Besluit van 11 februari 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II van het Besluit tijdelijke verlaging kredietvergoeding

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 10 februari 2021, 2021-0000022338, directie Financiële Markten;

Gelet op artikel III, tweede lid, van het Besluit tijdelijke verlaging kredietvergoeding;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel II van het Besluit tijdelijke verlaging kredietvergoeding treedt in afwijking van artikel III, eerste lid, van dat besluit in werking met ingang van 1 september 2021.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 februari 2021

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Uitgegeven de zeventiende februari 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Op 10 augustus 2020 is het Besluit tijdelijke verlaging kredietvergoeding (hierna: het besluit) in werking getreden.1 Het besluit regelt dat de maximale kredietvergoeding die in rekening mag worden gebracht door aanbieders van consumptief krediet in verband met de gevolgen van COVID-19 tijdelijk is verlaagd. De opslag op de wettelijke rente is verlaagd van 12 procentpunten naar 8 procentpunten. Omdat de wettelijke rente thans 2 procent bedraagt, is de maximale kredietvergoeding daarmee tijdelijk verlaagd van 14 naar 10 procent op jaarbasis.

Het besluit regelt in artikel III, eerste lid, dat de tijdelijke verlaging van de maximale kredietvergoeding in beginsel eindigt op 1 maart 2021. Artikel III, tweede lid, van het besluit biedt de mogelijkheid om de tijdelijke verlaging bij koninklijk besluit met maximaal zes maanden te verlengen.

Ten tijde van de totstandkoming van het besluit kon niet worden voorzien hoe de coronacrisis zich zou ontwikkelen. De crisis is nog steeds gaande. De overheid heeft daarom onder andere tijdelijke financiële regelingen om ondernemers te helpen verlengd. Omdat consumenten ook nog steeds een verlies van inkomen kunnen ondervinden door de crisis en behoefte kunnen hebben aan krediet, wordt de tijdelijke verlaging van de maximale kredietvergoeding verlengd waardoor de kosten van krediet worden verlaagd en consumenten dus beter worden beschermd tegen de hoge kosten van krediet.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Stb. 2020, 272.

Naar boven