Wet van 23 april 2003 tot wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en de Wet op de economische delicten in verband met het vervallen van de vergunningsplicht voor arbeidsbemiddeling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten;

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in verband met de ratificatie van IAO Verdrag 181 de vergunningsplicht voor arbeidsbemiddeling te laten vervallen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt onderdeel a en worden de onderdelen b tot en met e geletterd a tot en met d.

2. In onderdeel c, wordt «onder diens toezicht of leiding» vervangen door: onder diens toezicht en leiding.

3. In het tweede lid wordt «onderdeel d» vervangen door: onderdeel b.

4. In het derde lid wordt «onderdeel e» vervangen door: onderdeel c.

5. Het vierde lid vervalt.

B

Artikel 2 vervalt.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Verplichtingen arbeidsbemiddeling

  • 1. Bij het verrichten van arbeidsbemiddeling wordt geen tegenprestatie van de werkzoekende bedongen.

  • 2. Degene die arbeidsbemiddeling verricht en bekend is of redelijkerwijs bekend kan zijn, dat in een bedrijf of onderneming, of een gedeelte daarvan, een werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting bestaat, bemiddelt niet in het plaatsen van werkzoekenden in dat bedrijf of die onderneming, of het gedeelte daarvan, waar de werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting heerst.

  • 3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in afwijking van het eerste lid regels gesteld worden met betrekking tot bepaalde categorieën werkzoekenden of werkgevers.

D

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Regels voor bepaalde categorieën werkzoekenden en werkgevers

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor arbeidsbemiddeling van bepaalde categorieën van werkzoekenden of werkgevers.

E

De artikelen 5, 6 en 7 vervallen.

F

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15. Onderzoek op terrein van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten en arbeidsbemiddeling

Indien uit onderzoek naar de naleving van de hoofdstukken 2 of 3 blijkt, dat niet aan de daar genoemde artikelen wordt voldaan, doet Onze Minister hiervan mededeling aan de betrokken arbeidskracht of werkzoekende, voor zover het zijn aanspraken betreft, aan de betrokken werkgever, aan degene die de arbeidsbemiddeling heeft verricht, aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging en aan de daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende organisaties van werkgevers en werknemers. De mededeling aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging en aan organisaties van werkgevers en werknemers bevat geen gegevens waaruit de identiteit van de in het onderzoek betrokken werknemers of werkzoekenden kan worden afgeleid.

G

De artikelen 21, 22 en 25 vervallen.

ARTIKEL II

In artikel 1, onder 4° van de Wet op de economische delicten2 wordt «de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de artikelen 2, eerste lid, 3, 4, 5, tweede lid, en 12, tweede lid» vervangen door: de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de artikelen 4 en 12, tweede lid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 23 april 2003

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de vijftiende mei 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Stb. 1998, 306, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 29 november 2001, Stb. 625.

XNoot
2

Stb. 1950, K 258, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 april 2003, Stb. 189.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 2001/2002, 2002/2003, 28 465.

Handelingen II 2002/2003, blz. 3413.

Kamerstukken I 2002/2003, 28 465 (176, 176a).

Handelingen I 2002/2003, blz. 673.

Naar boven