Wet van 26 april 2016 tot wijziging van de Tabakswet ter implementatie van Richtlijn 2014/40/EU, inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Tabakswet te wijzigen ter implementatie van Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Tabakswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

  • 1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    aanverwante producten:

    elektronische sigaretten, navulverpakkingen en voor roken bestemde kruidenproducten;

    additief:

    een andere stof dan tabak die aan een tabaksproduct, nicotinehoudende vloeistof, of verpakkingseenheid of buitenverpakking ervan, wordt toegevoegd;

    bijlage:

    de bijlage bij deze wet;

    binnenlandse verkoop op afstand:

    een verkoopovereenkomst tussen een detaillist en een consument die zich beiden in Nederland bevinden en die wordt gesloten in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand zonder gelijktijdige persoonlijke aanwezigheid van detaillist en consument en waarbij, tot en met het moment van het sluiten van de verkoopovereenkomst, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer middelen voor communicatie op afstand;

    buitenverpakking:

    de verpakking waarin tabaksproducten of aanverwante producten in de handel worden gebracht en die een verpakkingseenheid of een aantal verpakkingseenheden bevat, met dien verstande dat onbedrukte cellofaanverpakkingen niet als buitenverpakking worden beschouwd;

    consument:

    een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;

    detaillist:

    verkooppunt waar tabaksproducten en aanverwante producten in de handel worden gebracht, ook als dat door een natuurlijke persoon gebeurt;

    distributeur:

    een natuurlijke persoon of rechtspersoon in de toeleveringsketen van tabaksproducten en aanverwante producten, niet zijnde de producent, importeur of detaillist;

    elektronische sigaret:

    een product dat gebruikt kan worden voor de consumptie van nicotinehoudende damp via een mondstuk, of een onderdeel van dat product, waaronder een patroon, een reservoir en het apparaat zonder patroon of reservoir;

    emissie:

    stoffen die vrijkomen wanneer een tabaksproduct of aanverwant product wordt gebruikt zoals beoogd, zoals stoffen die voorkomen in rook, of stoffen die vrijkomen bij het gebruik van rookloze tabaksproducten;

    Europese Economische Ruimte:

    het geheel van staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

    grensoverschrijdende verkoop op afstand:

    een verkoop op afstand aan consumenten waarbij de consument zich op het tijdstip waarop hij het product bij de detaillist bestelt, in een andere staat van de Europese Economische Ruimte bevindt dan het land waar die detaillist gevestigd is; een detaillist wordt geacht te zijn gevestigd in Nederland:

    • a. in het geval van een natuurlijk persoon: indien de zetel van zijn bedrijf zich in Nederland bevindt;

    • b. in andere gevallen: indien de statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging, met inbegrip van een filiaal, agentschap of enige andere vestiging, van de detaillist zich in Nederland bevindt;

    horeca-inrichting:
    • a. inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet;

    • b. inrichting waarin in ieder geval bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholvrije dranken of etenswaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse;

    importeur van tabaksproducten en aanverwante producten:

    de eigenaar van tabaksproducten en aanverwante producten die in Nederland zijn binnengebracht of een persoon die het recht heeft om over die producten te beschikken;

    in de handel brengen:

    de terbeschikkingstelling van producten aan consumenten in de Europese Economische Ruimte, al dan niet tegen betaling, inclusief via de verkoop op afstand, ongeacht de plaats van productie ervan; in geval van grensoverschrijdende verkoop op afstand wordt het product geacht in de handel te zijn gebracht in Nederland indien de consument zich in Nederland bevindt;

    ingrediënt:

    tabak, een additief, en alle in een gereed tabaksproduct of aanverwant product aanwezige stoffen of elementen, met inbegrip van papier, filters, inkt, capsules en kleefstoffen;

    maximumemissieniveau:

    de maximale hoeveelheid of emissie van een stof in een tabaksproduct, ook als zij nul bedraagt, gemeten in milligram;

    navulverpakking:

    een recipiënt die een nicotinehoudende vloeistof bevat die gebruikt kan worden voor het navullen van een elektronische sigaret;

    nicotine:

    nicotinealkaloïden;

    nicotinehoudende vloeistof:

    nicotinehoudende vloeistof in een elektronische sigaret of navulverpakking;

    Onze Minister:

    Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

    pijptabak:

    tabak die geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding en die uitsluitend bestemd is voor gebruik in een pijp;

    producent:

    een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een tabaksproduct of aanverwant product vervaardigt, laat ontwerpen of laat vervaardigen onder zijn naam of merk en in de handel brengt;

    pruimtabak:

    een tabaksproduct dat niet via een proces van verbranding wordt geconsumeerd en dat uitsluitend voor pruimen bestemd is;

    reclame:

    elke handeling in de economische sfeer met als doel de verkoop van tabaksproducten, elektronische sigaretten en navulverpakkingen te bevorderen en elke vorm van commerciële mededeling die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft, met inbegrip van reclame waarmee, zonder het tabaksproduct, de elektronische sigaret of de navulverpakking rechtstreeks te noemen, wordt getracht het reclameverbod te omzeilen door gebruik te maken van een naam, merk, symbool of enig ander onderscheidend teken van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking;

    rookverbod:

    het verbod tabaksproducten te roken;

    sigaar:

    een tabaksrolletje dat geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding en gelet op de kenmerken en de normale verwachtingen van de consument uitsluitend bestemd is om te worden gerookt en:

    • a. een dekblad van natuurlijke tabak heeft, of

    • b. bestaat uit een gebroken melange, met een dekblad van gereconstitueerde tabak dat de normale kleur heeft van een sigaar en die het product volledig omhult, in voorkomend geval met inbegrip van het filter, doch zonder het mondstuk, en waarvan het gewicht per stuk, zonder filter of mondstuk, niet minder dan 2,3 gram en niet meer dan 10 gram bedraagt en de omtrek over ten minste een derde van de lengte 34 mm of meer bedraagt;

    sponsoring:

    elke openbare of particuliere economische bijdrage aan een activiteit, evenement of persoon, die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking tot doel dan wel tot rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg heeft;

    tabak:

    bladeren en andere natuurlijke, getransformeerde of niet-verwerkte delen van de tabaksplant, met inbegrip van geëxpandeerde en gereconstitueerde tabak;

    tabaks- of elektronische sigarettenspeciaalzaak:

    een inrichting, zijnde een winkel of een onderdeel daarvan, met een afsluitbare eigen toegang, waarin een totaal assortiment aan tabaksproducten of elektronische sigaretten en navulverpakkingen van ten minste 90 merkenversies aanwezig is voor het in de handel brengen en:

    • a. met een verkoopvloeroppervlakte van minimaal 10 m2, of

    • b. met een verkoopvloeroppervlakte van minder dan 10 m2, die reeds voor 1 januari 2001 als tabakszaak of voor 20 mei 2016 als elektronische sigarettenzaak stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    tabaksproducten:

    producten die geconsumeerd kunnen worden en die, al is het slechts ten dele, bestaan uit tabak, ook indien genetisch gemodificeerd;

    tabaksproductenrichtlijn:

    de door Onze Minister aan te wijzen richtlijn;

    tabak voor oraal gebruik:

    alle geheel of gedeeltelijk uit tabak bestaande tabaksproducten voor oraal gebruik, met uitzondering van producten die bestemd zijn om te worden geïnhaleerd of gepruimd, in de vorm van poeder, fijne deeltjes of een combinatie van deze vormen, met name die welke in portiezakjes of poreuze builtjes worden aangeboden; en

    teer:

    het ongezuiverde water- en nicotinevrije condensaat van rook;

    verkooppunt van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen:

    iedere plaats waar tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen aanwezig zijn voor het in de handel brengen;

    verpakkingseenheid:

    de kleinste individuele verpakking van een tabaksproduct of aanverwant product dat in de handel wordt gebracht;

    voor roken bestemd kruidenproduct:

    een product op basis van planten, kruiden of fruit dat geen tabak bevat en geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding;

    werkgever:

    de werkgever, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, en tweede lid, onder a, sub 1, van de Arbeidsomstandighedenwet, met inbegrip van degene die een persoon als vrijwilliger als bedoeld in artikel 1, derde lid, onder l, van die wet arbeid laat verrichten;

    werknemer:

    degene die arbeid verricht voor de werkgever.

  • 2. Het bij of krachtens deze wet bepaalde is niet van toepassing op een elektronische sigaret of navulverpakking waarvoor een handelsvergunning is vereist op grond van artikel 40, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet of een elektronische sigaret waarvoor een CE-markering is vereist op grond van artikel 7 van het Besluit medische hulpmiddelen.

B

De titel van paragraaf 2 komt te luiden:

§ 2. Aanduiding, samenstelling, verbod en informatieverstrekking tabaksproducten en aanverwante producten

C

De artikelen 2, 3, 3a en 3b komen als volgt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden in het belang van de volksgezondheid eisen gesteld aan tabaksproducten, elektronische sigaretten, navulverpakkingen en nicotinehoudende vloeistof met betrekking tot maximumemissieniveaus en ingrediënten en worden technische eisen gesteld, en kunnen methoden van onderzoek worden aangewezen die bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of met betrekking tot een product al dan niet aan de daaraan gestelde eisen is voldaan.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden in het belang van de volksgezondheid eisen gesteld aan de verpakkingseenheid en de buitenverpakking van tabaksproducten en aanverwante producten. De eisen hebben betrekking op:

    • a. de aanduidingen op verpakkingeneenheden en buitenverpakkingen;

    • b. de hoeveelheid of het aantal stuks dat is verpakt;

    • c. de presentatie van het product;

    • d. de sluiting, vorm, afmetingen en materiaal van de verpakkingseenheid of de buitenverpakking; en

    • e. andere elementen van de verpakkingseenheid en de buitenverpakking die gebruikt kunnen worden om een onderscheid te maken tussen de verschillende merken van een tabaksproduct of een aanverwant product.

  • 3. De op grond van het tweede lid gestelde eisen kunnen voor verschillende producten verschillend worden vastgesteld.

  • 4. Afbeeldingen van een verpakkingseenheid of een buitenverpakking die gericht zijn op consumenten in de Europese Economische Ruimte, moeten voldoen aan de eisen gesteld krachtens het tweede lid. Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot het in de vorige volzin gestelde.

  • 5. De verpakkingseenheid van een elektronische sigaret en een navulverpakking bevat een bijsluiter. Onze Minister stelt nadere regels over de inhoud van de bijsluiter.

Artikel 3

  • 1. Het is verboden om nicotinehoudende vloeistof, tabaksproducten en aanverwante producten in de handel te brengen, indien die producten niet aan de krachtens artikel 2, eerste, tweede, en vijfde lid, gestelde eisen voldoen.

  • 2. Het is verboden om nieuwe of gewijzigde tabaksproducten en aanverwante producten in de handel te brengen indien ten aanzien van deze producten niet is voldaan aan de eisen gesteld bij of krachtens artikel 3b.

Artikel 3a

Het is verboden tabak voor oraal gebruik in de handel te brengen.

Artikel 3b

  • 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de door producenten en importeurs van tabaksproducten en aanverwante producten in te dienen gegevens bij Onze Minister of bij de Europese Commissie. Voor producenten en importeurs van verschillende tabaksproducten en aanverwante producten kunnen verschillende regels worden gesteld. Deze regels kunnen betrekking hebben op:

    • a. de inhoud van de in te dienen gegevens;

    • b. het tijdstip en de wijze waarop de gegevens worden ingediend;

    • c. de uit te voeren studies en proeven en de beoordeling daarvan door een onafhankelijke wetenschappelijke instantie; en

    • d. de bij te voegen bescheiden.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen kleine en middelgrote ondernemingen als bedoeld in de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PbEU 2003, L 124) worden vrijgesteld van de verplichting tot het uitvoeren van studies, indien een andere producent of importeur de studie heeft uitgevoerd en daarover een verslag heeft opgesteld.

  • 3. Onze Minister draagt op een door hem te bepalen wijze zorg voor openbaarmaking van bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen in te dienen bescheiden en gegevens. Bij de openbaarmaking houdt Onze Minister naar behoren rekening met de noodzaak om bedrijfsgeheimen te beschermen.

  • 4. Ingediende gegevens en bescheiden kunnen door Onze Minister met de Europese Commissie of de andere staten van de Europese Economische Ruimte worden gedeeld.

  • 5. Indien een producent van een tabaksproduct of aanverwant product in Nederland is gevestigd, berust de verplichting om de gegevens in te dienen in eerste plaats bij de producent. Indien de importeur in Nederland en de producent buiten Europese Economische Ruimte is gevestigd, berust de verplichting om gegevens in te dienen in de eerste plaats bij de importeur. Indien de producent en de importeur beiden buiten Europese Economische Ruimte zijn gevestigd, zijn zij hoofdelijk verplicht de gegevens in te dienen.

D

Artikel 3c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «wat het gehalte is aan» vervangen door: wat het maximumemissieniveau is van.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De metingen en onderzoekingen voor de maximumemissieniveaus van teer, nicotine en koolmonoxide worden geverifieerd door laboratoria die zijn erkend door en onder toezicht staan van Onze Minister.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van bindende besluiten van een instelling van de Europese Unie metingen en onderzoekingen van maximumemissieniveaus worden aangewezen die worden geverifieerd door laboratoria die zijn erkend en onder toezicht staan van Onze Minister.

E

Artikel 3e komt te luiden:

Artikel 3e

  • 1. Producenten, importeurs en distributeurs van elektronische sigaretten en navulverpakkingen zetten een systeem op voor het vergaren van informatie over alle vermoedelijke schadelijke effecten van deze producten op de menselijke gezondheid. De producenten, importeurs en distributeurs van deze producten houden dit systeem bij.

  • 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid.

F

De artikelen 5 en 5a komen als volgt te luiden:

Artikel 5

  • 1. Elke vorm van reclame of sponsoring is verboden.

  • 2. Onder dit verbod wordt eveneens begrepen de onder de reikwijdte van de Mediawet 2008 vallende reclameboodschappen, telewinkelboodschappen, sponsoring en productplaatsing voor tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen, inclusief het gebruik maken van namen, (beeld)merken of andere onderscheidende tekens die door hun sterke gelijkenis bij het publiek redelijkerwijs de indruk geven dat het sponsoring door een producent of verkoper van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen betreft.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is sponsoring van radioprogramma’s toegestaan indien dit geschiedt door ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit niet wordt gevormd door de vervaardiging of de verkoop van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is reclame toegestaan voor andere producten of diensten met dezelfde naam als een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking, die door eenzelfde onderneming of door verschillende ondernemingen in de handel zijn gebracht of worden aangeboden, indien de naam van die andere producten of diensten reeds te goeder trouw wordt gebruikt voor zowel een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking als voor een ander product of dienst. De naam van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking wordt alleen gebruikt indien het in een duidelijk andere presentatievorm wordt gebruikt dan die waarin hij voor een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking wordt gebruikt, met uitsluiting van enig ander onderscheidend teken dan naam, merk en symbool, dat reeds voor een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking wordt gebruikt. Dit lid is niet van toepassing op reclameboodschappen, telewinkelboodschappen, sponsoring en productplaatsing die onder de reikwijdte van de Mediawet 2008 vallen.

  • 5. Het eerste lid geldt evenmin voor:

    • a. commerciële mededelingen in de pers en andere gedrukte publicaties, alsmede in diensten van de informatiemaatschappij, die de aanprijzing van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg hebben, en die:

      • 1°. uitsluitend bestemd zijn voor personen die werkzaam zijn in de handel in tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen; of

      • 2°. worden gedrukt en uitgegeven in, dan wel worden verleend vanuit landen buiten de Europese Economische Ruimte, mits deze niet hoofdzakelijk voor landen binnen de Europese Economische Ruimte bestemd zijn;

    • b. de reguliere presentatie van te koop aangeboden tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen door middel van het tonen daarvan in een gesloten verpakking tegen een neutrale achtergrond en de normale prijsaanduiding daarvan in verkooppunten van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen, met dien verstande dat de eis van gesloten verpakking niet geldt voor sigaar, pijptabak en pruimtabak in een tabaks- of elektronische sigarettenspeciaalzaak;

    • c. uitsluitend voor de koper van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen bestemde reclame in een tabaks- of elektronische sigarettenspeciaalzaak of aan de voorgevel daarvan, dan wel in een met een afsluitbare eigen toegang duidelijk afgescheiden verkooppunt van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen in een levensmiddelenzaak of een warenhuis, mits de reclame niet op minderjarigen is gericht en:

      • 1°. aan de voorgevel van een tabaks- of elektronische sigarettenspeciaalzaak in totaal niet meer dan 2m2 beslaat;

      • 2°. voor zover aanwezig in een afgescheiden verkooppunt van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen in een levensmiddelenzaak of een warenhuis alleen is bevestigd aan, op, in of tegen het gedeelte van de besloten ruimte dat bestemd is voor de presentatie van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen en uitsluitend is gericht op personen die in het verkooppunt zelf aanwezig zijn;

      • 3°. voldoet aan de bij ministeriële regeling te stellen voorschriften.

  • 6. Iedere uitreiking om niet of tegen een symbolische vergoeding, die het aanprijzen van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking ten doel of tot rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg heeft, is verboden.

  • 7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het bijzonder voor minderjarigen bestemde goederen en diensten worden aangewezen, die niet bedrijfsmatig mogen worden verstrekt in tabaks- of elektronische sigarettenspeciaalzaken en in afgescheiden verkooppunten van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen in levensmiddelenzaken en warenhuizen, indien daar reclame voor tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen wordt gemaakt.

Artikel 5a

  • 1. Het is verboden om voor een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking een naam, merk, symbool of enig ander onderscheidend teken van een ander product of van een andere dienst te gebruiken. Dit verbod geldt niet voor:

    • a. een tabaksproduct dat reeds vóór 7 november 2002 onder de naam, het merk of symbool, dan wel met het onderscheidend teken van een ander product of van een andere dienst in de handel was;

    • b. een elektronische sigaret of navulverpakking die reeds vóór 20 mei 2016 onder de naam, het merk of symbool, dan wel met het onderscheidend teken van een ander product of van een andere dienst in de handel was.

  • 2. Het is verboden om voor producten of diensten een naam, merk, symbool of enig ander onderscheidend teken te gebruiken dat eerder al voor een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking werd gebruikt, tenzij de naam, het merk, het symbool of het andere onderscheidende teken van het product of de dienst in een duidelijk andere vorm dan die van het tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking wordt gepresenteerd. Dit verbod geldt niet voor:

    • a. een ander product of een andere dienst die reeds vóór 7 november 2002 onder de naam, het merk of symbool, dan wel met het onderscheidend teken van een tabaksproduct in de handel was;

    • b. een ander product of een andere dienst die reeds vóór 20 mei 2016 onder de naam, het merk of symbool, dan wel met het onderscheidend teken van een elektronische sigaret of navulverpakking in de handel was.

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het gebruik van een naam, merk, symbool of enig ander onderscheidend teken van een tabaksproduct voor een elektronische sigaret of navulverpakking of het gebruik van een naam, merk, symbool of enig ander onderscheidend teken van een elektronische sigaret of navulverpakking voor tabaksproducten.

G

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «tabaksproducten» vervangen door: «tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen» en «tabaksproduct» wordt telkens vervangen door: tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking.

2. In het derde lid wordt «tabaksproducten» telkens vervangen door: tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen.

H

In artikel 8a, eerste lid, wordt «tabaksproducten» telkens vervangen door: tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen.

I

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «tabaksproducten» vervangen door: tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen.

2. Onder vernummering van het vierde tot het derde lid, vervalt het derde lid.

3. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen methoden voor het in de handel brengen van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen zonder ter hand stelling door tussenkomst van een verstrekkende persoon worden verboden. Op het verbod kunnen bij algemene maatregel van bestuur beperkingen worden aangebracht.

J

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a

  • 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt binnenlandse verkoop op afstand of grensoverschrijdende verkoop op afstand van tabaksproducten, elektronische sigaretten en navulverpakkingen aan consumenten verboden of worden daaraan eisen gesteld.

  • 2. De eisen bedoeld in het eerste lid, kunnen ten minste betrekking hebben op:

    • a. het registreren van detaillisten die grensoverschrijdende verkoop op afstand verrichten aan consumenten;

    • b. het openbaar maken van de geregistreerde detaillisten;

    • c. het aanwijzen van een natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor het verifiëren dat de tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen voldoen aan de eisen bij of krachtens deze wet gesteld;

    • d. het hanteren van een leeftijdsverificatiesysteem; of

    • e. het beperken van de mogelijkheden voor detaillisten om persoonsgegevens van consumenten te verwerken.

  • 3. Het is verboden om vanuit Nederland grensoverschrijdende verkoop op afstand van tabaksproducten, elektronische sigaretten en navulverpakkingen te verrichten aan consumenten in staten van de Europese Economische Ruimte waar deze grensoverschrijdende verkoop op afstand verboden is.

Ja

In artikel 10 wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het instellen, aanduiden en handhaven van een rookverbod op de terreinen behorende tot een gebouw of inrichting, die in gebruik zijn bij een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra, of een instelling als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen de verschillende scholen en instellingen.

K

Artikel 11b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «9, 10» vervangen door: 9, 9a, 10, 17a.

2. In het tweede lid, onder a, wordt «tabaksproducten» vervangen door: tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen».

L

In artikel 12 wordt na «krachtens» ingevoegd «artikel 2, tweede lid,» en wordt «artikel 9, vierde lid» vervangen door: artikel 9, derde lid.

M

Artikel 14 komt te luiden:

Artikel 14

De toezichthouders zijn bevoegd om in het belang van de volksgezondheid en de veiligheid van personen, een last onder bestuursdwang op te leggen ter handhaving van de artikelen 3, tweede lid en 17a, eerste en tweede lid.

N

Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a

  • 1. Indien producenten, importeurs en distributeurs van tabaksproducten en aanverwante producten redenen hebben om aan te nemen dat tabaksproducten of aanverwante producten die bestemd zijn om in de handel te worden gebracht of in de handel zijn gebracht, niet in overeenstemming zijn met het bij of krachtens deze wet bepaalde, nemen zij onmiddellijk de nodige maatregelen om het product in overeenstemming te brengen met de bij of krachtens deze wet gestelde eisen, dan wel het product uit te handel te nemen of terug te roepen, naargelang het geval.

  • 2. Indien een situatie als bedoeld in het eerste lid zich voordoet, stelt de producent, importeur of distributeur onverwijld Onze Minister in kennis, met vermelding van nadere gegevens. De nadere gegevens hebben in elk geval betrekking op het risico voor de menselijke gezondheid en voor de veiligheid en eventuele corrigerende maatregelen die zijn genomen en de resultaten daarvan.

  • 3. Indien Onze Minister vaststelt of op redelijke gronden vreest dat een specifieke elektronische sigaret of een specifieke navulverpakking, dan wel een bepaald type elektronische sigaret of een bepaald type navulverpakking die voldoet aan de eisen gesteld bij of krachtens deze wet, een ernstig risico voor de gezondheid van de mens zou kunnen vormen, kan hij bij ministeriële regeling passende voorlopige maatregelen nemen.

  • 4. Bij ministeriële regeling kunnen bepaalde categorieën van tabaksproducten of aanverwante producten die voldoen aan de eisen gesteld bij of krachtens deze wet, worden verboden, indien dit wordt gerechtvaardigd door de noodzaak de volksgezondheid te beschermen.

O

In artikel 18 wordt «tabaksproducten» vervangen door: tabaksproducten en aanverwante producten.

P

Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19

  • 1. Aan degene ten behoeve van wie werkzaamheden worden verricht, kunnen de kosten ten laste worden gebracht die samenhangen met bij of krachtens deze wet voorgeschreven keuringen, controles, nadere controles, beoordelingen, of de ontvangst, verwerking, analyse, opslag en publicatie van bij of krachtens deze wet verstrekte gegevens en bescheiden.

  • 2. De bedragen ter vergoeding van de in het eerste lid bedoelde kosten worden bij ministeriële regeling vastgesteld.

Q

Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 19a

  • 1. Tabaksproducten die niet voldoen aan de tabaksproductenrichtlijn en die vóór 20 mei 2016 zijn geproduceerd of in het vrije verkeer zijn gebracht en geëtiketteerd in overeenstemming met Richtlijn 2001/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten (PbEG 2001, L 194), zoals gewijzigd en de tekst luidde op 3 april 2014 mogen tot 20 mei 2017 in de handel worden gebracht.

  • 2. Voor roken bestemde kruidenproducten die niet voldoen aan de tabaksproductenrichtlijn en die vóór 20 mei 2016 zijn geproduceerd of in het vrije verkeer zijn gebracht, mogen tot 20 mei 2017 in de handel worden gebracht.

R

Artikel 21 komt te luiden:

Artikel 21

Deze wet wordt aangehaald als: Tabaks- en rookwarenwet.

ARTIKEL II

Artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

de Tabaks- en rookwarenwet, de artikelen 2, 3, 3a, 3b, 3c, 3e, 4, 5, 5a, 7, 8, 9, 9a, 10, 17a en 18.

2. De zinsnede met betrekking tot de Tabakswet vervalt.

ARTIKEL III

De Wet handhaving consumentenbescherming wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 13, eerste lid, van de Tabakswet» vervangen door: artikel 13, eerste lid, van de Tabaks- en rookwarenwet.

2. In het vierde lid wordt «Artikel 11b, tweede lid, van de Tabakswet» vervangen door: Artikel 11b, tweede lid, van de Tabaks- en rookwarenwet.

B

In de Bijlage bij de Wet handhaving consumentenbescherming, onderdeel f, wordt «Artikel 5 van de Tabakswet» vervangen door: Artikel 5 van de Tabaks- en rookwarenwet.

ARTIKEL IV

De artikelen 7 en 11 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht worden als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

Tabaks- en rookwarenwet

2. «Tabakswet» vervalt.

ARTIKEL V

In artikel 3.19 van de Mediawet 2008 wordt «artikel 5 van de Tabakswet» vervangen door: artikel 5 van de Tabaks- en rookwarenwet.

ARTIKEL VI

  • 1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, treedt artikel I, onderdeel Ja, in werking op 1 januari 2020.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 26 april 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Uitgegeven de achttiende mei 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 234

Naar boven