Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatsblad 2005, 112 | AMvB |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen
Besluit van 19 februari 2005, houdende wijziging van het Kentekenreglement en het Reglement rijbewijzen in verband met de bescherming van persoonsgegevens en enige andere wijzigingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 december 2004, nr. HDJZ/AWW/2004-3025, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 38, eerste lid, 42, vijfde lid, 43, tweede lid, 44, eerste en vijfde lid, 126, vijfde lid, 127, tweede lid, 128, eerste lid, en 142, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
De Raad van State gehoord (advies van 6 januari 2005, nr. W09.04.0618/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 februari 2005, nr. HDJZ/AWW/2005-188, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Kentekenreglement wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
j. verantwoordelijke voor de gegevensverwerking: verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens;
k. betrokkene: betrokkene als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 4, derde lid, komt te luiden:
3. Kentekens, bevattende de lettergroep GV en twee groepen van twee cijfers, worden slechts opgegeven voor motorrijtuigen met beperkte snelheid en landbouwtrekkers, die in het grensverkeer worden gebezigd alsmede voor door deze categorieën voertuigen voortbewogen aanhangwagens.
Artikel 6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel o komt te luiden:
o. gegevens in verband met het verwerken van gegevens in het kader van het kentekenregister alsmede het gebruiken van deze gegevens door belanghebbenden;
2. De onderdelen o tot en met t worden geletterd p tot en met u.
3. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
o. gegevens omtrent typegoedkeuringen van voertuigen, voertuigonderdelen en uitrustingsstukken; .
In de artikelen 6, eerste lid, onderdeel s, 8, 10, eerste en derde lid, en 11, eerste lid, wordt de zinsnede «houder van het kentekenregister» telkens vervangen door: verantwoordelijke voor de gegevensverwerking in het kader van het kentekenregister.
Artikel 7 komt te luiden:
Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8a. Gegevensverstrekking aan autoriteiten buiten Nederland en instellingen van volkenrechtelijke organisaties
1. Uit het kentekenregister worden door de Dienst Wegverkeer gegevens verstrekt aan:
a. met de registratie van voertuigen belaste autoriteiten buiten Nederland, omtrent kentekenbewijzen, afgegeven voor voertuigen ten aanzien waarvan aldaar om registratie wordt verzocht;
b. autoriteiten buiten Nederland die zijn belast met de handhaving van verkeersregels en de opsporing van verkeersovertredingen, omtrent de tenaamstelling van kentekenbewijzen, en
c. met de toelating van voertuigen belaste autoriteiten buiten Nederland alsmede instellingen van volkenrechtelijke organisaties, voorzover daartoe in het kader van de uitvoering van een bindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie een verplichting bestaat, omtrent typen voertuigen, voertuigsystemen, voertuigonderdelen of technische eenheden en omtrent de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes.
2. De verstrekking van gegevens als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, geschiedt op aanvraag van de betrokken buitenlandse autoriteit.
In de artikelen 11, eerste, tweede en vierde lid, en 13 wordt «degene op wie de gegevens betrekking hebben» telkens vervangen door: betrokkene.
In artikel 11, derde lid, wordt «degene op wie deze gegevens betrekking hebben» vervangen door: betrokkene.
In artikel 11, eerste lid, wordt «artikel 1 van de Wet persoonsregistraties» vervangen door: artikel 1, onderdeel a, van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 14 komt te luiden:
Artikel 14. Verstrekking van gegevens aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 9, onderdeel d (belangenbehartigers van de automobielbranche)
1. Aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 9, onderdeel d, worden op aanvraag persoonsgegevens verstrekt, voorzover deze gegevens benodigd zijn voor statistische doeleinden alsmede andere gegevens, voorzover deze benodigd zijn voor voertuiginformatiesystemen ten behoeve van de automobielbranche, zoals bepaald in de aanwijzing, bedoeld in artikel 9, onderdeel d, dan wel voor statistische doeleinden.
2. Aan de in het eerste lid bedoelde belanghebbenden worden uitsluitend gegevens verstrekt die de situatie weergeven op het moment van de verstrekking.
Artikel 15 komt te luiden:
In artikel 16 wordt «degene van wie gegevens in het kentekenregister zijn opgenomen» vervangen door: betrokkene.
In artikel 19, eerste lid, wordt de zinsnede «een kenteken als bedoeld in artikel 4, eerste tot en met vierde en zesde tot en met negende lid» vervangen door: een kenteken als bedoeld in artikel 4, eerste, tweede, zesde, achtste en negende lid.
ARTIKEL II
Het Reglement rijbewijzen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 144 komt te luiden:
De aanhef van artikel 152, eerste lid, komt te luiden: De Dienst Wegverkeer verwerkt in het rijbewijzenregister de gegevens omtrent:.
In artikel 154 wordt het zinsdeel «Het ingevolge artikel 19 van de Wet persoonsregistraties vastgestelde reglement» vervangen door: Het in artikel 129 van de wet bedoelde reglement.
Artikel 156 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel e wordt «PTT Post BV» vervangen door: Postkantoren BV.
2. In onderdeel f wordt na «de voertuigen van het bedrijf» ingevoegd: alsmede voor zover zij de gegevens nodig hebben voor de afgifte van kentekenbewijzen.
3. In onderdeel j wordt «beheerder» vervangen door: Dienst Wegverkeer.
Artikel 168 komt te luiden:
Artikel 169, aanhef, komt te luiden: In het register betreffende de afgifte van bromfietscertificaten worden de navolgende gegevens verwerkt:.
In artikel 172 wordt de zinsnede «Het ingevolge artikel 19 van de Wet persoonsregistraties vastgestelde reglement» vervangen door: Het in artikel 145 van de wet bedoelde reglement.
ARTIKEL III
De artikelen 14 en 15 van het Kentekenreglement zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit blijven ten aanzien van organisaties die de belangen van de automobielbranche behartigen als bedoeld in artikel 9, onderdeel d, van dat reglement en die voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit als zodanig zijn aangewezen, van toepassing tot 1 maart 2007.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
Uitgegeven de tiende maart 2005
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Het onderhavige besluit wijzigt in de eerste plaats het Kentekenreglement en het Reglement rijbewijzen met het oog op de uitvoering van een aantal inmiddels tot stand gekomen wettelijke regelingen met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ten tweede wordt het Kentekenreglement gewijzigd op het punt van de gegevensverstrekking uit het kentekenregister aan autoriteiten en belangenbehartigers van de automobielbranche. Voorts zijn nog enige andere wijzigingen opgenomen. Deze worden toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.
Het eerste punt betreft het volgende.
Op 1 september 2001 is de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) in werking getreden, alsmede de wet van 5 april 2001 tot wijziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (Stb. 180). Laatstgenoemde wet wijzigt in verband met de totstandkoming van de WBP een aantal andere wetten, waaronder de Wegenverkeerswet 1994.
Het onderhavige besluit tot wijziging van het Kentekenreglement en het Reglement rijbewijzen brengt in deze reglementen de wijzigingen aan die noodzakelijk zijn in verband met de aanpassing aan eerdergenoemde wetten. Het gaat daarbij met name om aanpassing aan de in die wetten gebezigde terminologie.
Voorts – en dit is het tweede punt – is het Kentekenreglement aangepast met betrekking tot de gegevensverstrekking uit het kentekenregister.
In de eerste plaats betreft dit de gegevensverstrekking aan – buitenlandse – autoriteiten. Hierbij wordt uitvoering gegeven aan het gewijzigde artikel 43, tweede lid, van de WVW 1994. Deze bepaling is aangepast bij eerdergenoemde wet van 5 april 2001, alsmede bij de wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de rijvaardigheid en de rijbevoegdheid (Stb. 250). Op grond hiervan moeten de gevallen waarin aan buitenlandse autoriteiten gegevens uit het kentekenregister worden verstrekt, bij algemene maatregel van bestuur worden aangegeven. In dit kader worden nu in het Kentekenreglement aangewezen:
– autoriteiten, belast met de registratie van voertuigen,
– autoriteiten, belast met de handhaving en opsporing van verkeersovertredingen,
– autoriteiten, belast met de toelating van voertuigen, alsmede instellingen van volkenrechtelijke organisaties voor zover dit voortvloeit uit internationale verplichtingen. Daarbij is tevens vermeld omtrent welke onderwerpen de gegevens worden verstrekt.
Tevens is wijziging aangebracht in de voorschriften inzake de gegevensverstrekking uit het kentekenregister aan de als zodanig aangewezen belangenbehartigers van de automobielbranche. De achtergronden hiervan zijn de volgende.
Bij brief van 17 december 2001 (Kamerstukken II 2001/02, 28 000 XII, nr. 45) heeft de toenmalige Minister van Verkeer en Waterstaat de Tweede Kamer geïnformeerd over de besluiten die ter zake van de verstrekking van gegevens uit het kentekenregister waren genomen. Het ging daarbij met name om de verstrekking van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden aan daartoe aangewezen belangenbehartigers van de automobielbranche. Naar zodanig gebruik van persoonsgegevens is onderzoek gedaan door de daarbij betrokken partijen, te weten RAI en BOVAG namens de Stichting RDC, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Dienst Wegverkeer.
Na afweging van alle belangen is uiteindelijk door de Minister van Verkeer en Waterstaat besloten om niet langer persoonsgegevens aan de belangenbehartigers van de autobranche te verstrekken ten behoeve van commerciële doeleinden. De redenen hiervoor waren de volgende:
– vanuit het belang van een strikte scheiding tussen publieke taken en private taken is het commercieel gebruik van persoonsgegevens die voor publieke doeleinden worden verzameld en beheerd, onaanvaardbaar;
– met het oog op de bescherming van de privacy van de burger wordt het verstrekken van persoonsgegevens aan derden voor commerciële doeleinden niet wenselijk geacht.
Tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat op 29 januari 2002 is deze lijn door de Tweede Kamer onderschreven.
Een en ander is geformaliseerd door middel van een wijziging van de aanwijzingsbeschikkingen aan het RDC en aan Stidenda (de Stichting Denktank in de Autobranche). Deze beschikkingen zijn in de Staatscourant bekendgemaakt (Stcrt. 2003, 39). De Tweede Kamer is bij brief van 20 februari 2003 over een en ander ingelicht (Kamerstukken II 2002/03, 28 600 XII, nr. 78).
Dit besluit heeft tot gevolg dat de Stichting RDC en de andere als zodanig aangewezen belangenbehartigers op termijn niet langer persoonsgegevens van kentekenhouders via de overheid ter beschikking krijgen. De voertuigbranche zal alsdan voor het onderhoud van haar eigen klantenbestand en de direct-mailing-activiteiten zelf de benodigde gegevens dienen te verzamelen.
Teneinde de branche in de gelegenheid te stellen op de nieuwe situatie in te spelen, is ten aanzien van de beëindiging van de gegevensverstrekking voorzien in een ruime overgangsperiode. Op basis van onderzoek waarbij ook de Landsadvocaat en een extern bureau waren betrokken, is aanvankelijk gekozen voor een overgangsperiode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 maart 2003. In het kader van nadere afspraken met vertegenwoordigers van de autobranche is uiteindelijk besloten tot een overgangsperiode van vier jaar, eveneens te rekenen vanaf 1 maart 2003.
Ten aanzien van de zogenoemde APK-mailing (de herinneringsbrief aan kentekenhouders voor de jaarlijkse APK-keuring) en de technische recalls (het terugroepen van voertuigen in verband met technische gebreken) is besloten dat het gebruik van persoonsgegevens uit het kentekenregister voor deze activiteiten doorgang kan blijven vinden. Dit in het kader van het publieke belang dat daarmee op het gebied van de verkeersveiligheid is gemoeid. De APK-mailing wordt inmiddels door de RDW verzorgd. Voor het terugroepen van voertuigen is de fabrikant of importeur verantwoordelijk; deze zal die activiteit dan ook blijven verzorgen, voor zover gewenst met behulp van de persoonsgegevens uit het kentekenregister en in samenwerking met de RDW.
Ten slotte zal nog worden bezien op welke wijze het opstellen van branchestatistieken – die ook van maatschappelijk belang worden geacht – kan worden gecontinueerd.
Als gevolg van bovenstaande besluitvorming is met name aanpassing van het Kentekenreglement noodzakelijk. Daarnaast zijn inmiddels de nodige wijzigingen in de aanwijzingsbeschikkingen van de betrokken belangenbehartigers van de automobielbranche aangebracht.
De wijziging in het Kentekenreglement betreft aanpassing van de artikelen 14 en 15 van het Kentekenreglement. Hierdoor vervalt per 1 maart 2007 de basis aan de verstrekking van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden aan reeds aangewezen belangenbehartigers van de autobranche.
Mede naar aanleiding van vorenstaande ontwikkelingen is overigens besloten het systeem van informatieverstrekking uit het kentekenregister in wat bredere zin aan een herijking te onderwerpen. In de praktijk is de noodzaak hiervan trouwens ook gebleken. Hierbij valt te denken aan de categorie-indeling van belanghebbenden die informatie uit het kentekenregister kunnen ontvangen, het aanbrengen van onderscheid tussen het verstrekkingenregime voor (privacy-)gevoelige gegevens en het regime voor andere gegevens, de verstrekking van gegevens aan buitenlandse aanvragers e.d. Een en ander betreft echter een separaat beleids- en wetgevingstraject, dat inmiddels in gang is gezet.
Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
De uitvoeringsaspecten die aan het onderhavige besluit zijn verbonden, hebben met name betrekking op de Dienst Wegverkeer. De omvang ervan is echter gering. Het betreft ten eerste het verwerken van gegevens in het kader van het kentekenregister in verband met de verstrekking van deze gegevens aan buitenlandse autoriteiten. Deze activiteit kan worden meegenomen bij de uitvoering van vergelijkbare processen.
Voorts vervult de RDW inmiddels een rol bij de verzending van de zogenaamde APK-brief, de jaarlijkse herinnering aan kentekenhouders dat hun voertuig gekeurd moet worden, alsmede – in bepaalde gevallen – bij het terugroepen van voertuigen in verband met geconstateerde gebreken. Een en ander vereist enige technische en organisatorische maatregelen. In het kader van de uitvoeringstoets is hieraan aandacht besteed.
Het besluit heeft geen gevolgen op het gebied van de strafrechtelijke of administratiefrechtelijke handhaving.
Het onderhavige besluit heeft eigenlijk alleen gevolgen voor het bedrijfsleven in verband met de voorgenomen beëindiging op termijn van het verstrekken van persoonsgegevens uit het kentekenregister aan belangenbehartigers van de automobielbranche. De omstandigheid dat deze gegevens met ingang van 1 maart 2007 niet langer ten behoeve van commerciële doeleinden worden verstrekt, betekent dat de bedrijven in de voertuigbranche vanaf die datum zelf of via derden de gegevens dienen te verzamelen die zij voor hun bedrijfsuitvoering noodzakelijk achten. De commerciële doeleinden waarvoor de privacygevoelige gegevens voornamelijk worden gebruikt betreffen het onderhouden van klantenbestanden en het (kunnen) verzorgen van direct-mailing-activiteiten. Deze activiteiten hebben enerzijds tot doel om de relatie met de eigen klanten te onderhouden en anderzijds om eventuele potentiële klanten te kunnen benaderen. Het is gebruikelijk dat bedrijven daartoe zelf gegevensbestanden onderhouden. De voertuigbranche vormde daarop echter een uitzondering. Met dit besluit wordt die ongelijkheid weggenomen en zullen de bedrijven in de voertuigbranche zelf alternatieven dienen te ontwikkelen. Voor het onderhouden van de klantengegevens kan daarbij bijvoorbeeld worden gedacht aan zogenoemde Customer Relation Managementsystemen (CRM), een toepassing die nu al in een deel van de voertuigbranche wordt gehanteerd. Bedrijven die nu nog geen gebruik maken van dergelijke toepassingen zullen zelf de afweging dienen te maken of zij een dergelijke toepassing willen aanschaffen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat in de meest voorkomende computertoepassingen de mogelijkheid bestaat om een klantenbestand op te zetten.
Voor het kunnen bereiken van eventuele potentiële klanten zullen de bedrijven de benodigde gegevens op een andere manier dienen te verzamelen, bijvoorbeeld via adressenleveranciers. Daarnaast bestaat uiteraard de mogelijkheid om de potentiële klanten door middel van een ander medium dan de direct mailing te bereiken, zoals huis-aan-huis reclame, advertenties in dag- en weekbladen en door middel van reclameboodschappen op radio en televisie.
De kosten voor het bedrijfsleven
Afhankelijk van de stand van automatisering bij de individuele bedrijven zal voor het onderhouden van het eigen klantenbestand een zekere investering moeten worden gedaan. De hoogte daarvan zal per bedrijf verschillen.
De kosten voor het bereiken van potentiële klanten zijn afhankelijk van de wijze waarop daaraan concreet invulling wordt gegeven, waarbij aspecten als kwaliteitsniveau en dekkingsgraad een rol zullen spelen. De kosten voor de koop van adressen van alternatieve aanbieders zullen naar verwachting niet veel hoger zijn dan de kosten die de bedrijven in de huidige situatie voor het verkrijgen van deze gegevens dienen te maken.
De huidige APK-mailing wordt gefinancierd door de voertuigbranche. Nu de RDW deze activiteit uitvoert, vindt er voor wat betreft de aan deze mailing verbonden kosten een lastenverschuiving plaats.
Ten behoeve van de uitvoering van technische recalls (het terugroepen van voertuigen) met behulp van persoonsgegevens uit het kentekenregister zullen de voertuigfabrikanten/-importeurs aanvullende kosten dienen te maken vanwege het feit dat hiervoor een zogenoemde EDP-verklaring, afgegeven door een extern bureau, is vereist ter controle op het correct gebruik van de gegevens. De kosten hiervoor bedragen circa € 25.000 per jaar. Indien de uitvoering door een zogenoemde provider wordt verricht, zullen de kosten voor de EDP-verklaring in eerste instantie door deze provider worden gedragen. Er kan volstaan worden met een jaarlijkse verklaring. Daarnaast zal de ontvanger van de gegevens mogelijk een aantal maatregelen dienen te treffen op organisatorisch gebied en op het gebied van beveiliging teneinde de desbetreffende privacygevoelige gegevens gescheiden te houden van de overige gegevens. Voor de verstrekking van persoonsgegevens brengt de RDW een kostendekkend tarief in rekening.
Indien de fabrikant/importeur de mailing door de RDW laat verzorgen zal hij daarvoor kostendekkende tarieven dienen te betalen. Daarbij geldt de eis van een EDP-verklaring niet, aangezien op de taakuitvoering van de RDW vanuit de ministeriële verantwoordelijkheid toezicht wordt gehouden. Overigens zal de RDW zich bij het al dan niet in concreto op zich nemen van deze taakuitvoering terughoudend opstellen. Tot slot zij vermeld dat de importeurs/fabrikanten ook in de huidige situatie voor de uitvoering van de recalls door het RDC dienen te betalen. De extra kosten voor deze groep bedrijven zullen naar verwachting dan ook beperkt zijn.
Teneinde de betrokken belangenbehartigers van de automobielbranche in de gelegenheid te stellen hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe situatie, is mede op advies van een extern onderzoeksbureau (Het Expertise Centrum (HEC)) besloten om bij de beëindiging van de verstrekking van persoonsgegevens een overgangstermijn van drie jaar in acht te nemen. Zoals reeds opgemerkt, is deze termijn later verlengd tot vier jaar. De termijn moet toereikend zijn voor de voertuigbranche om in te spelen op de nieuwe situatie.
Ter uitvoering van artikel 2b van de Wegenverkeerswet 1994 is het ontwerp van dit besluit, voorafgaand aan de voordracht aan de Koningin om het besluit voor te leggen aan de Raad van State, aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Dit heeft niet tot wijzigingen geleid.
Het ontwerp van dit besluit is voorts ter advisering voorgelegd aan het College bescherming persoonsgegevens (CBP). Op het punt van de aanpassing van de betrokken reglementen aan de WBP acht het College het wenselijk dat de RDW voor het rijbewijzenregister expliciet als verantwoordelijke wordt aangewezen, zoals ook is gebeurd voor wat betreft het kentekenregister. Naar aanleiding van deze opmerking van het College is het besluit aangepast. Ten aanzien van de in het besluit neergelegde uitvoeringsvoorschriften van artikel 43, tweede lid, van de WVW 1994, heeft het College geen opmerkingen. Een derde punt waar het College op ingaat, is het op termijn beëindigen van de verstrekking van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden aan de zogenaamde belangenbehartigers van de automobielbranche. Ten aanzien hiervan spreekt het CBP zijn steun uit voor de gekozen beleidslijn. Het College merkt verder nog op dat, aangezien met het besluit tot aan het eind van de overgangsperiode geen wijziging van de bestaande praktijk wordt beoogd, dit punt het College geen aanleiding geeft tot nadere opmerkingen.
Door de Dienst Wegverkeer is het ontwerp-besluit aan een uitvoeringstoets onderworpen. Voor wat betreft de gevolgen van het besluit voor deze dienst kan in algemene zin worden opgemerkt dat de wijzigingen in nauw overleg met de dienst tot stand zijn gekomen en dat aan de uitvoering daarvan vorm kan worden gegeven binnen de lopende bedrijfsprocessen van de RDW. Specifieke financiële en organisatorische gevolgen doen zich voor bij de verzorging van de APK-mailing door de RDW en de – gewijzigde – verstrekking van gegevens uit het kentekenregister, met name in het kader van het terugroepen van voertuigen en het verstrekken van typegoedkeuringsgegevens. De kosten van de APK-mailing worden gedekt door een opslag op het APK-afmeldtarief; voor de kosten in het kader van de gegevensverstrekking zullen kostendekkende tarieven gaan gelden.
In artikel 1 wordt de begripsomschrijving «verantwoordelijke voor de gegevensverwerking» opgenomen, gezien het feit dat het begrip «houder van het kentekenregister» elders in het besluit wordt vervangen door eerstgenoemd begrip.
Voorts wordt de term «betrokkene» geïntroduceerd; hiermee wordt beter aangesloten bij de terminologie van de WBP.
Deze wijziging van artikel 4, derde lid, betreft een uitbreiding van de gebruiksmogelijkheden van het zogenaamde GV-kenteken. Dit kenteken wordt tot nu toe opgegeven voor voertuigen die in het grensverkeer voor landbouwdoeleinden worden gebruikt en waarvoor in Nederland geen kenteken is vereist. Omdat voor dergelijke voertuigen in de ons omringende landen wel een kentekenplicht geldt, is van oudsher voorzien in het gebruik van het onderhavige GV-kenteken, zodat met de betrokken voertuigen zonder problemen ook over de grens kan worden gereden.
In de praktijk is echter gebleken dat de voorwaarde dat het voertuig moet worden gebruikt voor landbouwdoeleinden, te beperkend is. Ook voor wat betreft andere voertuigen zoals wegenbouwmachines, grondverzetmachines en kermis- en circusvoertuigen (met beperkte snelheid) bestaat er behoefte aan het gebruik van een GV-kenteken. Omdat het daarbij in feite gaat om de – in het Voertuigreglement omschreven – categorie «motorrijtuigen met beperkte snelheid», is het voor deze categorie nu mogelijk gemaakt om een GV-kenteken te gebruiken. Voorts is gebleken dat het bij «voertuigen voor landbouwdoeleinden» vrijwel uitsluitend gaat om landbouwtrekkers. Dit begrip, eveneens gedefinieerd in het Voertuigreglement, is dan ook nu als zodanig vermeld in de onderhavige bepaling.
Met de wijziging van artikel 6, eerste lid, onderdeel o, wordt aangesloten bij de WBP, waar in dit verband de term «verwerken» centraal staat. Met de wijziging onder punt 3 (het nieuwe onderdeel o) wordt expliciet aangegeven dat in het kentekenregister ook gegevens worden opgenomen omtrent typegoedkeuringen van voertuigen, voertuigonderdelen en uitrustingsstukken.
Artikel I, onderdelen D, G, H, I en L
Het uit de Wet persoonsregistraties afkomstige begrip «houder», respectievelijk het begrip «houder van het kentekenregister», wordt vervangen door het begrip «verantwoordelijke», respectievelijk «verantwoordelijke voor de gegevensverwerking». Voorts wordt de term «betrokkene» geïntroduceerd om degene van wie gegevens in het register zijn opgenomen, aan te duiden. Hiermee wordt aangesloten bij de in de Wet bescherming persoonsgegevens gehanteerde terminologie. Tevens is een verwijzing in dat kader aangepast.
De Dienst Wegverkeer is nu expliciet aangewezen als verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het kentekenregister. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie van de WBP. In het Reglement rijbewijzen zijn gelijksoortige bepalingen opgenomen voor wat betreft het rijbewijzenregister en het register van bromfietscertificaten. De in het oude artikel 7 van het Kentekenreglement opgenomen voorziening inzake de dagelijkse leiding van het register is vervallen; het betreft hier de interne organisatie van de RDW.
Bij wet van 5 april 2001 tot wijziging van bepalingen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens (Stb. 180), is het tweede lid van artikel 43 van de Wegenverkeerswet 1994 in die zin gewijzigd dat aan autoriteiten buiten Nederland in de bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen gegevens uit het kentekenregister worden verstrekt. Voorts is in de wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de rijvaardigheid en de rijbevoegdheid (Stb. 250) het tweede lid zodanig aangevuld dat naast autoriteiten, ook instellingen van volkenrechtelijke organisaties daaronder komen te vallen. Door middel van de onderhavige bepaling wordt aan een en ander uitvoering gegeven door de gevallen waarin gegevens worden verstrekt, nader aan te geven.
Ten eerste worden op grond van het nieuwe artikel 8a aan autoriteiten buiten Nederland die belast zijn met de registratie van voertuigen gegevens verstrekt omtrent kentekenbewijzen voor voertuigen ten aanzien waarvan in het buitenland om registratie wordt verzocht. Het gaat daarbij om voertuigen die daarvoor in Nederland zijn geregistreerd geweest. Aldus kunnen de registrerende autoriteiten in het betrokken land nagaan of er bijzonderheden aan de voorgenomen registratie zijn verbonden, met name of er iets aan de hand is met het te registreren voertuig.
Ten tweede wordt aan opsporings- en handhavingsautoriteiten in het buitenland informatie verstrekt omtrent de tenaamstelling van kentekenbewijzen in het kader van verkeersovertredingen, waarbij in Nederland geregistreerde voertuigen zijn betrokken.
In de derde plaats worden aan toelatingsautoriteiten buiten Nederland alsmede aan instellingen van volkenrechtelijke organisaties technische (goedkeurings-)gegevens en milieugegevens verstrekt ter uitvoering van met name voertuigtechnische en milieurichtlijnen en beschikkingen van de Europese Gemeenschappen. Als voorbeeld kan worden genoemd de Beschikking nr. 1753/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 2000 tot instelling van een systeem ter bewaking van de gemiddelde specifieke uitstoot van CO2 door nieuwe personenauto’s (PbEG L 202). Op grond van artikel 4 van deze beschikking moeten jaarlijks aan de Commissie voor de Europese Gemeenschappen gegevens worden verstrekt omtrent het aantal nieuw geregistreerde personenauto’s met de bijbehorende emissiegegevens. Voorts dienen gegevens omtrent het aantal voertuigen met een alternatieve energiebron te worden verstrekt.
Daarnaast kan worden genoemd richtlijn nr. 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEG L 59). Op grond van artikel 4 van deze richtlijn dienen aan de keuringsinstanties van de overige lidstaten gegevens omtrent onder andere de goedkeuringen van motortypen en motorfamilies te worden verstrekt.
In artikel 14 van het Kentekenreglement was tot nu toe bepaald dat de als zodanig aangewezen belangenbehartigers van de automobielbranche desgevraagd gegevens uit het kentekenregister kregen ten behoeve van een drietal in dat artikel vermelde doeleinden. In het algemeen deel van deze nota van toelichting is uiteengezet dat het verstrekken van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden (informatiesystemen) wordt beëindigd. Als gevolg hiervan diende artikel 14 te worden aangepast.
De verstrekking is nu beperkt tot bepaalde persoonsgegevens indien het gaat om statistische doeleinden. In dit verband kunnen genoemd worden postcodegegevens en geboortedata. Voorts worden voertuig-, kenteken- en keuringsgegevens verstrekt.
Op grond van het oude eerste lid van artikel 14 konden ook gegevens worden verstrekt ten behoeve van activiteiten die verband hielden met een goede uitvoering van de wet. Het ging daarbij om de APK-mailing en om terugroepacties. De APK-mailing wordt inmiddels door de RDW verzorgd, terwijl voor de terugroepacties afzonderlijke voorzieningen worden getroffen.
Artikel 15 kan als gevolg van de in onderdeel J bedoelde wijzigingen worden vereenvoudigd.
Op grond van artikel 19, eerste lid, behoeft bij de aanvraag van een aantal zogenoemde bijzondere kentekenbewijzen niet te worden voldaan aan de eis dat de aanvrager in Nederland woonachtig of gevestigd is. Dit vanwege het speciale karakter van bedoelde bewijzen. In de praktijk is echter gebleken dat de uitzondering in een aantal gevallen niet nodig is. Daarom is de uitzondering nu beperkt tot de volgende bijzondere kentekens: AA, CD, CDJ, BN, GN, exportkentekens, kentekens met de enkele letter Z en BO-kentekens. Het gaat daarbij dan om ofwel aan de persoon gebonden kentekens, ofwel kentekens ten aanzien waarvan het stellen van bedoelde eis nu juist op grond van de aard van het kenteken niet gerechtvaardigd is.
Artikel II, onderdelen A, B, F en G
De artikelen 144, 145, 168 en 169 van het Reglement rijbewijzen zijn aangepast aan de terminologie van de WBP.
Deze wijziging betreft het vervangen van het begrip «registreren» door het begrip: verwerken.
De onderhavige privacyreglementen zijn niet langer gebaseerd op de Wet persoonsregistraties, maar op de Wegenverkeerswet 1994.
De wijziging van artikel 156, onderdeel f, houdt verband met de met ingang van 1 april 2002 ingevoerde mogelijkheid voor erkende voertuigbedrijven om zelf voertuigen te naam te stellen. Daartoe worden aan hen gegevens uit het rijbewijzenregister verstrekt. Voorts zijn twee wijzigingen van technische aard aangebracht (onderdelen e en j).
Voor de beëindiging van de verstrekking van persoonsgegevens aan de automobielbranche voor commerciële doeleinden is voorzien in een overgangsperiode. Dit betekent dat tot het einde van die periode de bedoelde verstrekking gehandhaafd blijft. Dit geldt echter alleen voor reeds aangewezen belangenbehartigers. Met ingang van de inwerkingtredingsdatum van het besluit krijgen eventuele nieuwe belangenbehartigers geen persoonsgegevens meer voor commerciële doeleinden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2005-112.html