Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van
14 februari 2014, nr. WJZ/564209 (10397), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 167c van de Wet primair onderwijs BES, 218a van de Wet voortgezet
onderwijs BES en 11.6d van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Wassenaar, 1 maart 2014
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker
Uitgegeven de veertiende maart 2014
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten
NOTA VAN TOELICHTING
De Wet primair onderwijs BES, de Wet voortgezet onderwijs BES en de Wet educatie en
beroepsonderwijs BES zijn in 2011 vastgesteld en grotendeels per 1 januari 2011 in
werking getreden. In verband met de aan de Eerste Kamer toegezegde periode van vijf
jaar legislatieve terughoudendheid, en om te zorgen dat de implementatie van deze
nieuwe onderwijswetten zo goed mogelijk zou verlopen, is door de regering besloten
om bepaalde verplichtingen pas op termijn in werking te laten treden. Dat gold ook
voor de verplichting om een klachtregeling vast te stellen en de verplichting om een
medezeggenschapsorgaan in te richten.
Mede op basis van de bevindingen van de onderwijsinspectie is het gewenst om de in
dit besluit genoemde artikelen in werking te laten treden, zodat ouders, personeel
en leerlingen betrokken worden bij de gang van zaken op de scholen in Caribisch Nederland.
Bovendien krijgen zij de mogelijkheid om volgens een wettelijk geregelde procedure
een klacht in te dienen bij een onafhankelijke klachtencommissie.
Medezeggenschap
De schoolbesturen hebben door lumpsum bekostiging meer beleidsvrijheid gekregen. Daarbij
past ook meer horizontaal toezicht, waarin een medezeggenschapsraad een belangrijke
rol kan spelen. Vergroting van de inspraak en betrokkenheid van personeel, ouders
en leerlingen kan voorts een positieve bijdrage leveren aan het verbeteren van het
functioneren van de school en aan het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs.
Daarom is het wenselijk om de in de onderwijswetten BES opgenomen medezeggenschapsbepalingen,
die vooralsnog voorzien in de invoering van een beperkte vorm van medezeggenschap,
per 1 augustus 2014 in werking te laten treden en hiermee niet te wachten, ondanks
de afgesproken legislatieve terughoudendheid.
Klachtenregeling
Met de in de onderwijswetten BES voorziene klachtenregeling wordt een zorgvuldige
behandeling van klachten beoogd. Daarmee is zowel het belang van de betrokkene gediend,
als het belang van de school (een veilig schoolklimaat). Een klachtenregeling heeft
een belangrijke signaalfunctie en kan het bevoegd gezag en de schoolleiding ondersteunen
bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op de school. Daarom
is het wenselijk om de klachtenregeling per 1 augustus 2014 in werking te laten treden
en hiermee evenmin te wachten, ondanks de afgesproken legislatieve terughoudendheid.
Voor de expertisecentra onderwijszorg (EOZ’s) gold reeds de verplichting om een regeling
te treffen voor de afhandeling van klachten.1 Met de inwerkingtreding van de klachtregeling-artikelen voor de scholen, gaat echter
ook voor de EOZ’s een uitgebreidere set eisen gelden. De regels die voor de scholen
gaan gelden, zijn namelijk van overeenkomstige toepassing verklaard op de EOZ’s. Door
dit inwerkingtredingsbesluit krijgt de wetgeving over de klachtenregeling dus ook
voor de EOZ’s nadere invulling.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker