Wet van 1 november 2007 tot wijziging van de Brandweerwet 1985 in verband met het verzekeren van de kwaliteit van brandweerpersoneel en de verbreding van de wettelijke taken van het Nederlands instituut fysieke veiligheid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met het verbeteren en verzekeren van de kwaliteit van het brandweerpersoneel en de verbreding van de wettelijke taken van het Nederlands instituut fysieke veiligheid wenselijk is de Brandweerwet 1985 te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Brandweerwet 1985 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding,» vervangen door: het instituut,.

2. Het eerste lid, onder b, komt te luiden:

b. de functies en rangen;

B

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

  • 1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld welke brandweeropleidingen worden afgesloten met een rijksexamen.

  • 2. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft het diploma af.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor het personeel van de gemeentelijke brandweer, de regionale brandweer en het instituut, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, regels gegeven ten aanzien van opleiden, examineren, bijscholen en oefenen.

  • 4. Met de vakorganisaties, bedoeld in artikel 14, tweede lid, wordt over het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, vast te stellen krachtens het derde lid van dit artikel, overleg gepleegd.

C

Artikel 18a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste tot en met het vierde lid komen te luiden:

  • 1. Er is een Nederlands instituut fysieke veiligheid. Het instituut heeft rechtspersoonlijkheid.

  • 2. Het instituut heeft de volgende taken op het gebied van de brandweerzorg, rampenbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en crisisbeheersing:

    a. het ontwikkelen van lesstof, oefenstof en leerstof voor, en het verzorgen van officiersopleidingen alsmede het verzorgen van andere door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te wijzen opleidingen die met een rijksexamen als bedoeld in artikel 15 worden afgesloten en het ontwikkelen van lesstof, oefenstof en leerstof hiervoor;

    b. het ontwikkelen en in stand houden van expertise door middel van het verzamelen en beheren van relevante kennis en zo nodig door het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek;

    c. het ter beschikking stellen van de verzamelde informatie en expertise aan organisaties die werkzaam zijn op het gebied van de brandweerzorg, rampenbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en crisisbeheersing.

  • 3. Het instituut kan op het gebied van de brandweerzorg, rampenbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, en crisisbeheersing andere werkzaamheden verrichten dan die welke uit de in het tweede lid genoemde taken voortvloeien, voor zover het betreft:

    a. het ontwikkelen van lesstof, oefenstof en leerstof voor, en het verzorgen van andere dan de in het tweede lid, onder a, bedoelde opleidingen;

    b. het werven en selecteren van kandidaten voor opleidingen als bedoeld in onderdeel a en het tweede lid, onder a;

    c. het organiseren van oefeningen;

    d. het verrichten van andere activiteiten die de deskundigheid van personen op de in de aanhef genoemde gebieden of het functioneren van de organisaties waarvoor zij werkzaam zijn, bevorderen;

    e. het verrichten van onderzoek voor en adviseren van derden teneinde direct of indirect een bijdrage te leveren aan de fysieke veiligheid.

  • 4. Voor de in het derde lid genoemde werkzaamheden, wordt een vergoeding van ten minste de integrale kosten berekend en de werkzaamheden mogen niet leiden tot concurrentievervalsing ten opzichte van private aanbieders van vergelijkbare diensten.

2. Er worden twee leden toegevoegd luidende:

  • 7. Het instituut houdt een zodanige administratie bij dat

    a. de registratie van lasten en baten van de taken, bedoeld in het tweede lid en van de werkzaamheden, bedoeld in het derde lid, gescheiden zijn;

    b. alle lasten en baten, op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen inzake kostprijsadministratie, correct worden toegerekend;

    c. de beginselen inzake kostprijsadministratie volgens welke de administratie wordt gevoerd, duidelijk zijn vastgelegd.

  • 8. Het instituut houdt een zodanige administratie bij dat informatie verschaft kan worden over de integrale kosten en over de baten van de werkzaamheden, bedoeld in het derde lid.

D

Artikel 18b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt: «vijf leden» vervangen door: zeven leden.

2. In het tweede lid vervalt de tweede zin.

E

Artikel 18c, zevende lid, vervalt.

ARTIKEL II

Tot drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet kunnen degenen die een opleiding als bedoeld in artikel 15 van de Brandweerwet 1985, zoals dat luidde vóór de inwerkingtreding van deze wet, nog niet met een examen hebben afgerond, deze examens afleggen op basis van de examenreglementen, zoals die luidden onmiddellijk voor de inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 1 november 2007

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

Uitgegeven de elfde december 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 30 875

Naar boven