Besluit van 11 november 2013, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de uitvoering van de verordening bouwproducten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 24 september 2013, nr. 2013-0000574494, CZW;

Gelet op de artikelen 2 en 120 van de Woningwet en de verordening nr. 305/2011/EU van het Europees parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PbEU L88);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 oktober 2013, nr. W04.13.0345/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 5 november 2013, nr. 2013-0000685283, CZW;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Bouwbesluit 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De definitie «CE-markering» komt te luiden: CE-markering: CE-markering als bedoeld in artikel 8 van de verordening bouwproducten.

2. Na de definitie «gecorrigeerde loopafstand» worden twee definities ingevoegd, luidende:

geharmoniseerde norm:

norm als bedoeld in artikel 2, elfde lid, van de verordening bouwproducten;

geharmoniseerde technische specificatie:

specificatie als bedoeld in artikel 2, tiende lid, van de verordening bouwproducten;

3. Na de definitie «plasbrandaandachtsgebied» wordt een definitie ingevoegd, luidende:

prestatieverklaring:

verklaring als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de verordening bouwproducten;

4. De definitie «richtlijn bouwproducten» vervalt.

B

In artikel 1.6, wordt «waarvoor de Europese Commissie een geharmoniseerde norm heeft gepubliceerd» vervangen door: waarvoor overeenkomstig de verordening bouwproducten een geharmoniseerde norm is vastgesteld.

C

Artikel 1.7 vervalt.

D

Artikel 1.8 komt te luiden:

Artikel 1.8 Toepassing CE-markering en kwaliteitsverklaringen

  • 1. Indien een bouwproduct, waarop een CE-markering is aangebracht, aan bepaalde prestaties moet voldoen zodat het bouwwerk waarin het wordt toegepast voldoet aan een bij of krachtens dit besluit gestelde eis, is aan die eis voldaan indien het bouwproduct is toegepast overeenkomstig een op die eis toegesneden prestatieverklaring.

  • 2. Indien een bouwproduct aan bepaalde prestaties die niet onder een geharmoniseerde norm vallen moet voldoen zodat het bouwwerk waarin het wordt toegepast voldoet aan een bij of krachtens dit besluit gestelde eis, is aan die eis voldaan indien het bouwproduct is toegepast overeenkomstig een op die eis toegesneden kwaliteitsverklaring.

  • 3. Indien een bouwproces aan bepaalde prestaties moet voldoen zodat het bouwwerk waarin het wordt uitgevoerd voldoet aan een bij of krachtens dit besluit gestelde eis, is aan die eis voldaan indien het bouwproces is toegepast overeenkomstig een op die eis toegesneden kwaliteitsverklaring.

  • 4. Een prestatieverklaring wordt in de Nederlandse taal verstrekt.

E

Artikel 1.9 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid vervalt.

b. Het tweede tot en met vierde lid wordt vernummerd tot eerste tot en met derde lid.

c. In het derde lid (nieuw) wordt «tweede en derde» vervangen door: eerste en tweede.

F

Artikel 1.10 komt te luiden:

Artikel 1.10 Verordening bouwproducten

Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven over de implementatie van de verordening bouwproducten.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 juli 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 11 november 2013

Willem-Alexander

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Uitgegeven de eenentwintigste november 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

1. Inleiding

Op 1 juli 2013 is de richtlijn bouwproducten (89/106/EEG) integraal vervangen door de verordening bouwproducten nr. 305/2011. De verordening bouwproducten heeft rechtstreekse werking en spreekt de marktdeelnemers die bouwproducten op de EU-markt in de handel brengen, op de markt aanbieden of distribueren dus rechtstreeks aan. Ter versterking van het vertrouwen in bouwproducten dient als gevolg van de verordening bouwproducten bij de CE-markering een zogeheten prestatieverklaring te worden opgesteld, waarin de fabrikant de technische prestaties van CE-gemarkeerde bouwproducten kenbaar maakt. Deze technische prestaties worden vastgesteld met Europese testmethoden en zijn uniek gekoppeld aan de CE-markering. Zoals geformuleerd in artikel 8, derde lid, van de verordening, is de CE-markering het enige merkteken dat verklaart dat een bouwproduct is afgegeven in overeenstemming met de aangegeven prestaties van de essentiële kenmerken. Zie voor een toelichting op het begrip essentiële kenmerken de toelichting op artikel 1.9 van het Bouwbesluit 2012.

In dit besluit zijn enkele begripsbepalingen uit de verordening bouwproducten opgenomen. Daarnaast zijn de artikelen betreffende de aansluiting van CE-gemarkeerde producten en kwaliteitsverklaringen op de bouwregelgeving aangepast.

2. Code Interbestuurlijke Verhoudingen

De Code Interbestuurlijke Verhoudingen is niet van toepassing: de onderhavige wijzigingen van het Bouwbesluit hebben geen financiële noch bestuurlijke consequenties voor de decentrale overheid.

3. Toetsing administratieve lasten

Aangezien de verordening bouwproducten directe werking heeft is in Nederland geen aparte studie uitgevoerd naar de eventuele regeldruk en toename van administratieve lasten van deze verordening. Wel heeft de Europese Commissie in 2008 ten behoeve van het voorstel voor de verordening bouwproducten een «impact assessment»-studie uitgevoerd (rapport COM(2008)311 final, SEC (2008) mei 2008). De conclusie van deze studie was dat de nieuwe regels in het algemeen tot een verhoging van administratieve lasten leidden, maar dat het gebruik van de CE-markering voor de marktpartijen ook een kostenvoordeel opleverde. Met de CE-markering hoeven producten namelijk niet meer voor elk land afzonderlijk getest te worden en te worden voorzien van (nationale) kwaliteitsverklaringen. Recente inzichten hebben echter tot de conclusie geleid dat de lasten van deze verordening voor bepaalde marktdeelnemers, zoals fabrikanten en importeurs, toch iets hoger kunnen zijn dan in 2008 werd aangenomen. Daarom zijn in 2013 in Europees verband een aantal zogenoemde gedelegeerde handelingen (delegated acts) voorbereid. Deze wijzigingen hebben betrekking op het via een website aanbieden van prestatieverklaringen en op het vereenvoudigen van de modelprestatieverklaring. Deze wijzigingen kunnen, nadat zij zijn aangenomen, tot een aanmerkelijke vermindering van lasten leiden.

4. Notificatie

Het ontwerpbesluit is op 4 juli 2013 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2013/0367/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). De meeste bepalingen van dit besluit bevatten mogelijk technische voorschriften in de zin van deze richtlijn (notificatierichtlijn). Deze bepalingen zijn verenigbaar met het vrije verkeer van goederen; zij zijn evenredig en waar nodig voorzien van een gelijkwaardigheidsbepaling met het oog op de wederzijdse erkenning (zie artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012).

Er zijn geen opmerkingen van de Commissie ontvangen.

Melding aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie ingevolge artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235) heeft niet plaatsgevonden nu in casu geen sprake is van significante gevolgen voor de handel.

5. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Het ontwerpbesluit is beoordeeld aan de hand van de standaardtoets op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toets). In het kader van deze toets zijn opmerkingen gemaakt over de toelichting. Waar mogelijk zijn deze verwerkt.

Wat betreft het systeem van het toezicht wordt opgemerkt dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is aangewezen voor het toezicht en de handhaving op de CE-markering op bouwproducten. De ILT controleert de marktdeelnemers (fabrikanten, importeurs en distributeurs en gemachtigden) op het voeren van de CE-markering (inclusief prestatieverklaring). Hierbij wordt ook gekeken naar de volledigheid en juistheid van de informatie die moet worden verstrekt bij de CE-markering.

II Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

Voortvloeiend uit de verordening bouwproducten, is de huidige definitie van de CE-markering aangepast. Daarnaast zijn drie nieuwe begripsbepalingen uit de verordening bouwproducten opgenomen: geharmoniseerde norm, geharmoniseerde technische specificatie en prestatieverklaring.

CE-markering

De aangepaste definitie van de CE-markering betreft een juiste verwijzing naar de verordening bouwproducten. De eerdere definitie verwees naar de richtlijn bouwproducten. De verordening bouwproducten vervangt laatstgenoemde richtlijn en is volledig van kracht met ingang van 1 juli 2013.

Geharmoniseerde technische specificatie en geharmoniseerde norm

Met de verzamelterm «geharmoniseerde technische specificaties» worden geharmoniseerde Europese (product)normen en Europese (technische) beoordelingsdocumenten bedoeld. Zij vormen de geharmoniseerde grondslag voor de CE-markering. Deze documenten bevatten de Europese testmethoden waarmee de fabrikant de prestaties op essentiele kenmerken van zijn CE-gemarkeerde producten kan bepalen. Wanneer een fabrikant verklaart dat zijn bouwproduct een bepaalde prestatie heeft op een essentieel productkenmerk als vastgelegd in een geharmoniseerde Europese technische specificatie, dan moet hij dit kenbaar maken via de CE-markering met bijbehorende prestatieverklaring. Als er voor een bepaald bouwproduct geen geharmoniseerde technische specificatie beschikbaar is en een fabrikant wil toch een CE-markering, dan kan die fabrikant een Europees technisch beoordelingsdocument laten maken en op basis daarvan een technische beoordeling laten uitvoeren. In een dergelijk geval moet die fabrikant de CE-markering op zijn product aanbrengen. Andere fabrikanten mogen een dergelijke CE-markering niet op hun product aan brengen, tenzij zij ook een technische beoordeling hebben laten uitvoeren. Alleen in het geval voor een product een geharmoniseerde technische norm is vastgesteld en gepubliceerd moeten alle fabrikanten de CE-markering aanbrengen. In de toelichting van de bij deze wijziging van het Bouwbesluit 2012 behorende wijziging van de Regeling Bouwbesluit 2012 is het begrip «Europese technische beoordelingsdocumenten» verder uitgelegd. Een uitgebreide toelichting van het hele systeem is ook te vinden in het dossier «bouwproducten» (de brochure CE-markering op bouwproducten) op rijksoverheid.nl.

Prestatieverklaring

In de prestatieverklaring geeft de fabrikant de prestaties aan van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken. Dat zijn productkenmerken waarvoor geharmoniseerde Europese testmethoden zijn vastgesteld. Elke vorm van informatie over de essentiële kenmerken van het product mag slechts ter beschikking worden gesteld, indien vermeld en gespecificeerd in de prestatieverklaring. Marktdeelnemers dienen de prestatieverklaring kenbaar te maken aan hun klanten. Voor een compleet overzicht van de inhoud van de prestatieverklaring wordt naar artikel 6 en Bijlage III van de verordening bouwproducten verwezen. Fabrikanten mogen geen CE-markering afgeven zonder bijbehorende prestatieverklaring en geen prestatieverklaring zonder CE-markering. Voor producten die onder een geharmoniseerde norm vallen is de CE-markering en bijgevolg de prestatieverklaring verplicht. In artikel 5 van de verordening bouwproducten zijn uitzonderingen gegeven voor ambachtelijke en niet seriematige producten. Voor deze producten is geen CE-markering en bijgevolg ook geen prestatieverklaring vereist.

Onderdeel B

De wijziging in artikel 1.6 betreft een redactionele aanpassing aan de verordening bouwproducten.

Onderdeel C

Artikel 1.7. is vervallen, gezien de rechtstreekse werking van de verordening bouwproducten.

Onderdeel D

In het eerste lid van artikel 1.8 is bepaald wanneer aan de eisen van het Bouwbesluit is voldaan. Een CE-markering biedt «vermoeden van conformiteit». Met andere woorden, de toezichthouder kan er in beginsel en zonder verdere controle op vertrouwen dat de prestaties, als aangegeven in de prestatieverklaring, correct zijn. Indien een fabrikant bijvoorbeeld in de prestatieverklaring verklaart dat de druksterkte van een partij bakstenen x N/mm2 bedraagt en in de constructieberekeningen voor een bouwwerk wordt uitgegaan van bakstenen met deze sterkte, dan vormt de prestatieverklaring op dat punt voldoende bewijs. Kwaliteitsverklaringen mogen niet worden gebruikt als alternatief voor de CE-markering, of als aanvullende bewijs voor een prestatie op een essentieel kenmerk dat valt onder de CE-markering. Zij kunnen eventueel dienen als extra informatie om aan te tonen dat wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit.

In het tweede en derde lid van artikel 1.8 is bepaald dat een kwaliteitsverklaring van een bouwproduct of een bouwproces, voldoende bewijs vormt dat aan de eisen van het bouwbesluit, waarop die verklaring is toegesneden wordt voldaan, voor zover het althans geen prestaties betreft, die onder de CE-markering vallen. Voor prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken die zijn opgenomen in een Europese technische specificatie is immers de CE-markering het enige merkteken dat kenbaar maakt dat het product in overeenstemming met deze prestaties is. Dit betekent dat zolang er geen geharmoniseerde norm is en de fabrikant geen Europese technische beoordeling heeft laten uitvoeren, deze fabrikant nog steeds gebruik mag maken van een kwaliteitsverklaring op die onderdelen waarvoor al wel een CE-markering bestaat. Op het moment dat die geharmoniseerde norm afkomt of een Europese technische beoordeling is afgegeven voor dat product moet de kwaliteitsverklaring alsnog vervallen. Op dat moment kan alleen nog een kwaliteitsverklaring worden afgegeven voor die kenmerken die niet in de CE-markering zijn opgenomen.

In artikel 7, vierde lid, van de verordening bouwproducten is bepaald dat de prestatieverklaring wordt verstrekt in een taal of talen die de lidstaat waar het bouwproduct op de markt wordt aangeboden voorschrijft. Voor het Nederlandse grondgebied is daarom in het vierde lid van artikel 1.8 geregeld dat de prestatieverklaring in de Nederlandse taal dient te worden verstrekt.

Onderdeel E

Artikel 1.9, eerste lid, zoals dit luidde voor de inwerkingtreding van dit besluit, regelde de openbaarmaking van technische specificaties door de bevoegde minister op grond van artikel 4, derde lid, van de richtlijn bouwproducten. Deze taak is door de komst van de verordening bouwproducten vervallen.

Onderdeel F

In artikel 1.10 is de verwijzing naar de richtlijn bouwproducten vervallen in verband met de volledige inwerkingtreding van de verordening bouwproducten.

Artikel II

Dit artikel regelt dat het onderhavige besluit in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en dan terugwerkt tot en met 1 juli 2013. Dit is in principe overeenkomstig het systeem van de vaste verandermomenten. Omdat dit besluit uitsluitend implementatieregelgeving bevat is afgeweken van de minimale invoeringstermijn van twee maanden. Hierbij wordt opgemerkt dat het ontwerp van dit besluit in het kader van de voorhangprocedure als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Woningwet, aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven