Besluit van 22 september 2009, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel V, onderdelen A en C, van de Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001/681)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 september 2009, nr. WJZ/151641(6251), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel XXX van de Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001/681);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel V, onderdelen A en C, van de Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001/681) treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 september 2009

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Uitgegeven de negenentwintigste september 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

De Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs treedt met dit besluit gedeeltelijk in werking. Deze wet is reeds in werking getreden voor de sectoren Primair Onderwijs en Beroeps- en Volwassenen Educatie.

Per 1 december 2009 wordt voorzien in de eerste fase van invoering van het persoonsgebonden nummer in het Hoger Onderwijs. Daarvoor is het nodig artikel V, onderdelen A en C, van de genoemde Wet van 6 december 2001 in werking te laten treden.

Door deze inwerkingtreding worden de studenten bij inschrijving verplicht om hun persoonsgebonden nummer te overleggen (BSN). Hiermee kan het digitale gegevensverkeer tussen de instellingen, de IB-Groep en de studenten gefaciliteerd worden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven