Wet van 6 juli 2011 tot regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een regeling te treffen voor de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 44 worden drie artikelen ingevoegd, die luiden:

Artikel 45

  • 1. Het college verleent aan een wethouder op diens verzoek verlof wegens zwangerschap en bevalling. Het verlof gaat in op de in het verzoek vermelde dag die ligt tussen ten hoogste zes en ten minste vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling die blijkt uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts of verloskundige.

  • 2. Het college verleent aan een wethouder op diens verzoek verlof wegens ziekte, indien uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts blijkt dat niet aannemelijk is dat hij de uitoefening van zijn functie binnen acht weken zal kunnen hervatten.

  • 3. In het geval een wethouder vanwege zijn ziekte niet in staat is zelf het verzoek te doen, kan de burgemeester namens hem het verzoek doen indien de continuïteit van het gemeentelijk bestuur dringend vereist dat in vervanging van de wethouder wordt voorzien.

  • 4. Het verlof eindigt op de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan.

  • 5. Aan een wethouder wordt gedurende de zittingsperiode van de raad ten hoogste drie maal verlof verleend.

Artikel 45a

  • 1. Het college beslist zo spoedig mogelijk op een verzoek tot verlof, doch uiterlijk op de veertiende dag na indiening van het verzoek.

  • 2. De beslissing geschiedt in overeenstemming met de verklaring van de arts of verloskundige en bevat de dag waarop het verlof ingaat.

Artikel 45b

  • 1. De raad kan een vervanger benoemen voor de wethouder die met verlof is gegaan. Artikel 36, eerste en derde lid, is niet van toepassing.

  • 2. De vervanger is van rechtswege ontslagen met ingang van de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan.

  • 3. Indien de vervanger voor het einde van het verlof ontslag neemt of door de raad wordt ontslagen, kan de raad voor de resterende duur van het verlof een vervanger benoemen.

ARTIKEL II

De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 43 worden drie artikelen ingevoegd, die luiden:

Artikel 44

  • 1. Gedeputeerde staten verlenen aan een gedeputeerde op diens verzoek verlof wegens zwangerschap en bevalling. Het verlof gaat in op de in het verzoek vermelde dag die ligt tussen ten hoogste zes en ten minste vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling die blijkt uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts of verloskundige.

  • 2. Gedeputeerde staten verlenen aan een gedeputeerde op diens verzoek verlof wegens ziekte, indien uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts blijkt dat niet aannemelijk is dat hij de uitoefening van zijn functie binnen acht weken zal kunnen hervatten.

  • 3. In het geval een gedeputeerde vanwege zijn ziekte niet in staat is zelf het verzoek te doen, kan de commissaris van de Koning namens hem het verzoek doen indien de continuïteit van het provinciaal bestuur dringend vereist dat in vervanging van de gedeputeerde wordt voorzien.

  • 4. Het verlof eindigt op de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan.

  • 5. Aan een gedeputeerde wordt gedurende de zittingsperiode van provinciale staten ten hoogste drie maal verlof verleend.

Artikel 44a

  • 1. Gedeputeerde staten beslissen zo spoedig mogelijk op een verzoek tot verlof, doch uiterlijk op de veertiende dag na indiening van het verzoek.

  • 2. De beslissing geschiedt in overeenstemming met de verklaring van de arts of verloskundige en bevat de dag waarop het verlof ingaat.

Artikel 44b

  • 1. Provinciale staten kunnen een vervanger benoemen voor de gedeputeerde die met verlof is gegaan. Artikel 35a, eerste en derde lid, tweede volzin, is niet van toepassing.

  • 2. De vervanger is van rechtswege ontslagen met ingang van de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan.

  • 3. Indien de vervanger voor het einde van het verlof ontslag neemt of door provinciale staten wordt ontslagen, kunnen provinciale staten voor de resterende duur van het verlof een nieuwe tijdelijke vervanger benoemen.

ARTIKEL III

De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

In de Bijlage worden onder «B. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» de volgende wijzigingen aangebracht:

De onderdelen 3 en 4 komen te luiden:

De artikelen 44, 49, 167, derde lid, en 179, derde lid, van de Provinciewet.

De artikelen 45, 49, 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet.

ARTIKEL IV

De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 130 wordt een artikel toegevoegd, dat luidt:

Artikel 130a

Deze afdeling is niet van toepassing op een gedeputeerde die is benoemd met toepassing van artikel 44b van de Provinciewet.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 6 juli 2011

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de tweede augustus 2011

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 209

Naar boven