Besluit van 30 mei 2013 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 in verband met onder meer het aanpassen van het moment van de jaarlijkse vaststelling van het cursusgeld en van de termijnbedragen voor betaling van het lesgeld

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 23 april 2013, nr. WJZ/506785(10314), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 5, vierde lid, en artikel 6, vierde lid, van de Les- en cursusgeldwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 8 mei 2013, nr. W05.13.0120/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 27 mei 2013, nr. WJZ/512058(10314), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt onderdeel a te luiden:

  • a. betaling ineens binnen een maand na de datum van het betalingsverzoek, en.

2. In het derde lid, onderdeel a en b, wordt «25%» telkens vervangen door: 16,67%.

3. In het derde lid, onderdeel c tot en met f, wordt «12,5%» telkens vervangen door: 16,67%.

B

In artikel 15, tweede lid, derde volzin, wordt «uiterlijk 31 maart» vervangen door «voor 1 oktober» en wordt «bekend gemaakt» vervangen door: vastgesteld.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2013. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 juli 2013, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 augustus 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 30 mei 2013

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Uitgegeven de derde juli 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

Inleiding

Deze toelichting wordt mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken gegeven. Met onderhavig besluit zijn drie wijzigingen aangebracht in het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 (hierna: ULCW 2000). De eerste wijziging betreft de aanpassing van het moment van de jaarlijkse vaststelling van de cursusgeldtarieven. Deze vaststelling moet nu vóór 1 oktober voorafgaand aan het cursusjaar waarop de herziening van de cursusgeldtarieven betrekking heeft, plaatsvinden. Eerder was dat uiterlijk 31 maart voorafgaande aan dat cursusjaar. Met de tweede wijziging zijn de bedragen die gelden voor het betalen van het lesgeld in termijnen opnieuw vastgesteld, zodat de betaling van het lesgeld voortaan in gelijke termijnbedragen geschiedt. De derde wijziging betreft het vervangen van de acceptgirokaart die aan lesgeldplichtigen wordt verzonden door een betalingsverzoek waarin de benodigde betaalgegevens vermeld staan.

Aanpassing vaststelling cursusgeldtarief

Het ULCW 2000 geeft regels ter uitvoering van de Les- en cursusgeldwet (hierna: LCW). Les- en cursusgeld wordt geheven ter zake van het volgen van uit de openbare kas bekostigd onderwijs. Lesgeld wordt geheven indien het een voltijdse beroepsopleiding in de beroepsopleidende leerweg of een voltijdse opleiding in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) betreft, cursusgeld indien het een beroepsopleiding in de beroepsbegeleidende leerweg, een deeltijdopleiding of anderszins (bijvoorbeeld de opleiding Nederlands als tweede taal) betreft. De ministeriële regeling tot vaststelling van het lesgeldtarief wordt op grond van artikel 5, tweede lid, van de LCW jaarlijks vastgesteld vóór 1 oktober voorafgaand aan het cursusjaar waarop de herziening van het lesgeld betrekking heeft. Voordat onderhavige wijzigingen in werking traden werd het cursusgeldtarief op basis van de ULCW 2000 vastgesteld in een aparte ministeriële regeling. Deze vaststelling geschiedde uiterlijk op 31 maart voorafgaande aan het cursusjaar waarop de herziening van het cursusgeldtarief betrekking heeft.

Het gebruikersoverleg BRON heeft aangegeven het wenselijk te vinden het moment van vaststelling van het cursusgeld te vervroegen zodat nieuwe deelnemers aan instellingen voor beroepsonderwijs tijdig kunnen worden geinformeerd over het tarief. Doordat nu eenzelfde moment van vaststelling voor zowel het lesgeldtarief als het cursusgeldtarief wordt gehanteerd, kan vaststelling van beide tarieven in één ministeriële regeling geschieden. Dat zorgt voor uniformiteit, en een betere toegankelijkheid van de tarieven voor de gebruikers. De wijziging geldt vanaf 1 augustus 2013; dat betekent dat vóór 1 oktober 2013 het cursusgeldtarief voor het cursusjaar 2014–2015 moet worden vastgesteld. Vaststelling van het cursusgeldtarief voor het cursusjaar 2013–2014 heeft nog plaatsgevonden op basis van het ULCW 2000 zoals dat gold voor de wijziging.

Betaling lesgeld in gelijke termijnbedragen

Lesgeld kon voor wijziging van het ULCW 2000 door de lesgeldplichtige in zes termijnen worden betaald. De eerste twee termijnen bedroegen 25 procent van het in totaal verschuldigde bedrag, de overige vier termijnen bedroegen 12,5 procent van het in totaal verschuldigde bedrag. Op die manier waren de totale geldbedragen die binnenkwamen gelijk verdeeld over de twee kalenderjaren die vallen binnen een cursusjaar (eerste kalenderjaar: 25% + 25%, tweede kalenderjaar: 4 x 12,5%).

Dit had tot gevolg dat afschrijving niet in gelijke termijnen plaatsvond. Lesgeldplichtigen die een schuldhulpverleningstraject aan willen gaan ondervonden hiervan problemen. In de praktijk wordt schuldhulpverlening regelmatig afgewezen als de afloslasten niet elke maand even hoog zijn. Aanpassing van de termijnbedragen naar zes gelijke bedragen vermindert dit probleem. Daarnaast sluit spreiding van het totaal te betalen bedrag beter aan op de betaalmomenten van de studiefinanciering. De verwachting is dat het aantal deelnemers met betalingsproblemen ten aanzien van met name de eerste twee (voorheen grote) termijnen, zal verminderen. Hierdoor zou de instroom in schuldhulpverleningstrajecten in de toekomst kunnen worden beperkt. De wijziging heeft betrekking op het cursusjaar 2013–2014; in oktober 2013 zal voor het eerst een termijnbedrag van 16,67 procent van het totaal verschuldigde bedrag worden gehanteerd.

Vervanging acceptgirokaart

Alle betaalproducten, zoals de overschrijving, acceptgiro en automatische incasso worden de komende jaren vervangen door producten die voldoen aan de regels voor SEPA, de Single Euro Payments Area. SEPA heeft tot doel om alle eurobetalingen in Europa te standaardiseren zodat er over enkele jaren geen verschil meer is tussen een binnenlandse betaling en een eurobetaling van of naar andere Europese landen.

De Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO) gaat mee in deze ontwikkelingen door in de nabije toekomst niet meer te werken met acceptgirokaarten maar met een betalingsverzoek met daarin de betaalgegevens. Op termijn is het de bedoeling een volledig digitaal afhandelingsproces te bewerkstelligen. Dit biedt niet alleen in de klantafhandeling voordelen (informatie altijd bij de hand, werkplekonafhankelijk), maar zorgt tevens voor kostenbesparing. Het niet langer gebruiken van acceptgirokaarten is daartoe de eerste stap. De wijziging geldt vanaf het cursusjaar 2013–2014.

Administratieve lasten

De administratieve lasten voor lesgeldplichtigen veranderen niet. Lesgeldplichtigen kunnen naar verwachting de termijnen beter voldoen doordat de hoogte daarvan beter gespreid is over het cursusjaar. Er zullen daardoor minder betalingsproblemen optreden en daardoor zal minder contact met DUO en schuldhulpverleners nodig zijn. De wijze waarop betaling kan geschieden, verandert niet. Er kan nog steeds gekozen worden tussen betaling ineens (via de gegevens zoals vermeld in het betalingsverzoek) en betaling in termijnen. Het bedrag kan worden overgemaakt op de gebruikelijke betalingswijzen; door middel van internetbankieren, een overschrijvingskaart of per telefoon.

Uitvoering

De wijzigingen die in het ULCW 2000 zijn aangebracht brengen minimale aanpassingen in de uitvoeringssystemen van DUO met zich mee. DUO heeft aangegeven de wijzigingen op tijd te kunnen uitvoeren. In verband met een juiste voorlichting over de wijzigingen zal DUO informatie (website, folders, brieven aan lesgeldplichtigen) moeten ontwikkelen of aanpassen.

Financiële gevolgen

De vervroeging van het moment van vaststelling van het cursusgeld heeft geen budgettaire gevolgen. Het aanpassen van de verdeling van de lesgeldtermijnen heeft een eenmalig kasschuifeffect. Omdat een deel van het lesgeld later wordt geïnd, is een eenmalige kasschuif van 2014 naar 2013 nodig van afgerond € 10 miljoen. Dit betekent een eenmalig budgettair gevolg van € 10 miljoen minder ontvangsten in 2013 en € 10 miljoen meer ontvangsten in 2014.

Gevolgen Caribisch Nederland

Voor Caribisch Nederland heeft dit voorstel geen gevolgen, omdat in Caribisch Nederland geen wettelijk les- dan wel cursusgeld wordt geheven. Jaarlijkse vaststelling daarvan of termijnbetaling ervan is dus ook niet aan de orde.

Internetconsultatie

Aangezien voorliggende voorstellen technische wijzigingen zonder grote gevolgen voor betrokkenen behelzen, is niet gekozen voor een internetconsultatie.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Het eerste lid van artikel 4 is gewijzigd zodat een lesgeldplichtige niet langer een acceptgirokaart ontvangt waarmee het lesgeld kan worden betaald, maar een betalingsverzoek met daarin de betaalgegevens die nodig zijn om het lesgeld te betalen. In het derde lid zijn de percentages die van toepassing zijn op het betalen van het lesgeld zo aangepast dat het betalen van het lesgeld, indien de betalingsplichtige kiest voor betaling in meer dan één termijn, geschiedt in zes gelijke bedragen van 16,67 procent van het in totaal verschuldigde bedrag. Voorheen werd betaald in zes termijnen waarbij de eerste twee termijnen 25 procent van het totaalbedrag bedroegen, en de vier daaropvolgende termijnen 12,5 procent.

Onderdeel B

In artikel 15, tweede lid, is het moment waarop de ministeriële regeling tot vaststelling van de cursusgeldtarieven uiterlijk wordt vastgesteld aangepast van 31 maart voorafgaande aan het cursusjaar waarop de herziening van het cursusgeldtarief betrekking heeft, naar vóór 1 oktober van dat cursusjaar. Hiermee is aangesloten bij het moment van vaststelling van het lesgeld.

Artikel II

Het besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2013. Indien dit besluit na 31 juli 2013 in het Staatsblad wordt geplaatst, werkt het terug tot en met 1 augustus 2013. Dit besluit treedt derhalve in werking op een vast verandermoment; er is echter geen termijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding in acht genomen. Deze afwijking van de vaste verandermomenten is niet bezwaarlijk omdat dit besluit voor de instellingen begunstigend werkt; zij hebben als gevolg van dit besluit meer tijd om deelnemers op de hoogte te stellen van het cursusgeldtarief. Bovendien werkt de wijziging in de betalingstermijnen voor het lesgeld begunstigend voor burgers; het is in het belang van lesgeldplichtigen die een schuldhulpverleningstraject willen aangaan dat de wijzigingen zo spoedig mogelijk van kracht zijn. Het besluit werkt terug tot en met 1 augustus 2013 omdat op die manier de wijzigingen zullen gelden vanaf het cursusjaar 2013–2014 en de bovengenoemde begunstigende gevolgen ten aanzien van instellingen en burgers derhalve vanaf dat cursusjaar zullen optreden in plaats van in het daaropvolgende cursusjaar.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven