Wet van 24 april 2019 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband met enkele spoedreparaties inzake de fiscale eenheid (Wet spoedreparatie fiscale eenheid)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het fiscale-eenheidsregime in de vennootschapsbelasting door middel van enkele spoedreparaties in overeenstemming te brengen met het recht van de Europese Unie;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 15 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 16. In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid worden de artikelen 10a, 13, negende tot en met vijftiende en zeventiende lid, 13l en 20a, met inachtneming van alle regelingen die daarmee verband houden, toegepast als ware er geen fiscale eenheid in de zin van dit artikel. Voor zover door de toepassing van de eerste zin bij een maatschappij winst tot uitdrukking komt en die winst zonder toepassing van die zin niet tot uitdrukking zou komen bij de fiscale eenheid, wordt die winst bij het bepalen van de winst van de fiscale eenheid in aanmerking genomen.

  • 17. Voor de toepassing van het zestiende lid worden onder de verliezen, bedoeld in artikel 20a, verstaan de verliezen toerekenbaar aan een belastingplichtige als ware er geen fiscale eenheid in de zin van dit artikel. Voor zover door de toepassing van de eerste zin de verliezen niet langer voorwaarts verrekenbaar zijn, kunnen die verliezen niet voorwaarts worden verrekend met de belastbare winst van de belastingplichtige waarin het uiteindelijke belang in belangrijke mate is gewijzigd als bedoeld in artikel 20a. De eerste en tweede zin zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de verrekening van verliezen met de belastbare winsten of binnenlandse inkomens uit voorafgaande jaren, bedoeld in artikel 20a, negende lid.

B

In artikel 15, zestiende lid, wordt «13, negende tot en met vijftiende en zeventiende lid, 13l» vervangen door «13, negende tot en met vijftiende en zeventiende lid, 13a».

Ba

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zestiende lid wordt «13a en 20a» vervangen door «13a, 15ba en 20a».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 18. Voor de toepassing van het zestiende lid worden onder de saldi aan renten, bedoeld in artikel 15ba, verstaan de saldi aan renten toerekenbaar aan een belastingplichtige als ware er geen fiscale eenheid in de zin van dit artikel. Voor zover door de toepassing van de eerste zin de saldi aan renten niet langer kunnen worden voortgewenteld naar het volgende jaar, kunnen die saldi aan renten niet in aftrek komen bij het bepalen van de winst van de belastingplichtige waarin het uiteindelijke belang in belangrijke mate is gewijzigd als bedoeld in artikel 15ba.

C

[vervallen]

ARTIKEL II

In de Wet op de dividendbelasting 1965 vervalt in artikel 11 het vierde lid onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid.

ARTIKEL III

Artikel 15, zestiende lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 vindt met betrekking tot de toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 tot en met 31 december 2018 geen toepassing met betrekking tot renten – kosten en valutaresultaten daaronder begrepen – ter zake van op 25 oktober 2017, 11.00 uur, bestaande schulden rechtens dan wel in feite direct of indirect verschuldigd aan een verbonden lichaam of verbonden natuurlijk persoon, voor zover die schulden rechtens dan wel in feite direct of indirect verband houden met een van de in artikel 10a, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 bedoelde rechtshandelingen die vóór 25 oktober 2017, 11.00 uur, is verricht, mits het bedrag van die renten op al die schulden tezamen zonder toepassing van artikel 10a, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 per twaalf maanden € 100.000 per fiscale eenheid als bedoeld in artikel 15, eerste of tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 niet te boven gaat. De eerste zin vindt geen toepassing ingeval de inspecteur aannemelijk maakt dat aan de schuld of aan de daarmee verband houdende rechtshandeling niet in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen.

ARTIKEL IV

  • 1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat:

    • a. artikel I, onderdeel A, artikel II en artikel III terugwerken tot en met 1 januari 2018;

    • b. artikel I, onderdeel B, terugwerkt tot en met 1 januari 2019.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel Ba, in werking met ingang van 1 januari 2020.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet spoedreparatie fiscale eenheid.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 24 april 2019

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel

Uitgegeven de zestiende mei 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 959

Naar boven