Besluit van 2 december 2019 tot wijziging van het besluit van 14 juni 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 29 mei 2019 tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur) (Stb. 2019, 231)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Milieu en Wonen van 27 november 2019, nr. 2019-0000628607;

Gelet op artikel III van de wet van 29 mei 2019 tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur) (Stb. 2019, 207);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

In het enig artikel van het besluit van 14 juni 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 29 mei 2019 tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur) (Stb. 2019, 231) vervalt «, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2020».

Onze Minister voor Milieu en Wonen is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 december 2019

Willem-Alexander

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

Uitgegeven de dertiende december 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel II van de wet van 29 mei 2019 tot wijziging van de Huisvestingswet 2014 ter verduidelijking van woonruimteverdeling van middenhuurwoningen en van de Woningwet ter vereenvoudiging van de goedkeuringsprocedure voor werkzaamheden die niet behoren tot diensten van algemeen economisch belang (Wet maatregelen middenhuur) (Stb. 2019, 207) (hierna: Wet maatregelen middenhuur) bevat enkele wijzigingen van de Woningwet. Die wijzigingen in de Woningwet vereisen enkele aanpassingen van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015.

Het ontwerpbesluit dat die aanpassingen bevat is op 25 september aan beide kamers der Staten-Generaal voorgelegd (Kamerstukken II 2019/20, 32 847/27 926, nr. 556). Naar het zich nu laat aanzien, zullen die wijzigingen van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 niet op 1 januari 2020 in werking kunnen treden.

Omdat het niet wenselijk is dat de in artikel II van de Wet maatregelen middenhuur opgenomen wijzigingen van de Woningwet in werking treden voordat de hiervoor bedoelde aanpassingen van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in werking kunnen treden, wordt de inwerkingtreding van artikel II van de Wet maatregelen middenhuur uitgesteld.

De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven