Besluit van 26 september 2006, houdende vaststelling van het tijdstip van
inwerkingtreding van de Wet van 7 september 2006 houdende regeling van
de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer
der Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden wegens
zwangerschap en bevalling of ziekte
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 20 september 2006,
nr. 2006-0000305930, Directie Constitutionele Zaken en
Wetgeving,
Gelet op
artikel X van de wet van 7 september 2006
houdende regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede
Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal, de provinciale staten en de
gemeenteraden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte (Stb.
418);
Hebben
goedgevonden en verstaan:
Enig Artikel
De wet van 7 september 2006 houdende regeling van de
tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der
Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden wegens
zwangerschap en bevalling of ziekte (Stb. 418), met uitzondering van de
artikelen I, onderdeel K, en IIIA, treedt in werking met ingang van de
dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit
wordt
geplaatst.
Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij
behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
’s-Gravenhage, 26
september 2006
Beatrix
De Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties,
A. Nicolaï
Uitgegeven de tiende oktober 2006
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
De artikelen I, onderdeel K, en IIIA van de wet van
7 september 2006 houdende regeling van de tijdelijke vervanging van
leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal, de
provinciale staten en de gemeenteraden wegens zwangerschap en bevalling
of ziekte (Stb. 418) (hierna: de wet) zien op de vervanging van de
Nederlandse leden van het Europees Parlement.
Binnen het Europees Parlement wordt nagedacht over een voorziening
op Europees niveau voor onder meer zwangerschapsverlof van de leden van
het Europees Parlement. Concreet wordt gesproken over een wijziging van
het Reglement van het Europees Parlement die er op neer komt dat de
lidstaten kunnen voorzien in een regeling met betrekking tot de
tijdelijke vervanging van de (nationale) leden van het Europees
Parlement gedurende het zwangerschapsverlof. De discussie binnen het
Europees Parlement, mede over de vraag in hoeverre een dergelijke
regeling verenigbaar is met de Europese Akte inzake de verkiezing van
het Europees Parlement, is op dit moment nog niet
afgerond.
Aangezien het Reglement van het
Europees Parlement op dit moment nog geen grondslag biedt voor de in de
wet opgenomen regeling met betrekking tot de tijdelijke vervanging van
de Nederlandse leden van het Europees Parlement, treden de genoemde
artikelen nog niet in werking. Zodra de discussie binnen het Europees
Parlement is afgerond, zal worden bezien of deze artikelen alsnog in
werking kunnen treden. Indien de uitkomst van de discussie een
aanpassing vergt van de in deze artikelen opgenomen regeling, zal ik de
spoedige indiening van een wetsvoorstel terzake
bevorderen.
De
Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties,
A. Nicolaï