Rijkswet van 14 oktober 2010 tot wijziging van het Wetboek van Militair Strafrecht in verband met het opnemen van een strafuitsluitingsgrond voor rechtmatig geweldgebruik door militairen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Militair Strafrecht te wijzigen in verband met het opnemen van een strafuitsluitingsgrond voor rechtmatig geweldgebruik door militairen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Militair Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd dat luidt:

  • 2. Niet strafbaar is de militair die geweld gebruikt in de rechtmatige uitoefening van zijn taak en in overeenstemming met de regels die voor de uitoefening van die taak zijn vastgesteld.

B

Artikel 71 komt te luiden:

Artikel 71

In dit wetboek wordt onder oorlog mede verstaan: een gewapend conflict dat niet als oorlog kan worden aangemerkt en waarbij het Koninkrijk is betrokken, hetzij ter individuele of collectieve zelfverdediging, hetzij tot herstel van internationale vrede en veiligheid.

C

Artikel 71a wordt gewijzigd als volgt: In het eerste lid wordt «de artikelen 71 en 71b» vervangen door «de artikelen 71b en 72».

D

Artikel 75, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. hetzij strijdkrachten van die mogendheden gemeenschappelijk optreden met strijdkrachten van de Staat in een gewapend conflict als bedoeld in artikel 71;.

ARTIKEL II

Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 14 oktober 2010

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

De Minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Uitgegeven de vijfde november 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 487 (R 1862)

Naar boven