Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatsblad 2011, 130 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatsblad 2011, 130 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, om in het belang van elektriciteits- en gasbesparing, regels te stellen ter uitvoering van richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van richtlijn 93/76/EEG van de Raad (PbEU L 114) en regels te stellen die de geliberaliseerde elektriciteits- en gasmarkt nader ordenen met het oog op een verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt voor met name kleinverbruikers;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Elektriciteitswet 1998 wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
1. Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1, eerste lid, onderdeel ae, door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
het gehele samenstel van apparatuur dat ten minste tot doel heeft de uitgewisselde elektriciteit te meten;
meetbedrijf: een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het collecteren, valideren en vaststellen van meetgegevens betreffende elektriciteit.
2. In artikel 1, tweede lid, wordt na «mijnbouwkundige activiteiten,» ingevoegd: met het beheer en de exploitatie van telecommunicatie- en kabelnetwerken,.
B
Artikel 16 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid, onderdeel e, vervalt «en hun desgevraagd een meter ter beschikking te stellen».
2. In het eerste lid, onderdeel h, wordt «de meetinrichting» vervangen door: de inrichting om te meten.
3. [Vervallen]
4. In het eerste lid, onderdeel k, wordt «de artikelen 19 en 79» vervangen door: artikel 79.
5. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel m, door een puntkomma, worden aan het eerste lid drie onderdelen toegevoegd, luidende:
n. ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, voor elke aansluiting beschikt over een geïnstalleerde meetinrichting, tenzij die afnemer blijkens de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a of b, beschikt over een onbemeten aansluiting;
o. zorg te dragen voor het beheer en onderhoud van de bij een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, geïnstalleerde meetinrichting;
p. afnemers, niet zijnde afnemers, als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, desgevraagd een meetinrichting ter beschikking te stellen..
6. In het vijfde lid wordt «het eerste lid, onderdelen a en c» vervangen door: het eerste lid, onderdelen a, c, n, o en p.
7. [Vervallen]
C
Artikel 16Aa, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:
In onderdeel d wordt «artikel 16, tweede lid, onderdeel e» vervangen door: artikel 16, eerste lid, onderdelen n, o en p, en het tweede lid, onderdeel e.
D
[Vervallen]
E
Artikel 16b wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt «innen» vervangen door: factureren en innen.
2. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. de netbeheerder factureert en int de tarieven tegelijk met en in gelijke termijnen als de bedragen die afnemers verschuldigd zijn voor hun aansluiting op het net en het transport van elektriciteit;.
3. Het tweede lid wordt vervangen door twee nieuwe leden, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid, heeft ten aanzien van afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, de leverancier tot taak om de in het eerste lid bedoelde tarieven te factureren en innen. Het eerste lid, onderdelen a en b, zijn van overeenkomstige toepassing.
3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels gesteld worden over:
a. de facturering en inning van de in het eerste en tweede lid bedoelde tarieven bij de afnemers en de afdracht van de opbrengst van de tarieven aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet;
b. de inrichting van de administratie die de netbeheerders en leveranciers in stand moeten houden in verband met de toepassing van het eerste en tweede lid;
c. de informatie die netbeheerders en leveranciers op verzoek aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verstrekken en de termijn waarbinnen zij dat doen.
F
Artikel 16c, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:
Na «mijnbouwkundige activiteiten,» wordt ingevoegd: met het beheer en de exploitatie van telecommunicatie- en kabelnetwerken,.
G
Artikel 19 vervalt.
H
In artikel 19c wordt «de kosten» vervangen door: de eenmalige kosten.
I
1. Artikel 19d, eerste lid, komt te luiden:
1. Een netbeheerder voorziet in een transparante, eenvoudige en goedkope procedure voor de behandeling van klachten van afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, over het netbeheer.
2. In het tweede lid, aanhef, wordt «ten minste» vervangen door: voorts.
J
Na artikel 26a wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, verleent de nodige medewerking aan de uitvoering van de taken, genoemd in artikel 16, eerste lid, onderdelen n en o.
1. Een netbeheerder verleent een leverancier toegang tot meetgegevens betreffende afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, voor zover het gaat om meetgegevens betreffende afnemers van die leverancier.
2. In afwijking van het eerste lid verleent een netbeheerder een leverancier uitsluitend toegang tot meetgegevens die betrekking hebben op een kleiner tijdsbestek dan een dag, voor zover die leverancier de desbetreffende meetgegevens op basis van artikel 8, onderdeel a, van de Wet bescherming persoonsgegevens mag verwerken.
3. Een netbeheerder verleent een derde uitsluitend toegang tot meetgegevens betreffende afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, voorzover die derde de desbetreffende meetgegevens op basis van artikel 8, onderdeel a, van de Wet bescherming persoonsgegevens mag verwerken.
4. Meetgegevens per kwartier en per dag worden door de netbeheerder dagelijks om niet beschikbaar gesteld. Overige meetgegevens worden door de netbeheerder tegen een vergoeding van de daaraan verbonden kosten beschikbaar gesteld.
Een netbeheerder brengt op verzoek van een leverancier wijzigingen aan in de besturings- en toepassingsprogramma’s van meetinrichtingen die ter beschikking zijn gesteld aan afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, van de betreffende leverancier, tenzij een meetinrichting door inwilliging van het verzoek niet langer zou voldoen aan de voor die meetinrichting geldende eisen of op andere wijze afbreuk gedaan zou worden aan de integriteit van de meetinrichting.
1. Een netbeheerder heeft in het kader van het beheer van de netten in het voor hem krachtens artikel 36 of 37 vastgestelde gebied tot taak ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, binnen een redelijke termijn de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisen, wanneer:
a. de afnemer hierom vraagt, tenzij het ter beschikking stellen technisch onmogelijk is, financieel niet redelijk is of dit niet in verhouding staat tot de potentiële energiebesparingen;
b. een bestaande meetinrichting wordt vervangen, tenzij het ter beschikking stellen technisch onmogelijk is of niet kostenefficiënt is in verhouding tot de geraamde potentiële energiebesparingen op lange termijn;
c. een nieuwe aansluiting wordt gemaakt in een nieuw gebouw;
d. een gebouw ingrijpend wordt gerenoveerd.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in aanvulling op het eerste lid andere situaties worden bepaald waarin een netbeheerder tot taak heeft ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, binnen een redelijke termijn de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisen.
3. In aanvulling op het eerste en tweede lid kan een netbeheerder in het voor hem krachtens artikel 36 of 37 vastgestelde gebied ervoor zorg dragen dat een afnemer de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisen.
4. In verband met de meerkosten die verbonden zijn aan het door een netbeheerder ter beschikking stellen van een meetinrichting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en het tweede lid, is de desbetreffende afnemer aan de desbetreffende netbeheerder een vergoeding verschuldigd.
5. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de vergoeding vastgesteld die voor verschillende situaties verschillend kan worden vastgesteld.
6. Een ander dan een netbeheerder kan op verzoek van een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, er na voorafgaande melding aan de betreffende netbeheerder voor zorgdragen dat die afnemer voor een of meer aansluitingen beschikt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisen die gelden op het tijdstip van terbeschikkingstelling.
7. Indien een ander dan een netbeheerder er zorg voor draagt dat een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, beschikt over een meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la gestelde eisen en die meetinrichting niet door de betreffende netbeheerder ter beschikking is gesteld, betaalt die netbeheerder aan die ander een overnamevergoeding.
8. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de overnamevergoeding vastgesteld.
9. Het is anderen dan de netbeheerder niet toegestaan bij afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, geïnstalleerde, op afstand uitleesbare meetinrichtingen te vervangen die zijn geïnstalleerd na 31 december 2005.
10. Een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, verleent de nodige medewerking aan de uitvoering van het eerste tot en met derde lid.
1. Een netbeheerder heeft in het kader van het beheer van de netten in het voor hem krachtens artikel 36 of 37 vastgestelde gebied tot taak ervoor zorg te dragen dat in een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen periode, elke afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, voor elke aansluiting de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisen, tenzij die afnemer blijkens de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a of b, beschikt over een onbemeten aansluiting.
2. In aanvulling op het eerste lid heeft een netbeheerder tot taak ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, de beschikking krijgt over een meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la gestelde eisen, wanneer:
a. een bestaande meetinrichting wordt vervangen, tenzij dit technisch onmogelijk is of niet efficiënt is in verhouding tot de geraamde potentiële energiebesparingen op lange termijn;
b. een nieuwe aansluiting wordt gemaakt in een nieuw gebouw;
c. een gebouw ingrijpend wordt gerenoveerd.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in aanvulling op het tweede lid andere situaties worden bepaald waarin een netbeheerder tot taak heeft ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisen.
4. Een netbeheerder draagt er zorg voor dat een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, op een eerder tijdstip dan het door de netbeheerder op grond van het eerste lid voorziene tijdstip, voor een of meer aansluitingen op verzoek van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die daarbij belang heeft, de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisen, tenzij dit ertoe leidt dat de planning die de netbeheerder hanteert om te voldoen aan de in het eerste lid bedoelde verplichting, niet wordt gehaald.
5. In verband met de meerkosten die verbonden zijn aan het door een netbeheerder eerder ter beschikking stellen van een meetinrichting als bedoeld in het derde en vierde lid, is de desbetreffende afnemer aan de desbetreffende netbeheerder een vergoeding verschuldigd.
6. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de vergoeding vastgesteld die voor verschillende situaties verschillend kan worden vastgesteld.
7. Gedurende de in het eerste lid bedoelde periode kan een ander dan een netbeheerder op verzoek van een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, er na voorafgaande melding aan de betreffende netbeheerder voor zorgdragen dat die afnemer voor een of meer aansluitingen beschikt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisen die gelden op het tijdstip van terbeschikkingstelling.
8. Indien een ander dan een netbeheerder er zorg voor draagt dat een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, beschikt over een meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 95la gestelde eisen en die meetinrichting niet door de betreffende netbeheerder ter beschikking is gesteld, betaalt die netbeheerder aan die ander een overnamevergoeding.
9. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de overnamevergoeding vastgesteld.
10. Het is anderen dan de netbeheerder niet toegestaan bij afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, geïnstalleerde, op afstand uitleesbare meetinrichtingen te vervangen die geïnstalleerd zijn tussen 31 december 2005 en het tijdstip waarop de in het eerste lid bedoelde periode aanvangt.
11. Een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, verleent de nodige medewerking aan de uitvoering van de taken, bedoeld in het eerste tot en met derde lid.
12. In aanvulling op artikel 30a kan het tarief voor de meting van elektriciteit mede betrekking hebben op de mate waarin een netbeheerder voortgang boekt bij de uitvoering van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, en alsdan verschillen per netbeheerder.
13. Een netbeheerder zendt jaarlijks vóór 1 juni een rapportage aan Onze Minister en de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit waarin hij aangeeft welke voortgang is geboekt met de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid.
Een op afstand uitleesbare meetinrichting, die aan een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, ter beschikking is gesteld tussen 31 december 2005 en het tijdstip waarop de in artikel 26ae, eerste lid, bedoelde periode aanvangt, wordt voor 15 jaren, te rekenen vanaf de datum van terbeschikkingstelling aan die afnemer, aangemerkt als een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, gestelde eisen.
K
Artikel 30a komt te luiden:
L
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. de wijze waarop netbeheerders en afnemers alsmede netbeheerders zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van elektriciteit;
2. [Vervallen]
3. Het tiende lid komt als volgt te luiden:
10. De voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, bepalen dat een factuur tot betaling van een schuld van een afnemer ter zake van geleverde diensten als bedoeld in artikel 27, eerste lid, binnen twee jaar na het moment dat de betreffende dienst door de netbeheerder aan de afnemer is geleverd, aan de afnemer wordt gezonden en dat bij gebreke daarvan het recht vervalt om voor de betreffende dienst aan de afnemer te factureren. De eerste volzin is niet van toepassing indien het uitblijven van de bedoelde factuur, een onjuiste factuur daaronder begrepen, het rechtstreekse gevolg is van een daartoe gerichte opzettelijke gedraging van de afnemer.
M
Artikel 31 c komt te luiden
Voor afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, die elektriciteit invoeden op het net, berekent de leverancier de meterstand ten behoeve van de facturering en inning van de leveringskosten door de aan het net onttrokken elektriciteit te verminderen met de op het net ingevoede elektriciteit, met een maximum van 5000 kWh aan op het net ingevoede elektriciteit. Indien de hoeveelheid op het net ingevoede elektriciteit groter is dan 5000 kWh biedt de leverancier voor het meerdere een redelijke vergoeding op basis van artikel 95c, derde lid.
N
In artikel 40 wordt na «artikel 16, eerste lid,» ingevoegd: onderdelen a tot en met h en j tot en met m,.
O
In artikel 41b, eerste lid, wordt na «artikel 16, eerste lid,» ingevoegd: onderdelen a tot en met h en j tot en met m,.
P
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 41c, tweede lid, onderdeel c, door een puntkomma, wordt aan het tweede lid een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. zijn vastgesteld met gebruikmaking van gegevens omtrent kosten voor bepaalde diensten, terwijl netbeheerders die diensten in het jaar t of een gedeelte van jaar t niet hebben geleverd of voor die diensten geen of minder kosten hebben gemaakt.
Q
Hoofdstuk 4 komt te luiden:
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot een of meer voorwaarden, bedoeld in artikel 54, eerste lid.
1. Met inachtneming van de krachtens artikel 53 vastgestelde regels zendt een representatief deel van de ondernemingen die zich bezighouden met het transporteren, leveren of meten van elektriciteit aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel voor de door hen jegens elkaar en afnemers in het kader van administratieve processen te hanteren voorwaarden met betrekking tot de wijze waarop de met die administratieve processen samenhangende gegevens worden vastgelegd, uitgewisseld of gebruikt of met betrekking tot de wijze waarop en de termijn waarbinnen die gegevens worden bewaard.
2. Ondernemingen die een voorstel doen, voeren overleg over dit voorstel met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt.
3. In het voorstel dat aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit wordt gezonden, geven de ondernemingen aan welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die de organisaties, bedoeld in het tweede lid, naar voren hebben gebracht.
De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de voorwaarden vast met inachtneming van:
a. het voorstel als bedoeld in artikel 54, eerste lid,
b. de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 54, tweede lid,
c. de regels, bedoeld in artikel 53, en
d. artikel 36, eerste lid, onderdelen b tot en met f, en tweede lid.
1. Na ontvangst van een voorstel als bedoeld in artikel 54, eerste lid, kan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de ondernemingen die het voorstel hebben ingediend, opdragen binnen vier weken en met inachtneming van zijn bevindingen, waaronder zijn bevindingen omtrent de belangen, bedoeld in artikel 36, eerste lid, onderdelen b tot en met f, de regels, bedoeld in artikel 53, of het bepaalde in artikel 36, tweede lid, het voorstel te wijzigen. Indien de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit van deze bevoegdheid gebruik maakt is artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
2. Indien de ondernemingen, bedoeld in het eerste lid, niet binnen vier weken het voorstel wijzigen overeenkomstig de opdracht van de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit, stelt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de voorwaarden vast onder het aanbrengen van zodanige wijzigingen dat deze in overeenstemming zijn met de belangen, bedoeld in artikel 36, eerste lid, onderdelen b tot en met f, met artikel 36, tweede lid, of met de regels, bedoeld in artikel 53.
1. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit kan uit eigen beweging een ontwerp van een besluit maken tot wijziging van de voorwaarden, bedoeld in artikel 54, eerste lid, of kan een representatief deel van de in artikel 54, eerste lid, bedoelde ondernemingen opdragen een daartoe strekkend voorstel voor te bereiden en aan haar toe te zenden.
2. Ondernemingen als bedoeld in artikel 54, eerste lid, en de representatieve organisaties, bedoeld in artikel 54, tweede lid, kunnen hun zienswijze op een dergelijk ontwerp van een besluit aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit kenbaar maken binnen twaalf weken na het tijdstip waarop het ontwerp van het besluit is bekendgemaakt.
3. Indien de in het tweede lid bedoelde ondernemingen en representatieve organisaties niet binnen de in het tweede lid genoemde termijn hun zienswijze op het ontwerp van het besluit kenbaar maken, stelt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit het besluit vast met inachtneming van de belangen, bedoeld in artikel 36, eerste lid, onderdelen b tot en met f, met artikel 36, tweede lid, en met de regels, bedoeld in artikel 53.
4. Indien de ondernemingen, bedoeld in het eerste lid, niet binnen twaalf weken na toezending van de in het eerste lid bedoelde opdracht, een voorstel aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit zenden, stelt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de voorwaarden vast met inachtneming van de belangen, bedoeld in artikel 36, eerste lid, onderdelen b tot en met f, met artikel 36, tweede lid, en met de regels, bedoeld in artikel 53.
Ten aanzien van de overeenkomstig dit hoofdstuk door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit vastgestelde voorwaarden zijn de artikelen 37a en 38, eerste tot en met derde lid, van overeenkomstige toepassing.
1. De door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit op basis van artikel 31, eerste lid, op 6 maart 2007 vastgestelde informatiecode (Stcrt. 2007, 49) wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk aangemerkt als voorwaarden die overeenkomstig dit hoofdstuk zijn vastgesteld.
2. Uiterlijk 12 weken na inwerkingtreding van dit hoofdstuk ontvangt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel als bedoeld in artikel 54, eerste lid, dat tot doel heeft de in het eerste lid bedoelde informatiecode uit te breiden tot voorwaarden voor alle soorten ondernemingen, genoemd in artikel 54, eerste lid.
R
Artikel 72ac wordt gewijzigd als volgt:
1. Onder vernummering van het tweede tot derde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid kan het door een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, aan een leverancier op grond van artikel 72aa, tweede lid verschuldigde tarief en het door de leverancier op grond van artikel 16b, tweede lid, aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet verschuldigde bedrag bij dwangbevel worden ingevorderd.
2. In het derde lid wordt na «aan de netbeheerder» ingevoegd: of, indien het een afnemer betreft als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, aan de leverancier.
S
In artikel 77h, eerste lid, wordt «artikel 13, 22, tweede lid, en hoofdstuk 8, § 1a,» vervangen door: artikel 13, 22, tweede lid, 26aa, 26ad, vijfde lid, en 26ae, tiende lid,.
T
Artikel 77i, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. Onderdeel a wordt gewijzigd als volgt:
a. Na «24a,» wordt ingevoegd: 26ae, twaalfde lid,.
b. De zinsnede «95k en 95l» wordt vervangen door: 95k, 95l en 95o.
2. Onderdeel b wordt gewijzigd als volgt:
a. De zinsnede «16, eerste lid, onderdelen a tot en met f, en h tot en met j» wordt vervangen door: 16, eerste lid, onderdelen a tot en met f, h tot en met j, n, o en p.
b. De zinsnede «19,» vervalt.
c. Na «24, eerste en derde lid,» wordt ingevoegd: 26ab, 26ac, 26ad, eerste tot en met vierde lid, 26ae, eerste tot en met vierde lid, zesde, zevende en negende lid,.
d. Na «47,» wordt ingevoegd: 55, 56, tweede lid, 57, derde en vierde lid,.
e. Na «95b, eerste en vijfde lid,» wordt ingevoegd: 95ca, 95cb, eerste, tweede, vijfde en zesde lid,.
Ta
In artikel 82, derde lid, wordt de zinsnede «41 en 41c» vervangen door: 41, 41c, 55, 56, tweede lid, en 57, derde en vierde lid.
U
In artikel 86b wordt «de meetinrichting» vervangen door: de inrichting om te meten.
V
Artikel 94 vervalt.
W
Na artikel 95c worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
1. Een leverancier schakelt een meetbedrijf in voor het collecteren, valideren en vaststellen van de meetgegevens die betrekking hebben op afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid.
2. In afwijking van het eerste lid worden de meetgegevens die betrekking hebben op:
a. een rechtspersoon of een natuurlijke persoon die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en
b. behalve één of meer aansluitingen met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk aan 3 * 80 A ten minste één aansluiting heeft met een doorlaatwaarde groter dan 3 * 80 A, gecollecteerd, gevalideerd en vastgesteld door het meetbedrijf dat die rechtspersoon of natuurlijke persoon daartoe inschakelt.
3. Indien een leverancier voor de levering van elektriciteit aan afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, factureert op basis van meetgegevens, maakt hij gebruik van meetgegevens die het meetbedrijf heeft gecollecteerd, gevalideerd en vastgesteld.
4. Een meetbedrijf verstrekt slechts meetgegevens aan anderen dan de betrokken afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, of de betrokken leverancier indien die ander de desbetreffende meetgegevens op basis van artikel 8 van de Wet bescherming persoonsgegevens mag verwerken.
1. Een leverancier heeft ten aanzien van een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, tot taak de door deze afnemer verschuldigde bedragen voor de uitvoering van de bij of krachtens deze wet aan de netbeheerder opgedragen taken te factureren en innen. De leverancier brengt hiervoor geen kosten in rekening aan de netbeheerder.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op bedragen die zijn gebaseerd op tarieven met een eenmalig karakter.
3. De betaling door een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, aan een leverancier van de overeenkomstig het eerste en tweede lid gefactureerde bedragen, alsmede van de overeenkomstig artikel 16b, tweede lid, gefactureerde tarieven, geldt als bevrijdende betaling.
4. Rechtsvorderingen tot betaling van de door de leverancier overeenkomstig het eerste en tweede lid gefactureerde bedragen alsmede van de overeenkomstig artikel 16b, tweede lid, gefactureerde tarieven, verjaren door verloop van twee jaren. Indien de leverancier de factuur, bedoeld in het eerste lid, niet binnen twee jaar na het moment dat de betreffende dienst door de netbeheerder aan de afnemer is geleverd, aan de afnemer heeft gezonden, vervalt het recht om voor de betreffende dienst bij de afnemer te factureren.
5. Een leverancier draagt de door hem overeenkomstig het eerste lid gefactureerde bedragen, alsmede de door hem overeenkomstig artikel 16b, tweede lid, gefactureerde tarieven, af aan de desbetreffende netbeheerder.
6. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de afdracht, bedoeld in het vijfde lid.
X
Artikel 95i vervalt.
Y
Na hoofdstuk 8, § 1b, wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de eisen waaraan een meetinrichting, die moet voldoen aan dit artikel, ten minste voldoet, welke eisen kunnen verschillen per categorie afnemers.
2. De in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur stelt ten minste eisen betreffende de functionaliteiten van de meetinrichting.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels wordt gesteld over meetinrichtingen, waaronder in elk geval regels over de installatie van meetinrichtingen en regels over de administratie in verband met het vervangen, installeren of verwijderen van meetinrichtingen.
4. De voordracht voor een krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp in de Staatscourant is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, wensen en bedenkingen ter kennis van Onze Minister van Economische Zaken te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
a. de inrichting van facturen inzake het verbruik van elektriciteit,
b. de frequentie van facturen inzake het verbruik van elektriciteit,
c. het verstrekken van gegevens over het verbruik van elektriciteit en
d. degenen die de informatie, bedoeld in de onderdelen a, b en c, verstrekken, welke regels kunnen verschillen per categorie van ontvangers van de informatie, bedoeld in de onderdelen a, b en c.
Z
In artikel 95m, derde lid, wordt «Leveranciers en netbeheerders» vervangen door: Leveranciers.
AA
Na artikel 95n worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
1. Leveranciers zijn verplicht om aan afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, naast eventuele andere vrije contractvormen, levering volgens een modelcontract aan te bieden.
2. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt het modelcontract vast, na consultatie van organisaties van leveranciers, netbeheerders en afnemers.
1. De leverancier voorziet in een transparante, eenvoudige en goedkope procedure voor de behandeling van klachten van afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, over de levering.
2. De in het eerste lid bedoelde procedure voorziet er voorts in dat:
a. de behandeling van de klacht geschiedt door een persoon die niet bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest,
b. de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis wordt gesteld van de bevindingen naar aanleiding van de klacht en van de conclusies die daaraan worden verbonden en
c. de klacht zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen acht weken wordt afgehandeld.
3. Indien een leverancier van een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, een klacht of vraag ontvangt over het netbeheer, zendt de leverancier deze onverwijld door naar de netbeheerder op wie de klacht of vraag betrekking heeft, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de klager of de vrager.
De Gaswet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel v door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:
het gehele samenstel van apparatuur dat ten minste tot doel heeft het uitgewisselde gas te meten;
een organisatorische eenheid die zich bezighoudt met het collecteren, valideren en vaststellen van meetgegevens betreffende gas.
B
Artikel 7a, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt: In onderdeel d wordt «artikel 10a, eerste lid, onderdelen c, d en f» vervangen door: artikel 10, vijfde lid, en 10a, eerste lid, onderdelen c, d en f.
C
Aan artikel 10 worden vier leden toegevoegd, luidende:
5. Een netbeheerder heeft met betrekking tot zijn netten, in aanvulling op de in het eerste en derde lid genoemde taken, tevens tot taak:
a. ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, voor elke aansluiting beschikt over een geïnstalleerde meetinrichting, tenzij die afnemer blijkens de voorwaarden, bedoeld in artikel 12b, eerste lid, onderdelen a of b, beschikt over een onbemeten aansluiting;
b. zorg te dragen voor het beheer en onderhoud van de bij een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, geïnstalleerde meetinrichting.
6. Het is anderen dan de desbetreffende netbeheerder verboden een taak uit te voeren als bedoeld in het vijfde lid.
7. [Vervallen]
D
Artikel 12b wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden als volgt:
b. de wijze waarop netbeheerders en afnemers alsmede netbeheerders zich jegens elkaar gedragen ten aanzien van het meten van gegevens betreffende het transport van gas;.
2. Het derde lid, onderdeel e, komt als volgt te luiden:
e. de betalingsvoorwaarden, die in elk geval inhouden dat een factuur tot betaling van een schuld van een afnemer ter zake van geleverde diensten als bedoeld in artikel 12a binnen twee jaar na het moment dat de betreffende dienst door de netbeheerder aan de afnemer is geleverd, aan de afnemer wordt gezonden en dat bij gebreke daarvan het recht vervalt om voor de betreffende dienst aan de afnemer te factureren. Dit recht om te factureren vervalt niet, indien het uitblijven van de bedoelde factuur, een onjuiste factuur daaronder begrepen, het rechtstreekse gevolg is van een daartoe gerichte opzettelijke gedraging van de afnemer.
E
Voor hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, verleent de nodige medewerking aan de uitvoering van de taken, genoemd in artikel 10, vijfde lid.
1. Een netbeheerder verleent een leverancier toegang tot meetgegevens betreffende afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, voorzover het gaat om meetgegevens betreffende afnemers van die leverancier.
2. In afwijking van het eerste lid verleent een netbeheerder een leverancier uitsluitend toegang tot meetgegevens die betrekking hebben op een kleiner tijdsbestek dan een dag, voor zover die leverancier de desbetreffende meetgegevens op basis van artikel 8, onderdeel a, van de Wet bescherming persoonsgegevens mag verwerken.
3. Een netbeheerder verleent een derde uitsluitend toegang tot meetgegevens betreffende afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, voorzover deze derde de desbetreffende meetgegevens op basis van artikel 8, onderdeel a, van de Wet bescherming persoonsgegevens mag verwerken.
4. Meetgegevens per uur en per dag worden dagelijks door de netbeheerder om niet beschikbaar gesteld. Overige meetgegevens worden door de netbeheerder tegen een vergoeding van de daaraan verbonden kosten beschikbaar gesteld.
Een netbeheerder brengt op verzoek van een leverancier wijzigingen aan in de besturings- en toepassingsprogramma’s van meetinrichtingen die ter beschikking zijn gesteld aan afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de betreffende leverancier, tenzij een meetinrichting door inwilliging van het verzoek niet langer zou voldoen aan de voor die meetinrichting gestelde eisen of op andere wijze afbreuk gedaan zou worden aan de integriteit van de meetinrichting.
1. Een netbeheerder heeft in het kader van het beheer van zijn netten tot taak ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, binnen een redelijke termijn de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen, wanneer:
a. de afnemer hierom vraagt, tenzij het ter beschikking stellen technisch onmogelijk is, financieel niet redelijk is of dit niet in verhouding staat tot de potentiële energiebesparingen;
b. een bestaande meetinrichting wordt vervangen, tenzij het ter beschikking stellen technisch onmogelijk is of niet kostenefficiënt is in verhouding tot de geraamde potentiële energiebesparingen op lange termijn;
c. een nieuwe aansluiting wordt gemaakt in een nieuw gebouw;
d. een gebouw ingrijpend wordt gerenoveerd.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in aanvulling op het eerste lid andere situaties worden bepaald waarin een netbeheerder tot taak heeft ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, binnen een redelijke termijn de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen.
3. In aanvulling op het eerste en tweede lid kan een netbeheerder ervoor zorg dragen dat een afnemer de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen.
4. In verband met de meerkosten die verbonden zijn aan het door een netbeheerder ter beschikking stellen van een meetinrichting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en het tweede lid, is de desbetreffende afnemer aan de desbetreffende netbeheerder een vergoeding verschuldigd.
5. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de vergoeding vastgesteld die voor verschillende situaties verschillend kan worden vastgesteld.
6. Een ander dan een netbeheerder kan op verzoek van een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, er na voorafgaande melding aan de betreffende netbeheerder voor zorgdragen dat die afnemer voor een of meer aansluitingen beschikt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen.
7. Indien een ander dan een netbeheerder er zorg voor draagt dat een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, beschikt over een meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a gestelde eisen en die meetinrichting niet door de betreffende netbeheerder ter beschikking is gesteld, betaalt die netbeheerder aan die ander een overnamevergoeding.
8. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de overnamevergoeding vastgesteld.
9. Het is anderen dan de netbeheerder niet toegestaan bij afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, geïnstalleerde, op afstand uitleesbare meetinrichtingen te vervangen die zijn geïnstalleerd na 31 december 2005.
10. Een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, verleent de nodige medewerking aan de uitvoering van het eerste tot en met derde lid.
1. Een netbeheerder heeft in het kader van het beheer van zijn netten tot taak ervoor zorg te dragen dat in een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen periode, elke afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, voor elke aansluiting de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen, tenzij die afnemer blijkens de voorwaarden, bedoeld in artikel 12b, eerste lid, onderdelen a of b, beschikt over een onbemeten aansluiting.
2. In aanvulling op het eerste lid heeft een netbeheerder tot taak ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, de beschikking krijgt over een meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a gestelde eisen, wanneer:
a. een bestaande meetinrichting wordt vervangen, tenzij dit technisch onmogelijk is of niet efficiënt is in verhouding tot de geraamde potentiële energiebesparingen op lange termijn;
b. een nieuwe aansluiting wordt gemaakt in een nieuw gebouw;
c. een gebouw ingrijpend wordt gerenoveerd.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in aanvulling op het tweede lid andere situaties worden bepaald waarin een netbeheerder tot taak heeft ervoor zorg te dragen dat een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen.
4. Een netbeheerder draagt er zorg voor dat een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, op een eerder tijdstip dan het door de netbeheerder op grond van het eerste lid voorziene tijdstip, voor een of meer aansluitingen op verzoek van een natuurlijke persoon of rechtspersoon die daarbij belang heeft, de beschikking krijgt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen, tenzij dit ertoe leidt dat de planning die de netbeheerder hanteert om te voldoen aan de in het eerste lid bedoelde verplichting, niet wordt gehaald.
5. In verband met de meerkosten die verbonden zijn aan het door een netbeheerder eerder ter beschikking stellen van een meetinrichting als bedoeld in het derde en vierde lid, is de desbetreffende afnemer aan de desbetreffende netbeheerder een vergoeding verschuldigd.
6. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de vergoeding vastgesteld die voor verschillende situaties verschillend kan worden vastgesteld.
7. Gedurende de in het eerste lid bedoelde periode kan een ander dan een netbeheerder op verzoek van een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, er na voorafgaande melding aan de betreffende netbeheerder voor zorgdragen dat die afnemer voor een of meer aansluitingen beschikt over een geïnstalleerde meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen die gelden op het tijdstip van terbeschikkingstelling.
8. Indien een ander dan een netbeheerder er zorg voor draagt dat een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, beschikt over een meetinrichting die ten minste voldoet aan de krachtens artikel 42a gestelde eisen en die meetinrichting niet door de betreffende netbeheerder ter beschikking is gesteld, betaalt die netbeheerder aan die ander een overnamevergoeding.
9. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de overnamevergoeding vastgesteld.
10. Het is anderen dan de netbeheerder niet toegestaan bij afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, geïnstalleerde, op afstand uitleesbare meetinrichtingen te vervangen die geïnstalleerd zijn tussen 31 december 2005 en het tijdstip waarop de in het eerste lid bedoelde periode aanvangt.
11. Een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, verleent de nodige medewerking aan de uitvoering van de taken, bedoeld in het eerste tot en met derde lid.
12. In aanvulling op artikel 81e, eerste lid, kan het tarief voor de meting van gas mede betrekking hebben op de mate waarin een netbeheerder voortgang boekt bij de uitvoering van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, en alsdan verschillen per netbeheerder.
13. Een netbeheerder zendt jaarlijks vóór 1 juni een rapportage aan Onze Minister en de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit waarin hij aangeeft welke voortgang is geboekt met de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid.
Een op afstand uitleesbare meetinrichting, die aan een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, ter beschikking is gesteld tussen 31 december 2005 en het tijdstip waarop de in artikel 13e, eerste lid, bedoelde periode aanvangt, wordt voor 15 jaren, te rekenen vanaf de datum van terbeschikkingstelling aan die afnemer, aangemerkt als een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 42a, eerste lid, gestelde eisen.
F
Hoofdstuk 3 komt te luiden:
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot een of meer voorwaarden, bedoeld in artikel 22, eerste lid.
1. Met inachtneming van de krachtens artikel 21 vastgestelde regels zendt een representatief deel van de ondernemingen die zich bezighouden met het transporteren, leveren of meten van gas aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel voor de door hen jegens elkaar en afnemers in het kader van administratieve processen te hanteren voorwaarden met betrekking tot de wijze waarop de met die administratieve processen samenhangende gegevens worden vastgelegd, uitgewisseld of gebruikt of met betrekking tot de wijze waarop en de termijn waarbinnen die gegevens worden bewaard.
2. Ondernemingen die een voorstel doen, voeren overleg over dit voorstel met representatieve organisaties van partijen op de gasmarkt.
3. In het voorstel dat aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit wordt gezonden, geven de ondernemingen aan welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die de organisaties, bedoeld in het tweede lid, naar voren hebben gebracht.
De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt de voorwaarden vast met inachtneming van:
a. het voorstel als bedoeld in artikel 22, eerste lid,
b. de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 22, tweede lid,
c. de regels, bedoeld in artikel 21, en
d. artikel 12f, eerste lid, onderdelen b tot en met f, en tweede lid.
1. Na ontvangst van een voorstel als bedoeld in artikel 22, eerste lid, kan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de in artikel 22, eerste lid, bedoelde ondernemingen die het voorstel hebben ingediend, opdragen binnen vier weken en met inachtneming van zijn bevindingen, waaronder zijn bevindingen omtrent de belangen, bedoeld in artikel 12f, eerste lid, onderdelen b tot en met f, de regels, bedoeld in artikel 21, of het bepaalde, bedoeld in artikel 12f, tweede lid, het voorstel te wijzigen. Indien de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit van deze bevoegdheid gebruik maakt is artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
2. Indien de ondernemingen, bedoeld in het eerste lid, niet binnen vier weken het voorstel wijzigen overeenkomstig de opdracht van de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit, stelt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de voorwaarden vast onder het aanbrengen van zodanige wijzigingen dat deze in overeenstemming zijn met de belangen, bedoeld in artikel 12f, eerste lid, onderdelen b tot en met f, met artikel 12f, tweede lid, of met de regels, bedoeld in artikel 21.
1. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit kan uit eigen beweging een ontwerp van een besluit maken tot wijziging van de voorwaarden, bedoeld in artikel 22, eerste lid, of kan een representatief deel van de in artikel 22, eerste lid, bedoelde ondernemingen opdragen een daartoe strekkend voorstel voor te bereiden en aan haar toe te zenden.
2. Ondernemingen als bedoeld in artikel 22, eerste lid, en de representatieve organisaties, bedoeld in artikel 22, tweede lid, kunnen hun zienswijze op een dergelijk ontwerp van een besluit aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit kenbaar maken binnen twaalf weken na het tijdstip waarop het ontwerp van het besluit is bekendgemaakt.
3. Indien de in het tweede lid bedoelde ondernemingen en representatieve organisaties niet binnen de in het tweede lid genoemde termijn hun zienswijze op het ontwerp van het besluit kenbaar maken, stelt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit het besluit vast met inachtneming van de belangen, bedoeld in artikel 12f, eerste lid, onderdelen b tot en met f, met artikel 12f, tweede lid, en met de regels, bedoeld in artikel 21.
4. Indien de ondernemingen, bedoeld in het eerste lid, niet binnen twaalf weken na toezending van de in het eerste lid bedoelde opdracht, een voorstel aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit zenden, stelt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit de voorwaarden vast met inachtneming van de belangen, bedoeld in artikel 12f, eerste lid, onderdelen b tot en met f, met artikel 12f, tweede lid, en met de regels, bedoeld in artikel 21.
Ten aanzien van de overeenkomstig dit hoofdstuk door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit vastgestelde voorwaarden zijn de artikelen 12h en 12i, eerste tot en met derde lid, van overeenkomstige toepassing.
1. De door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit op basis van artikel 12b, eerste lid, op 6 maart 2007 vastgestelde informatiecode (Stcrt. 2007, 49) wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen aangemerkt als voorwaarden die overeenkomstig dit hoofdstuk zijn vastgesteld.
2. Uiterlijk 12 weken na inwerkingtreding van dit hoofdstuk ontvangt de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een voorstel als bedoeld in artikel 22, eerste lid, dat tot doel heeft de in het eerste lid bedoelde informatiecode uit te breiden tot voorwaarden voor alle soorten ondernemingen, genoemd in artikel 22, eerste lid.
G
In artikel 35c wordt «de kosten» vervangen door: de eenmalige kosten.
H
1. Artikel 35d, eerste lid, komt te luiden:
1. Een netbeheerder voorziet in een transparante, eenvoudige en goedkope procedure voor de behandeling van klachten van afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, over het netbeheer.
2. In het tweede lid, aanhef, wordt «ten minste» vervangen door: voorts.
I
Artikel 37, vierde lid, vervalt.
J
Na hoofdstuk 5, paragraaf 5.2, wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de eisen waaraan een meetinrichting, die moet voldoen aan dit artikel, ten minste voldoet, welke eisen kunnen verschillen per categorie afnemers.
2. De in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur stelt ten minste eisen betreffende de functionaliteiten van de meetinrichting.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels wordt gesteld over meetinrichtingen, waaronder in elk geval regels over de installatie van meetinrichtingen en regels over de administratie in verband met het vervangen, installeren of verwijderen van meetinrichtingen.
4. De voordracht voor een krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp in de Staatscourant is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, wensen en bedenkingen ter kennis van Onze Minister van Economische Zaken te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
a. de inrichting van facturen inzake het verbruik van gas,
b. de frequentie van facturen inzake het verbruik van gas,
c. het verstrekken van gegevens over het verbruik van gas en
d. degenen die de informatie, bedoeld in de onderdelen a, b en c, verstrekken, welke regels kunnen verschillen per categorie van ontvangers van de informatie, bedoeld in de onderdelen a, b en c.
K
Artikel 43 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het is verboden zonder vergunning gas te leveren aan afnemers die beschikken over een aansluiting op een net met een totale maximale capaciteit van ten hoogste 40 m3(n) per uur.
2. Het derde lid vervalt.
L
Na artikel 44 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
1. Een leverancier schakelt een meetbedrijf in voor het collecteren, valideren en vaststellen van de meetgegevens die betrekking hebben op afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid.
2. In afwijking van het eerste lid worden de meetgegevens die betrekking hebben op:
a. een rechtspersoon of een natuurlijke persoon die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en
b. behalve één of meer aansluitingen met een capaciteit kleiner dan of gelijk aan 40 m3(n) per uur ten minste één aansluiting heeft met een capaciteit groter dan 40 m3(n) per uur, gecollecteerd, gevalideerd en vastgesteld door het meetbedrijf dat die rechtspersoon of natuurlijke persoon daartoe inschakelt.
3. Indien een leverancier voor de levering van gas aan afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, factureert op basis van meetgegevens, maakt hij gebruik van meetgegevens die het meetbedrijf heeft gecollecteerd, gevalideerd en vastgesteld.
4. Een meetbedrijf verstrekt slechts meetgegevens aan anderen dan de betrokken afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, of de betrokken leverancier indien die ander de desbetreffende meetgegevens op basis van artikel 8 van de Wet bescherming persoonsgegevens mag verwerken.
1. Een leverancier heeft ten aanzien van een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, tot taak de door deze afnemer verschuldigde bedragen voor de uitvoering van de bij of krachtens deze wet aan de netbeheerder opgedragen taken te factureren en innen. De leverancier brengt hiervoor geen kosten in rekening aan de netbeheerder.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op bedragen die zijn gebaseerd op tarieven met een eenmalig karakter.
3. De betaling door een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, aan een leverancier van de overeenkomstig het eerste en tweede lid gefactureerde bedragen geldt als bevrijdende betaling.
4. Rechtsvorderingen tot betaling van de door de leverancier overeenkomstig het eerste en tweede lid gefactureerde bedragen verjaren door verloop van twee jaren. Indien de leverancier de factuur, bedoeld in het eerste lid, niet binnen twee jaar na het moment dat de betreffende dienst door de netbeheerder aan de afnemer is geleverd, aan de afnemer heeft gezonden, vervalt het recht om voor de betreffende dienst bij de afnemer te factureren.
5. Een leverancier draagt de door hem overeenkomstig het eerste lid gefactureerde bedragen af aan de desbetreffende netbeheerder.
6. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de afdracht, bedoeld in het vijfde lid.
M
Artikel 49 vervalt.
N
In artikel 52b, derde lid, wordt «Leveranciers en netbeheerders» vervangen door: Leveranciers.
O
In artikel 52c, onderdeel c, wordt «een verbruik van minder dan 170 000 m3 gas per jaar» vervangen door: een capaciteit kleiner dan of gelijk aan 40 m3(n) per uur.
P
Na artikel 52 c worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
1. Leveranciers zijn verplicht om aan afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, naast eventuele andere vrije contractvormen, levering volgens een modelcontract aan te bieden.
2. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit stelt het modelcontract vast, na consultatie van organisaties van leveranciers, netbeheerders en afnemers.
1. De leverancier voorziet in een transparante, eenvoudige en goedkope procedure voor de behandeling van klachten van afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, over de levering.
2. De in het eerste lid bedoelde procedure voorziet er voorts in dat:
a. de behandeling van de klacht geschiedt door een persoon die niet bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest,
b. de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis wordt gesteld van de bevindingen naar aanleiding van de klacht en van de conclusies die daaraan worden verbonden, en
c. de klacht zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen acht weken wordt afgehandeld.
3. Indien een leverancier van een afnemer als bedoeld in artikel 43, eerste lid, een klacht of vraag ontvangt over het netbeheer, zendt de leverancier deze onverwijld door naar de netbeheerder op wie de klacht of vraag betrekking heeft, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de klager of de vrager.
Q
In artikel 60ac, eerste lid, wordt «43 tot en met 46» vervangen door: 13a, 13d, vijfde lid, en 13e, tiende lid.
R
Artikel 60ad, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
1. Onderdeel a wordt gewijzigd als volgt:
a. Na «10d, derde lid,» wordt ingevoegd: 12i, derde lid, 13e, twaalfde lid,.
b.Vervallen
c. Na «52a, derde lid,» wordt ingevoegd: 52d,.
2. Onderdeel b wordt gewijzigd als volgt:
a. De zinsnede «10, eerste lid, derde lid, onderdeel a, en vierde lid» wordt vervangen door: 10, eerste lid, derde lid, onderdeel a, en vierde tot en met zesde lid.
b. De zinsnede «12b, eerste lid, 12e, eerste lid,» wordt vervangen door: 12b, 12e, eerste lid, 12f, 12g, 13b, 13c, 13d, eerste tot en met vierde lid, 13e, eerste tot en met vierde lid, zesde, zevende en negende lid,.
c. Na «18g, eerste tot en met derde lid,» wordt ingevoegd: 23, 24, tweede lid, 25, derde en vierde lid,.
d. Na «44, eerste en vijfde lid,» wordt ingevoegd: 44a, 44b eerste, tweede, vijfde en zesde lid,.
Ra
In artikel 61, derde lid, wordt na »12g» een zinsnede ingevoegd, luidende: 23, 24, tweede lid, 25, derde en vierde lid,.
S
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 81c, tweede lid, onderdeel c, door een puntkomma, wordt aan het tweede lid een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. zijn vastgesteld met gebruikmaking van gegevens omtrent kosten voor bepaalde diensten, terwijl netbeheerders die diensten in het jaar t of een gedeelte van jaar t niet hebben geleverd of voor die diensten geen of minder kosten hebben gemaakt.
T
Artikel 81e komt te luiden:
1. Het tarief voor de meting van gas bij afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, heeft betrekking op:
a. het beheer van de meetinrichtingen;
b. het verschaffen van toegang tot meetgegevens als bedoeld in artikel 13b, eerste en tweede lid.
2. De tarieven voor de meting van gas bij afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, worden vastgesteld door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en met representatieve organisaties van partijen op de gasmarkt. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot procedure tot vaststelling van de tarieven voor de meting van gas bij afnemers als bedoeld in artikel 43, eerste lid, en de wijze van berekening van deze tarieven.
De Wet op de economische delicten wordt gewijzigd als volgt:
1. In artikel I, onder 4°, wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: de Elektriciteitswet 1998, de artikelen 26aa, 26ad, tiende lid, en 26ae, elfde lid.
2. In artikel I, onder 4°, wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: de Gaswet, de artikelen 13a, 13d, tiende lid, en 13e, elfde lid.
De Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 2006, 614) wordt gewijzigd als volgt:
1. Artikel IX vervalt.
2. In artikel IXC, vijfde lid, wordt «artikel IXb, eerste tot en met derde lid, vijfde, zesde, zevende of negende lid» vervangen door: het bepaalde bij of krachtens artikel IXb.
Tot de inwerkingtreding van het in artikel I, onderdeel W, van deze wet voorgestelde artikel 95cb, eerste lid, of het in artikel II, onderdeel L, van deze wet voorgestelde artikel 44b, eerste lid, betaalt een netbeheerder die met betrekking tot afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 43, eerste lid, van de Gaswet, de facturering en inning van de aan de netbeheerder verschuldigde bedragen laat verrichten door anderen en aan een of meer van hen hiervoor direct of indirect een vergoeding betaalt, aan elk van hen een gelijke vergoeding.
Indien artikel VI van het wetsvoorstel Aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt eerder in werking treedt dan onderdeel artikel I, onderdeel Z en artikel II, onderdeel N, van deze wet, wordt op het tijdstip van inwerkingtreding van laatstgenoemde onderdelen in die onderdelen «derde lid» vervangen door «tweede lid».
1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
2. De artikelen 26ad tot en met 26ah van artikel I, onderdeel J, vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen datum die voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
3. De artikelen 13d tot en met 13h van artikel II, onderdeel E, vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen datum die voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 26 februari 2011
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
M. J. M. Verhagen
Uitgegeven de vijftiende maart 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011-130.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.