Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2018, 356 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2018, 356 | Wet |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te wijzigen teneinde daarin misslagen en omissies weg te nemen en enkele wetten te actualiseren naar aanleiding van andere wijzigingen in regelgeving, waarbij bepaalde aanpassingen ten onrechte niet zijn meegenomen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Tabaks- en rookwarenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 komt de definitie van reclame te luiden:
elke handeling in de economische sfeer met als doel de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten te bevorderen en elke vorm van commerciële mededeling die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct of aanverwant product tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft, met inbegrip van reclame waarmee, zonder het tabaksproduct of aanverwant product rechtstreeks te noemen, wordt getracht het reclameverbod te omzeilen door gebruik te maken van een naam, merk, symbool of enig ander onderscheidend teken van een tabaksproduct of aanverwant product;
B
In artikel 2, tweede lid, onderdeel a, wordt «verpakkingeneenheden» vervangen door: verpakkingseenheden.
C
Artikel 5, achtste lid, komt te luiden:
8. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het bijzonder voor minderjarigen bestemde goederen en diensten worden aangewezen, die niet bedrijfsmatig mogen worden verstrekt in speciaalzaken en in afgescheiden verkooppunten van tabaksproducten of aanverwante producten in levensmiddelenzaken en warenhuizen, indien daar reclame voor tabaksproducten of aanverwante producten wordt gemaakt.
D
In artikel 5b, vierde lid, wordt «artikel 5, derde lid» vervangen door: artikel 5, zesde lid.
E
Artikel 9a wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor de verschillende producten kunnen verschillende regels worden vastgesteld.
2. Het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. het aanwijzen van een natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor het verifiëren dat de tabaksproducten of aanverwante producten voldoen aan de eisen bij of krachtens deze wet gesteld;.
F
Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In verband met door landen van bestemming gestelde eisen met betrekking tot tabaksproducten of aanverwante producten kan degene die tabaksproducten of aanverwante producten anders dan in doorvoer buiten Nederland wil brengen, Onze Minister verzoeken een verklaring af te geven omtrent de tabaksproducten en aanverwante producten.
2. Onze Minister stelt omtrent de uitvoering van de afgifte van verklaringen nadere regels met betrekking tot de inhoud van de verklaringen en de gronden waarop verklaringen kunnen worden geweigerd. Hierbij kunnen voor verschillende categorieën tabaksproducten en aanverwante producten verschillende regels worden gesteld.
G
Aan artikel 19, eerste lid, wordt voor het leesteken punt ingevoegd: en met de behandeling van een aanvraag van een document dat Onze Minister bij of krachtens deze wet kan verstrekken.
De Warenwet wordt als volgt gewijzigd:
aA
Aan artikel 7a wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Op de ingevolge het eerste lid aangewezen instellingen is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen niet van toepassing, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald.
bA
Aan artikel 13a wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Op de ingevolge het eerste lid aangewezen instantie is de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen niet van toepassing, tenzij bij algemene maatregel van bestuur anders is bepaald.
A
Artikel 13d wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er worden vier leden toegevoegd, luidende:
2. Degene die een waar verhandelt die niet voldoet aan de eisen die zijn gesteld bij of krachtens deze wet, maar die in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een tot een douane-unie strekkend verdrag dat Nederland bindt, dan wel die partij is bij een tot een vrijhandelszone strekkend verdrag dat Nederland bindt, rechtmatig in de handel is gebracht, kan bij Onze Minister een toelatingsbeschikking aanvragen.
3. De toelatingsbeschikking wordt geweigerd indien er technisch of wetenschappelijk bewijs bestaat dat:
a. de weigering gerechtvaardigd is op een van de in artikel 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde gronden van openbaar belang of gezien andere dwingende redenen van openbaar belang; en
b. de weigering geschikt is om het nagestreefde doel te bereiken en niet verder gaat dan nodig om dit doel te verwezenlijken.
4. De toelating kan onder beperkingen worden verleend en aan de toelating kunnen voorwaarden worden verbonden, zodat voldaan wordt aan de eisen bedoeld in het derde lid.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het in het tweede tot en met vierde lid bepaalde met betrekking tot een bij de maatregel aangewezen categorie waren. Hierbij kan een ander bestuursorgaan dan Onze Minister worden aangewezen als het bestuursorgaan waarbij de toelatingsbeschikking voor een bij de maatregel aangewezen categorie waren, wordt aangevraagd.
B
Na artikel 21c van de Warenwet wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In verband met door landen van bestemming gestelde eisen met betrekking tot waren kan degene die waren anders dan in doorvoer buiten Nederland wil brengen, Onze Minister verzoeken een verklaring af te geven omtrent de waren.
2. Een verklaring als bedoeld in het eerste lid, kan in afwijking van het eerste lid ook worden afgegeven door personen in dienst van een privaatrechtelijke rechtspersoon aangewezen krachtens artikel 25a, derde lid, voor zover het betrekking heeft op waren waarop deze personen toezicht houden.
3. Onze Minister stelt omtrent de uitvoering van de in het eerste en tweede lid bedoelde afgifte van verklaringen nadere regels met betrekking tot de inhoud van de verklaringen en de gronden waarop verklaringen kunnen worden geweigerd. Hierbij kunnen voor verschillende categorieën waren verschillende regels worden gesteld.
C
In het eerste en tweede lid van artikel 32k wordt «Bij regeling van Onze Minister» telkens vervangen door «Onze Minister» en «tijdelijk worden verboden» door: tijdelijk verbieden.
1. Artikel III van de Wet van 11 november 1999 tot wijziging van de Warenwet in verband met de invoering van bestuursrechtelijke boeten wegens overtredingen van voorschriften bij of krachtens de Warenwet gesteld (Stb. 1999, 502) vervalt.
2. Artikel III van de Wet van 8 november 2001 tot wijziging van de Vleeskeuringswet en de Warenwet inzake de heffing van retributies (Stb. 2001, 601) vervalt.
3. Artikel III van de Wet van 2 oktober 2008 tot wijziging van de Warenwet in verband met de opneming van de mogelijkheid om een last onder bestuursdwang op te leggen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2008, 431) vervalt.
1. Artikel II van de Wijzigingswet 1988 Warenwet vervalt.
2. Na inwerkingtreding van dit artikel berust het Glasartikelenbesluit (Warenwet) op artikel 8, eerste lid, onder b, van de Warenwet.
3. Na inwerkingtreding van dit artikel berust het Spaanplaatbesluit (Warenwet) op artikel 4, eerste, tweede en derde lid, van de Warenwet.
4. Na inwerkingtreding van dit artikel berust het Besluit draagbaar klimmaterieel (Warenwet) op de artikelen 4, eerste en tweede lid, 7, 8, eerste lid, onder a, en 14 van de Warenwet.
Artikel 1 van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 3° wordt in de zinsnede met betrekking tot de Warenwet «27, derde lid» vervangen door: 27, tweede lid.
2. In onderdeel 4° vervalt de zinsnede «de Wijzigingswet 1988 Warenwet, artikel II, tweede en vijfde lid» en wordt in de zinsnede met betrekking tot de Warenwet na «21b» toegevoegd: 24, vijfde lid.
De Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
elektronisch systeem van een zorgaanbieder voor het verwerken van persoonsgegevens in een dossier, niet zijnde een elektronisch uitwisselingssysteem;.
B
Na artikel 15i wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de functionele, technische en organisatorische maatregelen voor het beheer, de beveiliging en het gebruik van een zorginformatiesysteem of een elektronisch uitwisselingssysteem.
2. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan en kan niet eerder dan zes weken na het besluit van die kamer der Staten-Generaal een nieuw ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
In artikel 31h, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door: artikel 68, tweede lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.
In artikel 35d, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door: artikel 68, tweede lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.
In artikel 28h, tweede lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door: artikel 68, tweede lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.
In de artikelen 12, vierde lid, en 13, derde lid, van de Wet inzake bloedvoorziening wordt «Artikel 3, derde en vierde lid» vervangen door «Artikel 3, derde en vijfde lid».
De Wet langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6.1.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel g wordt «artikel 69 van de Zorgverzekeringswet» vervangen door: de artikelen 68, 69, 69a en 69b van de Zorgverzekeringswet.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
j. de verstrekking van de vergoedingen, bedoeld in artikel 123, zesde en achtste lid, van de Zorgverzekeringswet;
k. de taken van bevoegd orgaan als bedoeld in artikel 1, onderdeel q, onder iii, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166) en in verdragen inzake sociale zekerheid ten behoeve van personen bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, voor zover Onze Minister voor deze taken geen andere rechtspersoon heeft aangewezen;
l. de taken van verbindingsorgaan als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2009, L 284) en in verdragen inzake sociale zekerheid.
B
In artikel 11.3.5, eerste lid, wordt «Vier jaar na inwerkingtreding van deze wet» vervangen door: Op het tijdstip waarop de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking treedt.
Artikel 4.2.11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «doch uiterlijk voor 1 juni van het jaar volgend op het jaar waarop het verslag ziet» vervangen door: doch uiterlijk voor 1 juni, of 15 juli, indien het verslag betrekking heeft op een AMHK dat valt onder een gemeenschappelijke regeling in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen, van het jaar volgend op het jaar waarop het verslag ziet.
2. In het vijfde lid wordt «Het AMHK zendt het verslag voor 1 juni van het jaar van vaststelling» vervangen door: Het AMHK zendt het verslag voor 1 juni of 15 juli, indien het verslag betrekking heeft op een AMHK dat valt onder een gemeenschappelijke regeling in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen, van het jaar van vaststelling.
De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel v door een puntkomma wordt aan artikel 1 een onderdeel toegevoegd, luidende:
rechtspersoon, niet zijnde het CAK, die door Onze Minister is aangewezen voor bepaalde taken van bevoegd orgaan als bedoeld in artikel 1, onderdeel q, onder iii, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166) en in verdragen inzake sociale zekerheid ten behoeve van personen bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.
B
In artikel 2, vijfde lid, wordt «het orgaan van de woonplaats of het orgaan van de verblijfplaats» vervangen door: het orgaan van de woonplaats, het orgaan van de verblijfplaats of het bevoegd orgaan.
C
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel f vervalt «artikel 118a van de Zorgverzekeringswet en ».
2. Onderdeel g, luidende «g. toezicht op de naleving van artikel 66d, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet;» vervalt.
3. Onderdeel j vervalt.
4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een puntkomma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
l. toezicht op de rechtmatige uitvoering door het bevoegd orgaan van hetgeen is geregeld bij of krachtens, voor zover het zorg betreft, de socialezekerheidsverordening, de toepassingsverordening en de verdragen inzake sociale zekerheid waarbij Nederland partij is;
m. toezicht op de rechtmatige uitvoering door het CAK van hetgeen bij of krachtens de Zorgverzekeringswet, met uitzondering van de artikelen 69a, 69b, 70 en 122a van die wet, en de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet is geregeld alsmede van de taken, bedoeld in artikel 6.1.2, onderdeel l, van de Wet langdurige zorg.
D
Artikel 27 komt te luiden:
1. De zorgautoriteit kan regels stellen met betrekking tot de controle door zorgverzekeraars, de inhoud en inrichting van het accountantsverslag, bedoeld in artikel 38 van de Zorgverzekeringswet, en van het aan dat verslag ten grondslag liggende onderzoek.
2. Het CAK zendt voor 1 juli aan de zorgautoriteit een financieel verslag waarin het rapporteert over de uitvoering in het voorafgaande jaar van hetgeen bij of krachtens de Zorgverzekeringswet, met uitzondering van de artikelen 69a, 69b, 70 en 122a van die wet en de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet is geregeld en van de taken, bedoeld in artikel 6.1.2, onderdeel l, van de Wet langdurige zorg.
3. Het financieel verslag gaat vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede van een verslag van zijn bevindingen over de ordelijkheid en controleerbaarheid van het gevoerde financiële beheer.
4. Het CAK zendt voor 1 juli aan de zorgautoriteit in tweevoud een uitvoeringsverslag waarin het rapporteert over de uitvoering in het voorafgaande jaar van hetgeen bij of krachtens de Zorgverzekeringswet, met uitzondering van de artikelen 69a, 69b, 70 en 122a van die wet, en de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet is geregeld en van de taken, bedoeld in artikel 6.1.2, onderdeel l, van de Wet langdurige zorg.
5. Het CAK voegt bij het uitvoeringsverslag twee exemplaren van een verslag met bevindingen van een accountant als bedoeld in artikel 393 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek over de vraag of:
a. het uitvoeringsverslag overeenkomstig het vierde lid en het daaromtrent krachtens het zesde lid bepaalde is opgesteld;
b. de uitvoering is geschied overeenkomstig de verplichtingen die bij of krachtens de wet in het voorafgaande jaar op het CAK rustten.
6. De zorgautoriteit stelt nadere regels vast omtrent de inhoud en inrichting van het financieel verslag, het uitvoeringsverslag, de verklaring, bedoeld in het derde lid, en van het verslag, bedoeld in het vijfde lid.
7. De zorgautoriteit zendt het Zorginstituut onverwijld een exemplaar van de in het tweede tot en met vijfde lid, bedoelde stukken.
E
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «de in artikel 6.1.2 van de Wet langdurige zorg bedoelde taken» vervangen door: de in artikel 6.1.2, onderdelen a, b, c en l, van de Wet langdurige zorg bedoelde taken.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. de inhoud en inrichting van het accountantsverslag, bedoeld in artikel 4.3.2 van de Wet langdurige zorg.
F
In artikel 31a, tweede lid, wordt «De organen van de woonplaats en van de verblijfplaats» vervangen door: De organen van de woonplaats en van de verblijfplaats en het bevoegd orgaan.
G
Artikel 31b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt «het orgaan van de woonplaats of het orgaan van de verblijfplaats» vervangen door: het orgaan van de woonplaats, het orgaan van de verblijfplaats of het bevoegd orgaan.
2. In het tweede lid wordt «Zorginstituut» vervangen door: CAK.
H
In artikel 31c wordt «het orgaan van de woonplaats of het orgaan van de verblijfplaats» vervangen door: het orgaan van de woonplaats, het orgaan van de verblijfplaats of het bevoegd orgaan.
I
In artikel 31d, eerste en derde lid, wordt «De organen van de woonplaats en van de verblijfplaats» vervangen door: De organen van de woonplaats en van de verblijfplaats en het bevoegd orgaan.
J
Artikel 31e, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. «Zorginstituut» wordt vervangen door: CAK;
2. «de organen van de woonplaats en van de verblijfplaats» wordt vervangen door: De organen van de woonplaats en van de verblijfplaats en het bevoegd orgaan.
K
In artikel 35, vijfde lid, wordt «op het orgaan van de woonplaats en op het orgaan van de verblijfplaats» vervangen door: op het orgaan van de woonplaats, op het orgaan van de verblijfplaats en op het bevoegd orgaan.
L
In artikel 36a, eerste en tweede lid, wordt «organen van de woonplaats en van de verblijfplaats» vervangen door: organen van de woonplaats en van de verblijfplaats en het bevoegd orgaan.
M
In artikel 69, eerste lid, wordt «en organen van de woonplaats en van de verblijfplaats» vervangen door: , organen van de woonplaats en van de verblijfplaats en bevoegde organen.
N
In artikel 78, tweede lid, vervalt «artikel 118a van de Zorgverzekeringswet en ».
O
In artikel 78a wordt «van haar taak, bedoeld in artikel 16, onder g» vervangen door: van haar taak, bedoeld in artikel 16, onder h.
P
In artikel 78d wordt «een orgaan van de woonplaats of een orgaan van de verblijfplaats» vervangen door: een orgaan van de woonplaats, een orgaan van de verblijfplaats of een bevoegd orgaan.
Q
Na artikel 78d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De zorgautoriteit kan uit hoofde van haar taak, bedoeld in artikel 16, onder m, een aanwijzing geven aan het CAK indien het CAK niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet en de Zorgverzekeringswet is geregeld, met uitzondering van de artikelen 69a, 69b, 70 en 122a van de Zorgverzekeringswet.
R
In artikel 79, eerste lid, wordt «de artikelen 76 tot en met 78d» vervangen door: de artikelen 76 tot en met 78e.
S
Artikel 84 komt te luiden:
De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 65, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid wordt «het Staatstoezicht op de volksgezondheid» vervangen door «de inspectie».
B
In artikel 68a, onderdeel k, wordt «artikel 58j, eerste lid» vervangen door «artikel 68j, eerste lid».
De Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 20, eerste en tweede lid, en artikel 21, eerste en tweede lid, wordt «artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door: artikel 68, eerste lid, of artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.
B
In artikel 23a, tweede lid, wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door: artikel 68, tweede lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.
De Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 14, tweede en derde lid, artikel 15, eerste en tweede lid, en artikel 17a, tweede lid, wordt «artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door: artikel 68, eerste lid, of artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.
B
In artikel 17a, tweede lid, wordt «artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door: artikel 68, tweede lid, of artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.
In artikel 2 van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal wordt «Wet op de Geneesmiddelenvoorziening» vervangen door: Geneesmiddelenwet.
De Wet op de zorgtoeslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «of in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet» wordt vervangen door: , in artikel 68 van de Zorgverzekeringswet of in artikel 69 van die wet.
2. De zinsnede «de verzekerde, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van die wet» wordt vervangen door: de verzekerde, bedoeld in artikel 24, eerste of tweede lid, van die wet.
B
Onder vernummering van het derde lid tot vijfde lid worden in artikel 5 twee leden ingevoegd, luidende:
3. De persoon, bedoeld in artikel 68 van de Zorgverzekeringswet, wordt geacht, zo nodig in afwijking van artikel 15, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, tijdig een aanvraag als bedoeld in laatstgenoemd artikel te hebben gedaan voor de berekeningsjaren in de periode gelegen tussen de ingangsdatum van de verzekeringplicht voor de Zorgverzekeringswet en het moment waarop hij van het CAK een kennisgeving heeft ontvangen van de verplichting om een zorgverzekering af te sluiten.
4. Voor de toepassing van artikel 16, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt in het geval, bedoeld in het derde lid, de aanvraag geacht te zijn gedaan op het moment waarop de Belastingdienst/Toeslagen van het CAK een afschrift heeft ontvangen van de kennisgeving, bedoeld in artikel 68, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.
De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 19, vierde lid, wordt toegevoegd: , tenzij het aan de verzekerde te wijten is dat de rekening niet voor die dag is ingediend.
B
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. in onderdeel g wordt «artikel 18g, vierde lid» vervangen door: artikel 18g, zesde lid;
b. onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel k door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
l. de bijdragen, bedoeld in artikel 68, tweede lid.
2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. in onderdeel i wordt «artikel 123, vijfde lid» vervangen door: artikel 123, zesde en achtste lid;
b. onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
j. de vergoedingen, bedoeld in artikel 68, eerste lid.
Ba
In artikel 49, vierde lid, wordt «Artikel 13bis, vijftiende en negentiende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964» vervangen door: Artikel 13bis, elfde en vijftiende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
C
Na artikel 67 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het CAK kan onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden aan personen die met toepassing van een Verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie dan wel toepassing van zodanige verordening krachtens de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte met terugwerkende kracht van langer dan vier maanden verzekeringsplichtig worden ingevolge deze wet een bij ministeriële regeling te bepalen vergoeding verstrekken van de kosten van zorg over de periode gelegen tussen de ingangsdatum van de verzekeringplicht voor deze wet en het moment waarop zij van het CAK een kennisgeving hebben ontvangen van de verplichting om een zorgverzekering af te sluiten.
2. De personen, bedoeld in het eerste lid, zijn een bij ministeriële regeling te bepalen bijdrage verschuldigd, die voor een bij die regeling te bepalen gedeelte, voor de toepassing van de Wet op de zorgtoeslag als premie voor een zorgverzekering wordt beschouwd.
3. Het CAK zendt een afschrift van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, aan de Belastingdienst/Toeslagen.
4. Het CAK is belast met het nemen van beschikkingen over de heffing en de inning van de bijdragen, bedoeld in het tweede lid.
5. Het CAK kan de bijdragen, bedoeld in het tweede lid, bij dwangbevel invorderen.
6. Het CAK gebruikt voor de uitvoering van dit artikel het burgerservicenummer van de personen, bedoeld in het eerste lid.
7. Het CAK is bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid als bedoeld in artikel 9 van de Algemene verordening gegevensbescherming, van de personen, bedoeld in eerste lid, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit artikel.
8. Het CAK is de verwerkingsverantwoordelijke, bedoeld in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming.
9. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop het CAK zijn taak, bedoeld in dit artikel, uitoefent.
10. De zorgverzekering, afgesloten door een persoon die in aanmerking komt voor een vergoeding, bedoeld in het eerste lid, werkt, zo nodig in afwijking van artikel 925, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, terug indien zij ingaat binnen vier maanden na ontvangst van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, tot en met de dag waarop die kennisgeving is ontvangen.
D
Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Verordening van de Raad van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
19. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 6.1.2, onderdelen k en l, van de Wet langdurige zorg, van het CAK.
E
In de artikelen 69a en 69b wordt «Zorginstituut» telkens vervangen door: CAK.
F
Artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid vervalt.
2. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.
G
In artikel 73a, eerste lid, onderdeel b, wordt «de bijdrage, bedoeld in artikel 34» vervangen door: de bijdragen, bedoeld in artikel 34.
H
Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de jaarrekening, bedoeld in artikel 74, en de begroting, bedoeld in artikel 122a, zevende lid» vervangen door: en de jaarrekening, bedoeld in artikel 74.
2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. in onderdeel b wordt «de begrotingen, bedoeld in artikel 122a, zevende lid, alsmede in artikel 26 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen» vervangen door: de begroting, bedoeld in artikel 26 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
b. in onderdeel h wordt «de jaarverslagen, bedoeld in artikel 122a, tiende lid, alsmede in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen» vervangen door: het jaarverslag, bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
I
Artikel 92 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «door het Zorginstituut of het CAK» vervangen door: door het CAK.
2. In het tweede lid wordt «Het Zorginstituut» vervangen door: Het CAK.
J
Artikel 123 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «verordening van de Raad van de Europese Gemeenschappen» vervangen door: verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.
2. Het tweede tot en met zesde, zevende en achtste lid worden vernummerd tot derde tot en met zevende, tiende respectievelijk elfde lid.
3. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Onze Minister wijst de organen van de woonplaats en de organen van de verblijfplaats aan.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt «het tweede lid» vervangen door: het derde lid.
5. In het vijfde lid (nieuw) wordt «het tweede en derde lid» vervangen door: het derde en vierde lid.
6. Het zevende lid (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:
a. in de aanhef wordt na «vergoeding» ingevoegd: als bedoeld in het zesde lid;
b. in de onderdelen a en b wordt «het vijfde lid» vervangen door: het zesde lid;
c. in onderdeel b wordt «het tweede lid» vervangen door: het derde lid.
7. Na het zevende lid (nieuw) worden twee leden ingevoegd, luidende:
8. Het CAK verstrekt aan het orgaan van de verblijfplaats een vergoeding voor:
a. de kosten die het orgaan van de verblijfplaats heeft betaald voor het doen verlenen van zorg of andere diensten in de zin van deze wet of de Wet langdurige zorg ten behoeve van een persoon zonder verdragsrecht;
b. de incassokosten voor het verhalen van de kosten, bedoeld onder a.
9. Geen vergoeding als bedoeld in het achtste lid wordt verstrekt voor zover:
a. de kosten, bedoeld in het achtste lid, kunnen worden verhaald;
b. de zorgaanbieder of het orgaan van de verblijfplaats er niet op mocht vertrouwen dat de persoon, bedoeld in het achtste lid, beschikte over het verdragsrecht.
8. In het tiende lid (nieuw) en elfde lid (nieuw) wordt «vergoeding» vervangen door: vergoedingen.
De Opiumwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder verlettering van de onderdelen g tot en met i van artikel 1, eerste lid, tot de onderdelen h tot en met j, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (PbEU 2004, nr. L 335), zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2017/2103 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 tot wijziging van het Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad teneinde psychoactieve stoffen in de definitie van «drug» op te nemen en tot intrekking van Besluit 2005/387/JBZ van de Raad;
B
In artikel 3a, eerste lid, wordt telkens vóór de zinsnede «Besluit 2005/387/JBZ» ingevoegd: Kaderbesluit 2004/757/JBZ of het.
In artikel 9 van bijlage 2 en in artikel 2 van bijlage 3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt in de zinsnede met betrekking tot de Zorgverzekeringswet voor «69» ingevoegd: 68, .
In artikel 90, tweede lid, onderdeel i, van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt «artikel 123, vijfde lid» vervangen door: artikel 123, zesde en achtste lid.
Indien artikel I, onderdeel E, subonderdelen 1a, 3 en 5 van de wet van 10 februari 2017 tot wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter regeling van de elektronische sigaret zonder nicotine en nadere regeling van voor roken bestemde kruidenproducten (Stb. 2017, 72) later in werking zijn getreden of treedt dan artikel I, onderdeel C, van deze wet, komt artikel I, onderdeel C, van deze wet als volgt te luiden:
Artikel 5, zevende lid, komt als volgt te luiden:
7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het bijzonder voor minderjarigen bestemde goederen en diensten worden aangewezen, die niet bedrijfsmatig mogen worden verstrekt in speciaalzaken en in afgescheiden verkooppunten van tabaksproducten of aanverwante producten in levensmiddelenzaken en warenhuizen, indien daar reclame voor tabaksproducten of aanverwante producten wordt gemaakt.
Indien artikel I, onderdeel A, van de wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van informatie over de naleving en uitvoering van regelgeving, besluiten tot het opleggen van sancties daarbij inbegrepen, in werking treedt, wordt in dat artikel «e. persoonsgegeven: een gegeven als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet bescherming persoonsgegevens» vervangen door «e. persoonsgegevens: persoonsgegevens als bedoeld in artikel 4, onderdeel 1, van de Algemene verordening gegevensbescherming».
1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum.
2. Artikel XVII, onderdeel I, werkt terug tot en met 1 januari 2017.
3. Artikel XVIII treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te Wassenaar, 3 oktober 2018
Willem-Alexander
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Uitgegeven de drieëntwintigste oktober 2018
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2018-356.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.