Besluit van 11 december 2006, houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht, twee andere wetten en diverse besluiten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 4 december 2006, nr. FM 2006-02818 M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Algemeen en internationaal;

Gelet op artikel 7:2 van de Wet op het financieel toezicht, artikel 179 van de Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht, artikel IV van de Wet implementatie kapitaalakkoord Bazel 2, artikel 18 van het Besluit bekostiging financieel toezicht, artikel 60 van het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft, artikel 5 van het Besluit definitiebepalingen Wft, artikel 33 van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft, artikel 29 van het Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft, artikel 31 van het Besluit marktmisbruik Wft, artikel 8 van het Besluit boetes Wft, artikel 40 van het Besluit reikwijdtebepalingen Wft, artikel 147 van het Besluit prudentiële regels Wft, artikel 177 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, artikel 27 van het Aanpassingsbesluit Wft en artikel XIII van het Besluit implementatie kapitaalakkoord Bazel 2.

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2007 treden de volgende wetten in werking in de hieronder aangegeven volgorde:

a. Wet op het financieel toezicht, met uitzondering van hoofdstuk 5.5;

b. Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht;

c. Wet implementatie kapitaalakkoord Bazel 2.

Artikel 2

Artikel 31, vierde lid, van de Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Artikel 3

Met ingang van 1 januari 2007 treden de volgende besluiten in werking:

a. Besluit bekostiging financieel toezicht;

b. Besluit definitiebepalingen Wft;

c. Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft;

d. Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft;

e. Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft;

f. Besluit marktmisbruik Wft;

g. Besluit boetes Wft;

h. Besluit reikwijdtebepalingen Wft;

i. Besluit prudentiële regels Wft;

j. Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, met uitzondering van artikel 58;

k. Aanpassingsbesluit Wft;

l. Besluit implementatie kapitaalakkoord Bazel 2.

Artikel 4

Artikel 58 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 december 2006

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de twintigste december 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Het besluit voorziet in het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de op die wet gebaseerde besluiten en de Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht, alsmede op de inwerkingtreding van de Wet implementatie kapitaalakkoord Bazel 2 en het op die wet gebaseerde Besluit implementatie kapitaalakkoord Bazel 2.

De Wft wordt aangepast door de Wet implementatie kapitaalakkoord Bazel 2. Het Besluit implementatie kapitaalakkoord Bazel 2 wijzigt een aantal van de besluiten die op de Wft zijn gebaseerd. Gelet hierop is het van belang dat de Wet implementatie kapitaalakkoord Bazel 2 en het Besluit implementatie kapitaalakkoord Bazel 2 in werking treden na de Wft en de daarop gebaseerde besluiten.

Hoofdstuk 5.5 van de Wft treedt nog niet inwerking in verband met het wetsvoorstel ter uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod.1 Dit wetsvoorstel, dat een nieuw hoofdstuk 5.5 bevat, zal naar verwachting in februari–maart 2007 worden bekrachtigd. De wet zal spoedig daarna in werking treden. Tot dat moment zal op grond van artikel 176 van de Invoerings- en Aanpassingswet Wet op het financieel toezicht de Wet toezicht effectenverkeer 1995 van toepassing blijven met betrekking tot openbare biedingen.

Gelet op artikel 179, derde lid, van de Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht is bepaald dat artikel 31, vierde lid, van die wet terug werkt tot en met 1 januari 2006. Hiermee wordt een onduidelijkheid weggenomen die bij de inwerkingtreding van de Wet financiële dienstverlening op het gebied van de assurantiebelasting is ontstaan.2

Artikel 58 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft is gebaseerd op artikel 4:20, eerste lid, van de Wft en betreft de zogenaamde beloningstransparantie. Dit is een nieuwe verplichting.3 In het algemeen deel van de nota van toelichting aangaande de beloningstransparantie is aangegeven, dat de bepalingen over de beloningstransparantie op 1 oktober 2009 in werking zullen treden, omdat een overgangstermijn noodzakelijk wordt geacht.4

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Kamerstukken I, 2006/07, 30 418, A.

XNoot
2

Kamerstukken II, 2005/06, 30 658, nr. 3, blz. 18 en 19.

XNoot
3

Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, blz. 209.

XNoot
4

Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, blz. 123.

Naar boven