Besluit van 28 januari 2013, houdende wijziging van het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES, het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES, het Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES en het Pensioenbesluit politieke gezagdragers BES (correctie bedragen bezoldiging en vergoeding en enkele andere wijzigingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 november 2012, nr. 2012-0000694611;

Gelet op de artikelen 56, eerste en tweede lid, 78, eerste en tweede lid, 87, eerste lid, onderdeel c, en 120, vierde lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 december 2012, nr. W04.12.458);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 januari 2013, nr. 2012, nr. 0000739943;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. USD 77.498 per jaar voor de gezaghebber van het openbaar lichaam Bonaire;

B

Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. USD 78.273 per jaar voor de gezaghebber van het openbaar lichaam Bonaire;

C

Artikel 1, eerste lid, komt te luiden:

  • a. USD 80.817 per jaar voor de gezaghebber van het openbaar lichaam Bonaire;

  • b. USD 58.522 per jaar voor de gezaghebber van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

  • c. USD 58.522 per jaar voor de gezaghebber van het openbaar lichaam Saba.

ARTIKEL II

Het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De leden van de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire genieten per jaar een vergoeding voor hun werkzaamheden van ten hoogste USD 6731 en een tegemoetkoming in de kosten van ten hoogste USD 1140.

B

Artikel 1, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De leden van de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire genieten per jaar een vergoeding voor hun werkzaamheden van ten hoogste USD 6798 en een tegemoetkoming in de kosten van ten hoogste USD 1151.

C

Artikel 1, eerste en tweede lid, komen te luiden:

  • 1. De eilandsraadsleden van het openbaar lichaam Bonaire genieten per jaar een vergoeding voor hun werkzaamheden van ten hoogste USD 7020 en een tegemoetkoming in de kosten daarvan van ten hoogste USD 1188.

  • 2. De eilandsraadsleden van de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba genieten per jaar een vergoeding voor hun werkzaamheden van ten hoogste USD 5593 en een tegemoetkoming in de kosten daarvan van ten hoogste USD 1050.

D

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De eilandgedeputeerden van het openbaar lichaam Bonaire genieten per jaar een bezoldiging van USD 62.964.

E

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De eilandgedeputeerden van het openbaar lichaam Bonaire genieten per jaar een bezoldiging van USD 63.593.

F

Artikel 2, eerste lid en tweede lid, komen te luiden:

  • 1. De eilandgedeputeerden van het openbaar lichaam Bonaire genieten per jaar een bezoldiging van USD 65.660.

  • 2. De eilandgedeputeerden van de openbare lichamen Sint Eustatius en Saba genieten per jaar een bezoldiging van USD 51.266.

ARTIKEL III

In artikel 1, eerste lid, van het Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES wordt «22 werkdagen» vervangen door: 23 werkdagen.

ARTIKEL IV

Het Pensioenbesluit politieke gezagdragers BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, vierde lid, wordt «Wet materieel ambtenarenrecht BES» vervangen door: Ambtenarenwet BES.

B

Artikel 8, onder c, komt te luiden:

  • c. opnieuw in hetzelfde ambt optreedt;

C

In artikel 14, eerste lid, wordt «wordt verhoogd in verband met de stijging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie en wordt bepaald dat die wijziging een algemeen karakter draagt, wordt de pensioengrondslag met ingang van de dag waarop die bezoldigingswijziging ingaat» vervangen door: wijziging ondergaat, wordt de pensioengrondslag met ingang van de datum waarop die wijziging ingaat.

D

Artikel 13, vierde en vijfde lid, komen te luiden:

  • 4. Bij de toepassing van het eerste tot en met derde lid wordt, indien het bedrag van de berekeningsgrondslag kleiner is dan drie keer het bedrag van de franchise en voor zover het die berekeningsgrondslag betreft, het pensioen berekend als percentage van de berekeningsgrondslag waarbij 2,25% als jaarlijks percentage geldt en 52,5% als maximum.

  • 5. In de gevallen dat de tijd doorgebracht als politieke gezagdrager in eenzelfde categorie in totaal langer dan twaalf maanden heeft geduurd, bedraagt het ingevolge dit artikel voor de desbetreffende categorie berekende pensioen ten minste USD 161 voor ieder geheel jaar in die hoedanigheid doorgebrachte tijd, welk bedrag wordt verhoogd met USD 13,50 voor elke resterende gehele maand met dien verstande dat een resterende tijd van minder dan een maand voor een gehele maand wordt gerekend.

ARTIKEL V

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. De artikelen I, onderdeel A, II, onderdelen A en D, en IV, onderdelen B en C, werken terug tot en met 10 oktober 2010.

  • 3. De artikelen I, onderdeel B, en II, onderdelen B en E, werken terug tot en met 1 januari 2011.

  • 4. Artikel IV, onderdelen A en D, werkt terug tot en met 10 oktober 2011.

  • 5. De artikelen I, onderdeel C, II, onderdelen C en F, en III werken terug tot en met 1 januari 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 28 januari 2013

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de achtste februari 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Op 14 december 2011 is de arbeidsvoorwaardenovereenkomst Caribisch Nederland ingaande 1 januari 2012 met een looptijd van een jaar (1 januari 2012 tot en met 31 december 2012) definitief vastgesteld.

In het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES en het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES is bepaald dat afspraken over wijzigingen in de bezoldiging van ambtenaren door middel van een ministeriële regeling worden doorgevoerd in de aanspraken van politieke gezagdragers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De wijzigingen in de aanspraken van politieke gezagdragers per 1 januari 2012 worden echter niet bij ministeriële regeling, maar bij het onderhavige besluit doorgevoerd, omdat in het Rechtspositiebesluit gezaghebbers BES en het Rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden en eilandsraadsleden BES met ingang van 10 oktober 2010 per abuis niet de actuele salarisbedragen zijn overgenomen voor de politieke gezagdragers van Bonaire. Bij de aanpassingen per 1 januari 2011 is hierdoor eveneens van foutieve bedragen uitgegaan (regelingen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 maart 2011 (Stcrt. 2011, 4159) en van 6 september 2011 (Stcrt. 2011, 15933). Overigens zijn wel de juiste bedragen uitbetaald.

In de artikelen I en II van het onderhavige besluit zijn daarom de verschillende bedragen voor de politieke gezagdragers van Bonaire met terugwerkende kracht tot en met 10 oktober 2010 onderscheidenlijk 1 januari 2011 gecorrigeerd. Daarnaast zijn de bedragen voor alle politieke gezagdragers (dus ook die van Sint Eustatius en Saba) per 1 januari 2012 aangepast aan de wijzigingen in de bezoldiging van ambtenaren in Caribisch Nederland per die datum.

Voorts is in artikel III van het besluit in artikel 1, eerste lid, van het Aanvullend rechtspositiebesluit eilandgedeputeerden BES het aantal vakantiedagen voor eilandgedeputeerden aangepast aan de arbeidsvoorwaardenovereenkomst Caribisch Nederland die gesloten was voor het jaar 2011. Op grond van de afspraken in die arbeidsvoorwaardenovereenkomst krijgen ambtenaren die minder dan 23 vakantiedagen hadden er per 1 januari 2012 elk jaar een dag bij tot het niveau van 23 dagen is bereikt.

Ten slotte zijn in artikel IV enkele technische verbeteringen aangebracht in het Pensioenbesluit politieke gezagdragers BES.

Op grond van de oorspronkelijke redactie van artikel 2, onder a, van dat besluit kregen politieke gezagdragers die na hun aftreden opnieuw een politiek ambt bekleden geen recht op een uitkering. Dat kon bijvoorbeeld betekenen dat een eilandgedeputeerde die na de verkiezingen aftreedt, maar wel is gekozen als lid van de eilandsraad, geen uitkering ontvangt. Dat zou in een dergelijk geval tot aanzienlijke inkomstenvermindering leiden. Daarom is bij ministeriële regeling van 29 augustus 2011 (Stcrt. 2011, 15933) de formulering van artikel 2, tweede lid, onder a, zodanig aangepast, dat ook de afgetreden gezagdrager die opnieuw als politieke gezagdrager aantreedt zijn uitkeringsrecht behoudt (met dien verstande, dat de vergoeding of bezoldiging van de nieuwe functie wel verrekend wordt met de uitkering). Abusievelijk was echter artikel 8, onder c, dat de beëindiging van het recht op uitkering regelt, niet aan de nieuwe formulering aangepast. In artikel IV, onderdeel B, van het onderhavige besluit is dit alsnog gedaan.

In artikel 14, eerste lid, van het Pensioenbesluit politieke gezagdragers BES was ten onrechte nog bepaald dat de pensioengrondslag wordt aangepast indien de bezoldiging van de ambtenaren wordt verhoogd in verband met een stijging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie. De ambtenarensalarissen worden echter niet meer verhoogd volgens het prijsindexcijfer; de verhoging van de ambtenarensalarissen maakt nu onderdeel uit van een totaal pakket afspraken in een arbeidsvoorwaardenovereenkomst. De redactie van artikel 14, eerste lid, is daarom in overeenstemming gebracht met deze praktijk en met de formulering in artikel 4, vierde lid, dat de aanpassing van de uitkering zelf aan de inkomensontwikkeling van de ambtenaren betreft.

Bij de transitie was beoogd de toenmalige Pensioenregeling politieke gezagdragers beleidsarm over te nemen. De meest recente tekst van de desbetreffende landsverordening was gepubliceerd in P.B. 2006, nr. 31. Gebleken is evenwel dat het artikel 13, vierde en vijfde lid, van de Pensioenregeling politieke gezagdragers BES hier evenwel van afwijkt. In onderdeel D worden deze leden alsnog in overeenstemming gebracht met de landsverordening.

Omdat het besluit reparatieregelgeving betreft en aan de verschillende bepalingen terugwerkende kracht is verleend, is ten aanzien van de inwerkingtreding afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven