Wet van 6 november 2008 tot wijziging van de Embryowet in verband met het schrappen van de termijn waarbinnen een voordracht moet worden gedaan voor een koninklijk besluit op grond waarvan artikel 24, onderdeel a, vervalt

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is artikel 33, tweede lid, van de Embryowet te wijzigen omdat de termijn waarbinnen een voordracht moet worden gedaan voor een koninklijk besluit waarin wordt bepaald dat artikel 24, onderdeel a, komt te vervallen op 1 september 2007 verstrijkt, en er geen voornemen bestaat om het in artikel 24, onderdeel a, vervatte verbod te doen vervallen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In artikel 33, tweede lid, van de Embryowet vervallen de tweede volzin en het woord «voorts» in de derde volzin.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 september 2007. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 augustus 2007, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 september 2007.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 6 november 2008

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de elfde december 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 046

Naar boven