Besluit van 14 maart 2013, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 14 maart 2013 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) (Stb. 89) en de wet van 14 maart 2013 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens) (Stb. 90)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 11 maart 2013, nr. 2013-0000138019, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op artikel V van de wet van 14 maart 2013 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) (Stb. 89) en artikel VI van de wet van 14 maart 2013 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens) (Stb. 90);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst treden de volgende wetten in werking, in de hieronder aangegeven volgorde:

  • 1. De wet van 14 maart 2013 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) (Stb. 89), en

  • 2. De wet van 14 maart 2013 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens) (Stb. 90).

Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 maart 2013

Beatrix

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Uitgegeven de vijftiende maart 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Met de inwerkingtredingsbepaling inhoudende dat de wetten die huurverhogingsvoorstellen mede op grond van inkomens mogelijk maken in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het koninklijk besluit tot inwerkingtreding wordt geplaatst, is afgeweken van de vaste verandermomenten. Dit wordt gerechtvaardigd door het feit dat het voornemen om tot deze wetten te komen al geruime tijd bij verhuurders en huurders bekend is. Voorts is snelle inwerkingtreding van deze wetten nodig teneinde verhuurders de gelegenheid te bieden om voor het eerst per 1 juli 2013 een inkomensafhankelijke huurverhoging voor te stellen.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven