Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2005, 620 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2005, 620 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 juli 2005, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/AL/05/52063, na overleg met Onze Minister van Justitie;
Gelet op de artikelen 14a, zevende lid, van de Algemene bijstandswet, 6, derde lid, 7b, vierde lid, 17a, zevende lid, Algemene Kinderbijslagwet, 3, vijfde lid, 10, tweede lid, 13, derde lid, 32a, vijfde lid, 32b, vierde lid, 32c, derde lid, 39, zevende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 1, zesde lid, 6, derde lid, 8a, vierde lid, 9a, derde lid, 17c, zevende lid, van de Algemene Ouderdomswet, 5, derde en vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, 1, zesde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, 10, zesde lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid, 6, tweede lid, 14a, zevende lid, van de Toeslagenwet, 3, derde en vierde lid, 17, vierde lid, 19, achtste lid, 27a, zevende lid, 42, negende en tiende lid van de Werkloosheidswet, 1, zesde lid, 3, derde lid, 7a, vijfde lid, 7b, vijfde lid, 19a, tweede lid, 21b, vierde lid, 48, zevende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 1, zesde lid, 6b, vijfde lid, 20a, vierde lid, 40, zevende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jongehandicapten, 415, vierde lid, 416, eerste lid, onder 2°, 450aa, tweede lid, en 452h van het Wetboek van Koophandel, 3, vijfde lid, 8, tweede lid, 20a, zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 3, vijfde lid, 20a, zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 1, zesde lid, 3, derde en vierde lid, 17, vierde lid, 19a, vijfde lid, 20, vijfde lid, 29a, zevende lid, 43b, tweede lid, 47b, vierde lid, 65, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 1, zesde lid, van de Wet voorzieningen gehandicapten, 3, vijfde lid, Wet werk en bijstand, 2, vijfde lid, 10, derde lid, 13, derde lid, van de Wet werk en inkomen kunstenaars, 2, zesde lid, 8, tweede lid, 10, vierde lid, 15, elfde lid, 44, eerste lid, 45, derde lid, 52, vijfde lid, 58, derde lid, 60, vijfde lid, 61, negende lid, 73, derde lid, 91, zevende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, en 1, zesde lid, 3, derde en vierde lid, 19a, vierde lid, 19b, vierde lid, 45a, zevende lid, van de Ziektewet;
De Raad van State gehoord (advies van 21 juli 2005, No. W12.05.0312/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 november 2005, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/AL/05/57838;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit aanspraken bij beroepsziekten van niet ingevolge de W.A.O. verzekerden wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Degene die niet op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en niet op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen verzekerd is en die arbeidsongeschikt wordt of wiens arbeidsongeschiktheid is toegenomen als gevolg van een beroepsziekte, genoemd in kolom I van de bijlage bij dit besluit, wordt voor het recht op toekenning onderscheidenlijk herziening van een arbeidsongeschiktheidsuitkering beschouwd alsof hij verzekerd is op grond van Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, indien de beroepsziekte veroorzaakt is door de in kolom II van de bijlage achter de ziekte vermelde, door de betrokkene verrichte werkzaamheden en hij ter zake van die werkzaamheden op grond van laatstgenoemde wet verzekerd was doch nimmer verzekerd is geweest op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
2. Onder vernummering van het tweede en derde lid, tot derde en vierde lid, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2. Degene die niet op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en niet op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen verzekerd is en die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt of gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt als gevolg van een beroepsziekte genoemd in kolom I van de bijlage, wordt voor het recht op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen beschouwd alsof hij verzekerd is op grond van die wet, indien de beroepsziekte veroorzaakt is door de in kolom II van de bijlage achter de ziekte vermelde door de betrokkene verrichte werkzaamheden en hij ter zake van die werkzaamheden op grond van die wet verzekerd was.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Voorzover het betreft door de betrokkene voor 1 juli 1967 verrichte werkzaamheden wordt bij de toepassing van het eerste lid in plaats van «beschouwd alsof hij verzekerd is op grond van Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» gelezen: beschouwd alsof hij verzekerd is op grond van de wettelijke ongevallenverzekering.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd;
1. In onderdeel a vervalt «of toeneming».
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. degene die bij het intreden van de volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid of de gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in samenhang met artikel 6, eerste lid, onder a of b, van de Ziektewet niet verzekerd is op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
In artikel 3 wordt na «alsof hij verzekerd is ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» toegevoegd: dan wel de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 1 van het Besluit aanspraken van schepelingen komt te luiden:
Bij samenloop over eenzelfde tijdvak en ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid van loon als bedoeld in artikel 415, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel met een of meer arbeidsongeschiktheidsuitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten dan wel met een arbeidsongeschiktheidsuitkering of WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt het loon slechts uitbetaald voorzover het de arbeidsongeschiktheidsuitkering of WGA-uitkering, voorzover deze is verleend ter zake van dezelfde arbeidsongeschiktheid, overtreft.
Het Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 wordt, onder verlettering van de onderdelen k tot en met m tot l tot en met n, een onderdeel ingevoegd, luidende:
k. Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel k vervalt «en».
2. Onder verlettering van de onderdelen k tot en met m tot l tot en met n, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
k. artikel 2, vierde lid, onderdeel d, van de Wet WIA;.
3. Aan het slot van onderdeel m (nieuw) wordt toegevoegd: en.
In artikel 3, eerste lid, onderdeel b, wordt, onder vernummering van de onderdelen 11 tot en met 13 tot 12 tot en met 14, een onderdeel ingevoegd, luidende:
11. de Wet WIA;.
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift van het artikel wordt na «WAZ,» toegevoegd: Wet WIA,.
2. Na «artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de WAZ» wordt toegevoegd: , artikel 2, tweede tot en met zesde lid, van de Wet WIA.
Het Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In afwijking van artikel 43, aanhef en onderdeel e, in samenhang met paragraaf 6.1 of 7.1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, ontstaat of herleeft het recht op een uitkering op grond van die wet dan wel eindigt een dergelijke uitkering niet voor de verzekerde die werkzaamheden in het algemeen belang verricht, of zijn in hetzelfde land wonende gezinslid.
Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In afwijking van artikel 43, aanhef en onderdeel e, in samenhang met paragraaf 6.1 of 7.1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, ontstaat of herleeft het recht op een uitkering op grond van die wet dan wel eindigt een dergelijke uitkering niet, indien de verzekerde op de Nederlandse Antillen woont.
Na artikel 15 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In afwijking van artikel 43, aanhef en onderdeel e, in samenhang met paragraaf 6.1 of 7.1 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, ontstaat of herleeft het recht op een uitkering op grond van die wet dan wel eindigt een dergelijke uitkering niet, indien de verzekerde op Aruba woont.
In artikel 1, aanhef, van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid wordt na «19a, vijfde lid, en 47b, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» ingevoegd: , 44, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Het Besluit gelijkstelling loondagen Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Voor de toepassing van artikel 17, onderdeel b, onder 1°, van de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93)» vervangen door: Voor de toepassing van artikel 17, aanhef en onderdeel b, onder 1°, van de Werkloosheidswet en artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
2. In het tweede lid wordt na «waarover recht op een uitkering op grond van hoofdstuk IIa of IIb van de Werkloosheidswet» toegevoegd: dan wel hoofdstuk 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
In artikel 2 wordt na «artikel 17, aanhef en onderdeel b, onder 1°, van de Werkloosheidswet» toegevoegd: en artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
2. Voor de toepassing van artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering op grond van die wet, geacht loon te hebben ontvangen over tijdvakken waarover premie is betaald.
3. Voor de toepassing van artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt de persoon die was toegelaten tot de vrijwillige verzekering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals deze wet luidde op de dag voorafgaand aan de dag waarop artikel 15 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in werking is getreden, geacht loon te hebben ontvangen over tijdvakken waarover premie is betaald.
Na artikel 3 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Voor de toepassing van artikel 17, aanhef en onderdeel b, onder 1°, van de Werkloosheidswet en artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt:
a. de werknemer die uitsluitend als gevolg van ploegendienst op minder dan vijf dagen per week arbeid verrichtte, geacht over het tijdvak waarin hij in ploegendienst werkzaam was, over vijf dagen per week loon te hebben genoten;
b. arbeid in een aaneengesloten nachtdienst op twee dagen verricht, gerekend als arbeid op één dag;
c. het aantal dagen waarover de werknemer gemiddeld per werkweek loon heeft genoten, geacht niet meer dan vijf te bedragen.
Artikel 5 komt te luiden:
In artikel 1, onderdeel e, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 wordt na «Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» ingevoegd: , de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 3 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden Waz wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Niet werknemer in de zin van artikel 3 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 8 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
2. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Niet verzekerd is de persoon die op grond van artikel 8 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de daarop berustende bepalingen, niet als werknemer wordt beschouwd, behoudens ter zake van arbeid als bedoeld in artikel 5 van de wet die hij daarnaast verricht.
Artikel 1 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 komt te luiden:
Het Besluit verlaagde wekeneis Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, eerste lid, en artikel 2, eerste lid, wordt na «bedoeld in artikel 17, onderdeel a, van de Werkloosheidswet» ingevoegd: en artikel 58, eerste lid, onderdeel a, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 4 komt te luiden:
Het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 22 december 1972, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 52 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 772) wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het eerste lid en het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de uitkeringen op grond van de hoofdstukken 6 en 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen met dien verstande dat onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan: volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid onderscheidenlijk gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid als bedoeld in die wet.
Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het eerste, tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het recht op een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 6 of 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dat als gevolg van de toepassing van artikel 10 van die wet is ontstaan of herleeft.
Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het eerste, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de uitkeringen, bedoeld in de hoofdstukken 6 en 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Aan artikel 6 wordt lid een lid toegevoegd, luidende:
4. Het eerste, tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de uitkeringen, bedoeld in de hoofdstukken 6 en 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het eerste, tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de uitkeringen, bedoeld in de hoofdstukken 6 en 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, met dien verstande dat voor «ingevolge artikel 15 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsuitkering» wordt gelezen: ingevolge artikel 14 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de uitkeringen, bedoeld in de hoofdstukken 6 en 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, met dien verstande dat voor «op grond van artikel 15 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsuitkering» wordt gelezen: op grond van artikel 14 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de uitkeringen, bedoeld in de hoofdstukken 6 en 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, met dien verstande dat voor «bedoeld in artikel 15 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» wordt gelezen bedoeld in artikel 14 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 10 komt te luiden:
Hoofdstuk 3, paragraaf 10, van het Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 december 1986, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 10 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (Stb. 686) vervalt.
Het Boetebesluit socialezekerheidswetten wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel j komt te luiden:
j. Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
2. In onderdeel p wordt «46, eerste lid, van de REA» vervangen door: 91, eerste lid, van de Wet WIA.
3. In onderdeel r wordt «45 van de REA» vervangen door: , 27 van de Wet WIA.
4. Onderdeel s, onder 2° tot en met 4°, wordt vervangen door:
2° de kosten van een als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van een inlichtingenverplichting ten onrechte opgedragen werkzaamheid op grond van artikel 130 van de WW;.
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 1, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de dag waarop op grond van artikel 2.10 van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen de Wet REA werd ingetrokken, blijft van toepassing op boeten, verplichtingen, subsidies en voorzieningen die tot de dag dat de Wet REA werd ingetrokken, onderscheidenlijk zijn opgelegd, golden of zijn toegekend.
Het Inkomensbesluit IOAW wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3, tweede lid, onderdeel b, wordt na «Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 1977, 492)» ingevoegd: , de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» vervangen door: , de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
2. In het tweede lid, onderdeel c, wordt na «artikel 22 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» toegevoegd: , artikel 53 of 63 van de Werk en inkomen naar arbeidsvermogen
In artikel 7, tweede lid, onderdeel c, van het Inkomensbesluit Toeslagenwet, wordt «artikel 22 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of beide artikelen» vervangen door: artikel 22 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of artikel 53 of 63 van de Werk en inkomen naar arbeidsvermogen of een combinatie van deze artikelen.
Het Inkomens- en samenloopbesluit Anw wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, aanhef, onderdeel b, wordt na «de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» toegevoegd: , de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
In artikel 7, tweede lid, onderdeel a, wordt na «artikel 22 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering» ingevoegd: , artikel 53 of 63 van de Werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
In het opschrift van artikel 4 en in artikel 4, eerste lid, van het Inkomensbesluit Wet WIA, wordt «artikel 61, negende lid» vervangen door: artikel 61, achtste lid.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus
Uitgegeven de achtste december 2005
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
In verband met de inwerkingtreding van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: Wet WIA) op 29 december 2005, wordt een aantal algemene maatregelen van bestuur gewijzigd. Met voorliggend besluit worden de volgende algemene maatregelen van bestuur aangepast:
• Besluit aanspraken bij beroepsziekten van niet ingevolgde de WAO verzekerden;
• Besluit aanspraken van schepelingen;
• Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998;
• Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen;
• Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid;
• Besluit verlaagde wekeneis Werkloosheidswet;
• Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999;
• Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden WAZ;
• Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990;
• Besluit gelijkstelling loondagen Werkloosheidswet;
• Besluit voorkoming of beperking samenloop WAO-uitkering met uitkering ingevolge de sociale wetgeving van een andere Mogendheid;
• Besluit voorschriften inzake aanspraken bij werkloosheid voor bepaalde groepen ambtenaren in de zin van de Algemeen burgerlijke pensioenwet;
• Boetebesluit socialezekerheidswetten;
• Inkomensbesluit IOAW;
• Inkomensbesluit Toeslagenwet;
• Inkomens- en samenloopbesluit Anw;
• Inkomensbesluit Wet WIA.
De wijzigingen in genoemde besluiten dienen er hoofdzakelijk slechts toe de Wet WIA aan de besluiten toe te voegen. Op een enkel punt is een beleidsmatige wijzing aangebracht.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het artikelsgewijze deel van deze toelichting.
De uitvoeringstoetsen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) en de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) geven aan dat de besluiten uitvoerbaar respectievelijk toezichtbaar zijn. Technische opmerkingen zijn verwerkt.
Artikel I. Wijziging Besluit aanspraken bij beroepsziekten van niet ingevolge de W.A.O. verzekerden
De inwerkingtreding van de Wet WIA is geen aanleiding om het beleid te wijzigen ten aanzien van beroepsziekten die zich pas na het einde van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsverzekering openbaren, zoals dat tot op heden op grond van de WAO geldt. Het Besluit aanspraken bij beroepsziekten van niet ingevolge de W.A.O. verzekerden, zal daarom door middel van een daartoe strekkende bepaling in de Wet Invoering en financiering Wet WIA (hierna: IWIA) ook voor de Wet WIA van toepassing zijn.
Omdat personen waar dit besluit op ziet, niet meer voor een van de arbeidsongeschiktheidswetten verzekerd zijn, zal nader moeten worden aangegeven in welke gevallen aanspraak bestaat op een WAO-uitkering en in welke gevallen aanspraak bestaat op een WIA-uitkering. In de IWIA wordt (in artikel 120 Wet WIA), kort samengevat en voorzover hier van belang, bepaald dat personen die op de dag van inwerkingtreding van de Wet WIA recht hadden op een WAO-uitkering deze uitkering zullen behouden (voor zolang men aan de vereisten daarvan voldoet) en dat indien deze uitkering is beëindigd, deze WAO-uitkering zo nodig herleeft.
Voor personen die nimmer verzekerd zijn geweest voor de Wet WIA, kan ook na inwerkingtreding van de Wet WIA, in geval van beroepsziekten, recht op een WAO-uitkering ontstaan (artikel 17 van de WAO en artikel I, onderdeel A, onder 1 van dit besluit).
Dit betekent dat personen die wel (ten minste een dag) voor de Wet WIA verzekerd zijn geweest en wier beroepsziekte zich eerst openbaart na inwerkingtreding van de Wet WIA er, ook in het geval de werkzaamheden zich voordien hebben voorgedaan, recht op een van de WIA-uitkeringen kan ontstaan (zie artikel 120 van de Wet WIA en het tweede lid van onderdeel A). Het derde lid van onderdeel A voorziet in een technische aanpassing van het oorspronkelijke tweede lid (nu derde lid) van artikel 1. Dit lid behoefde aanpassing als gevolg de nieuwe tekst van het eerste lid.
De onderdelen B, onder 1, en C voorzien in het toevoegen van de Wet WIA aan de artikelen 2 en 3 van het besluit. In verband met het nieuwe onderdeel c, in artikel 2, (onderdeel B, onder 2) wordt nog opgemerkt dat artikel 8, eerste lid, regelt wie verzekerde is op grond van de Wet WIA. Dit is de werknemer die verzekerd is op grond van de Ziektewet. Deze «getrapte» definitie van verzekerde verklaart de wat ongebruikelijke redactie van onderdeel c.
In onderdeel D wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot subdelegatie ten behoeve van het aanpassen van de bijlagen bij het besluit.
Artikel II. Wijziging Besluit aanspraken van schepelingen
Artikel III. Wijziging Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998
Artikel IV Wijziging Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen
Artikel V. Wijziging Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid
Artikel VII. Wijziging Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999
Artikel IX. Wijziging Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990
Artikel X. Wijziging Besluit verlaagde wekeneis Werkloosheidswet
Artikel XI. Wijziging Besluit voorkoming of beperking samenloop WAO-uitkering met uitkering ingevolge de sociale wetgeving van een andere Mogendheid
Artikel XIV. Wijziging Inkomensbesluit IOAW
Artikel XV. Wijziging Inkomensbesluit Toeslagenwet
Artikel XVI. Wijziging Inkomens- en samenloopbesluit Anw
De inwerkingtreding van de Wet WIA is geen aanleiding om in de hier genoemde besluiten ten aanzien van de Wet WIA een ander beleid te voeren dan ten aanzien van de WAO of in het geval van artikel X ten aanzien van de WW.
De (technische) wijzigingen in de genoemde besluiten dienen er slechts toe de Wet WIA aan de besluiten toe te voegen.
Artikel VI. Wijziging Besluit gelijkstelling loondagen Werkloosheidswet
Met uitzondering van de onderdelen C, tweede en derde lid, en D, betreffen de wijzigingen in het Besluit gelijkstelling loondagen Werkloosheidswet, technische aanpassingen van dat besluit in verband met de inwerkingtreding van de Wet WIA.
Onderdelen C en D betreffen respectievelijk een wijziging van artikel 3 en het invoegen van een nieuw artikel 3a in dat besluit.
Als gevolg van artikel 123 van de Wet WIA zal de vrijwillige verzekering voor de WAO worden omgezet in een vrijwillige verzekering op grond van de Wet WIA. Een vrijwillige verzekering voor deze wet zal worden aangegaan door personen die (tijdelijk) niet in loondienst werkzaam zijn. Deze personen zullen in deze periode (zonder nadere bepalingen) geen arbeidsverleden opbouwen terwijl ze wel voor de Wet WIA verzekerd zijn. Het derde lid van artikel 3 regelt daarom dat tijdvakken waarover premie is betaald voor de vrijwillige verzekering voor de WAO vanaf 1998 worden gelijkgesteld met tijdvakken waarover loon is ontvangen en mitsdien meetellen voor het arbeidsverleden van artikel 15 Wet WIA. Voor de vrijwillige verzekering voor de Wet WIA is dit in het tweede lid regelt. Tevens regelt dat tweede lid dat de vrijwillige verzekering voor de Wet WIA alleen meetelt voor het aantal loondagen voor de Wet WIA (en dus niet voor de WW).
De wijzigingen in onderdeel D vloeien mede voort uit wijzigingen in de WW in verband met de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen en met name de wijzigingen in artikel 17b van de WW (artikel 2, onderdeel Ab, van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen). Artikel 15 van de Wet WIA komt overeen met artikel 17b van de WW zoals dat dan komt te luiden. Op grond van deze artikelen kunnen regels worden gesteld in verband met het vaststellen van dagen waarover loon is ontvangen. In onderdeel D zijn een aantal van die regels opgenomen. Ze komen overeen met de regels die tot op heden op grond van artikel 17b, zesde lid, onderdeel c, van de WW gelden en zijn neergelegd in artikel 9, vijfde en zesde lid, van de Coördinatiewet sociale verzekeringen.
Artikel VIII. Wijziging Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden WAZ
De inwerkingtreding van de Wet WIA is geen aanleiding om in het genoemde besluit ten aanzien van de Wet WIA een ander beleid te voeren dan ten aanzien van de WAO. De voorgestelde technische wijziging dient er slechts toe de Wet WIA aan het besluiten toe te voegen. Voor de volledigheid wordt hierbij nog opgemerkt dat, anders dan in artikel 3, eerste lid, van het besluit, in het tweede lid van artikel 3, een verwijzing naar de artikelen 4 en 6 van de WAZ niet noodzakelijk is, omdat de daar bedoelde situaties zich in relatie tot de Wet WIA zich niet kunnen voordoen.
Artikel XII. Wijziging Besluit voorschriften inzake aanspraken bij werkloosheid voor bepaalde groepen ambtenaren in de zin van de Algemeen burgerlijke pensioenwet
De bepalingen van Hoofdstuk 3, § 10, van het Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 december 1986, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 10 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (Stb. 686) (ook wel bekend onder de naam Besluit voorschriften inzake aanspraken bij werkloosheid voor bepaalde groepen ambtenaren in de zin van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet) hebben hun werking inmiddels verloren en behoeven mitsdien niet meer aangepast te worden.
Artikel XIII. Wijziging Boetebesluit socialezekerheidswetten
Dit artikel past het Boetebesluit socialezekerheidswetten aan, aan het intrekken van de Wet op de (re)integratie (Wet Rea) en de invoering van de Wet WIA. In verband daarmee alsmede in verband met het feit dat artikel 130c van de Werkloosheidswet inmiddels is ingetrokken, kan het grootste gedeelte van artikel 1, onderdeel s, van het Boetebesluit sociale zekerheidswetten vervallen.
Het nieuwe artikel 6 komt in de plaats van het huidige artikel 6 dat zijn werking inmiddels heeft verloren. Het regelt dat de bevoegdheid tot het opleggen van een boete op grond van de Wet Rea nadat die wet is ingetrokken. Artikel 2.3, eerste lid, van de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, geeft hiervoor de wettelijke basis.
Artikel XVII. Wijziging Inkomensbesluit Wet WIA
Met ingang van 1 januari 2006 zal artikel 61, achtste lid, van de Wet WIA vervallen en zullen het negende en tiende lid vernummeren tot achtste en negende lid. Deze wijzigingen houden verband met de inwerkingtreding van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet en de inwerkingtreding van de Aanpassings- en verzamelwet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Als gevolg hiervan is het noodzakelijk de verwijzing naar artikel 61 van de Wet WIA in artikel 4 van het Inkomensbesluit Wet WIA met ingang van 1 januari 2006 ook aan te passen. Deze wijziging voorziet daarin.
Artikel XVIII Inwerkingtreding
Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel XVII, net als de meeste artikelen van de Wet WIA, met ingang van 29 december 2005 in werking.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2005-620.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.