Besluit van 11 oktober 2011 tot wijziging van de bedragen van de categorieën, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 22 september 2011, directie Wetgeving, nr. 5710224/11/6;

Gelet op artikel 23, negende lid, van het Wetboek van Strafrecht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 september 2011, no. W03.11.0389/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 6 oktober 2011, directie Wetgeving, nr. 5711782/11/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht worden de bedragen van € 380, € 3 800, € 7 600, € 19 000, € 76 000 en € 760 000 achtereenvolgens vervangen door: € 390, € 3 900, € 7 800, € 19 500, € 78 000, € 780 000.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 11 oktober 2011

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Uitgegeven de vijfentwintigste oktober 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

In dit besluit worden de bedragen van geldboetecategorieën uit het Wetboek van Strafrecht (Sr) aangepast aan de geldontwaarding. In artikel 23, negende lid, Sr is bepaald dat de bedragen van de geldboetecategorieën, genoemd in artikel 23, vierde lid, Sr elke twee jaar, met ingang van de eerste januari van een jaar, bij algemene maatregel van bestuur worden aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex sinds de vorige aanpassing van deze bedragen. Tevens is in deze bepaling bepaald welke methode daarbij moet worden gehanteerd: het geldbedrag van de eerste categorie wordt op een veelvoud van € 5 naar beneden afgerond en de bedragen van de tweede tot en met de zesde geldboetecategorie worden, uitgaande van het geldbedrag van deze eerste categorie en onder instandhouding van de onderlinge verhouding tussen de bedragen van de geldboetecategorieën, bepaald.

De vorige aanpassing van deze bedragen heeft met ingang van 1 januari 2010 plaatsgevonden bij het Besluit van 13 november 2009 tot wijziging van de bedragen van de categorieën, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht (Stb. 2009, 484). Evenals bij de vorige wijzigingen het geval was, is het eindpunt van de periode, waarover de consumentenprijsindex wordt berekend, gesteld op het moment waarop een concept van de benodigde algemene maatregel van bestuur in voorbereiding wordt genomen: de eerste juli voorafgaand aan de beoogde datum waarop de aanpassing in werking treedt (Stb. 2007, 456). Omdat de beoogde datum van inwerkingtreding van de aanpassing 1 januari 2012 is, is het eindpunt van de periode gesteld op 1 juli 2011.

De geldontwaarding in de periode 1 juli 2009 tot 1 juli 2011 bedroeg 3,1%.

Voor het bedrag van de eerste categorie betekent dit rekenkundig een verhoging naar € 391,88. Afronding naar het naastgelegen lagere veelvoud van € 5 levert voor de vanaf 1 januari 2012 geldende eerste geldboetecategorie een bedrag van € 390 op. Uitgaande van dit geldbedrag en behoud van de onderlinge verhouding tussen de geldboetecategorieën zijn de gewijzigde bedragen vastgesteld. Zie de laatste kolom van onderstaand schema.

categorie

factor t.o.v. 1e categorie

huidig bedrag (€)

bedrag vanaf 1/1/2012 (€)

1e

1

380

390

2e

10

3 800

3 900

3e

20

7 600

7 800

4e

50

19 000

19 500

5e

200

76 000

78 000

6e

2000

760 000

780 000

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven