goede uitvoering van zijn publiekrechtelijke taak. In artikel 3 van het besluit wordt dit nader ingevuld. Van belang is het verzekeren en bevorderen van het doelmatig en veilig gebruik van waterstaatswerken en de zorg voor de veiligheid van gebruikers van waterstaatswerken. Zo kunnen bijvoorbeeld door middel van videocamera's, geluidsopnamen en radarbeelden onveilige situaties en incidenten sneller worden getraceerd en opgelost. Daarnaast kan bijvoorbeeld evaluatie van incidenten plaatsvinden. Ook wordt expliciet de mogelijkheid genoemd de gegevens voor onderzoek te gebruiken. Hieronder wordt ook onderzoek met statistische, wetenschappelijke of beleidsdoeleinden verstaan. Verder kan in het kader van een doelmatig beheer van waterstaatswerken met behulp van videobeelden door gebruikers veroorzaakte schade worden verhaald. Dit is bijvoorbeeld van belang bij de beschadiging van een kunstwerk (bijvoorbeeld een tunnel, brug of sluis) in die gevallen waarbij niet onmiddellijk kan worden vastgesteld wie de dader is.

Opgemerkt wordt dat niet meer gegevens verzameld dienen te worden dan noodzakelijk is voor het doel. Personen en objecten buiten het waterstaatwerk (bijvoorbeeld de weg) dienen zoveel mogelijk buiten beeld te blijven. Hiervoor kunnen maatregelen aan de camera's nodig zijn, zoals beperking van de mogelijkheid tot zwenking van de camera en afscherming.

Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de gegevens niet voor andere doelen mogen worden gebruikt dan hierboven genoemd. Zo mag bijvoorbeeld het IVS90-systeem niet worden gekoppeld aan een systeem van de politie voor handhaving van de regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Artikel 4 Beheer en beveiliging

Het is belangrijk zorgvuldig met opgeslagen persoonsgegevens om te gaan. Dit betekent in concreto dat deze gegevens en bijbehorende administratieve bescheiden in een goed afgesloten en voor slechts enkele bevoegde personen toegankelijke ruimte zullen moeten worden bewaard.

Artikel 5 Inzage en correctie betrokkenen

Het is alleen voor een betrokkene mogelijk om een verzoek om inzage of correctie te doen. Afgifte van een videoband of geluidsopname is derhalve niet mogelijk. Het verzoek moet schriftelijk worden gedaan, dat wil zeggen bij brief, fax of e-mail. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat, hoewel de mogelijkheid bestaat, het niet snel te verwachten is dat een correctie aan de orde zal zijn. De beslissing op een verzoek van een betrokkene (bijvoorbeeld weigering van een verzoek om inzage of correctie) is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiertegen staat dan ook bezwaar en beroep open. Omdat het om een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht gaat zijn ook de bepalingen ten aanzien van de voorbereiding op een besluit van toepassing (met name het vereiste van een zorgvuldige afweging en de eventuele hoorplicht). Gelet op het voorgaande ligt het voor de hand altijd de juridische afdeling te betrekken bij de afhandeling van een verzoek om inzage of correctie.

Artikel 6 Verstrekking derden, inzage en gebruik door derden

Uitgangspunt van het eerste lid is dat geen inzage in of verstrekking plaatsvindt van (de persoonsgegevens die zich bevinden in) data, videobeelden, radarbeelden of geluidsbeelden en dat geen kopieën worden verstrekt aan derden, die daarom vragen.

De gevallen waarin in beginsel wél inzage in of verstrekking van gegevens kan plaatsvinden, worden opgesomd in het tweede en derde lid of in de bijlage omtrent het IVS90. Wat dit laatste betreft gaat het om structurele verstrekkingen aan het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Voor de duidelijkheid is in het tweede lid de plicht tot verstrekking op grond van een wettelijk voorschrift opgenomen. Als voorbeeld kan worden genoemd het opvragen van gegevens in het kader van toezicht of opsporing. De instantie die beschikt over toezichthoudende of opsporingsbevoegdheid, mag de gegevens alleen inzien of vorderen na het overleggen van een schriftelijk verzoek waaruit duidelijk wordt op welk wetsartikel zijn bevoegdheid is gebaseerd. Bovendien moet sprake zijn van specifiek en gericht onderzoek.

Het derde lid noemt enkele specifieke gevallen waarin gegevens verstrekt kunnen worden. In de eerste plaats gaat het om daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde in een situatie waarin door de politie onmiddellijk hulp geboden moet worden aan bijvoorbeeld slachtoffers van een calamiteit. Het kan in zo'n situatie nodig zijn om te beschikken over de vervoersgegevens van een schip. Verder zijn nog twee situaties genoemd waarin gegevens worden verstrekt in het belang van de betrokkene.

Er wordt op gewezen dat de jurisprudentie ten aanzien van de verstrekking van persoonsgegevens nog volop in ontwikkeling is. Aan de hand van de praktijk zal te zijner tijd worden bezien voor welke bijzondere gevallen nog meer een expliciete regeling kan worden getroffen.

Aan de inzage of verstrekking kan de beheerder voorwaarden verbinden.

Zo zal moeten worden vastgelegd voor welk doel de ontvanger de persoonsgegevens mag gebruiken (slechts voor het doel waarvoor deze worden verstrekt) en dat de ontvanger de verantwoordelijke vrijwaart voor schade als hij de gegevens toch voor andere doeleinden gebruikt.

Tenslotte wordt opgemerkt dat bij de toepassing van dit artikel eveneens de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.

Artikel 7 Bewaartermijnen

Algemene regel is dat persoonsgegevens niet langer dan dertig dagen bewaard worden. In geval van videoregistratie geldt ook de algemene regel maar worden de gegevens meestal niet langer dan 24 uur bewaard. Het doel van het vastleggen van gegevens (bijvoorbeeld evaluatie/studie of verhaal van schade) kan betekenen dat gegevens langer bewaard moeten worden dan de genoemde maximumtermijn, maar dan uiteraard niet langer dan noodzakelijk. Bij het verhalen van schade is het bijvoorbeeld van belang gegevens gedurende het civielrechtelijk proces te bewaren. Voor het IVS90 zijn voor de onderscheiden typen gegevens afwijkende bewaartermijnen vastgesteld die zijn opgenomen in de bijlage.

Naar boven