Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 1996, 580 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatsblad 1996, 580 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is de bestuursvorm van het openbaar onderwijs nader gestalte te geven;
dat in verband hiermee wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs noodzakelijk is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De >Wet op het basisonderwijs1 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. De begripsomschrijving van «openbare school» komt te luiden:
a. een door een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid in stand gehouden school;
b. een door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 29a in stand gehouden school; dan wel
c. een door een stichting als bedoeld in artikel 29b in stand gehouden school;.
2. Na de begripsomschrijving van «bijzondere school» wordt ingevoegd:
openbare rechtspersoon: een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld als bedoeld in artikel 29a;.
3. In de begripsomschrijving van «bevoegd gezag van volgens deze wet bekostigde scholen» wordt onderdeel a vervangen door:
a. een openbare school:
1°. het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen;
2°. het krachtens de desbetreffende gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;
3°. de openbare rechtspersoon, bedoeld in artikel 29a; dan wel
4°. de stichting, bedoeld in artikel 29b;.
Na artikel 29 worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
1. Een gemeenteraad kan bij verordening een openbare rechtspersoon instellen die tot doel heeft een of meer openbare scholen in de gemeente in stand te houden, al dan niet te zamen met openbare scholen als bedoeld in de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs of openbare scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs. Een openbare rechtspersoon kan ook worden ingesteld door meer dan een gemeente ten behoeve van het in stand houden van openbare scholen in die gemeenten door het vaststellen van een voor wat betreft de onderwerpen, bedoeld in het vierde lid, gelijkluidende verordening, in welk geval de openbare rechtspersoon niet eerder tot stand komt dan nadat alle daartoe strekkende verordeningen in werking zijn getreden.
2. De gemeenteraad of gemeenteraden maken het voornemen tot een besluit als bedoeld in het eerste lid bekend.
3. De openbare rechtspersoon oefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school alle taken en bevoegdheden uit van het bevoegd gezag. Hij bezit rechtspersoonlijkheid.
4. De verordening, bedoeld in het eerste lid, voorziet in ieder geval in een regeling omtrent:
a. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de openbare rechtspersoon,
b. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden, met dien verstande dat de leden van het bestuur worden benoemd door de gemeenteraad of gemeenteraden en dat ten minste een derde gedeelte, doch geen meerderheid, van die leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken school of scholen,
c. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,
d. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening na goedkeuring door de betreffende gemeenteraad of gemeenteraden,
e. de wijze waarop de gemeenteraad of gemeenteraden toezicht op het bestuur uitoefenen,
f. de gronden waarop het bestuur kan besluiten de vergaderingen besloten te houden, en
g. de periode waarvoor de openbare rechtspersoon in het leven wordt geroepen, met dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt,
met dien verstande dat in de regeling een overheersende invloed van de overheid in het bestuur is verzekerd.
5. Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad of gemeenteraden verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekendgemaakt.
6. De vergaderingen van het bestuur van de openbare rechtspersoon zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist, op gronden, vermeld in de verordening.
7. Indien voor 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt, de begroting niet is goedgekeurd, neemt de gemeenteraad of gemeenteraden de maatregelen die zij nodig achten om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.
8. De gemeenteraad of gemeenteraden zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de openbare rechtspersoon te ontbinden.
1. Een gemeenteraad kan besluiten dat een of meer openbare scholen in de gemeente in stand worden gehouden door een stichting die zich ten doel stelt het in stand houden van een of meer openbare scholen, al dan niet te zamen met openbare scholen als bedoeld in de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs of openbare scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.
2. De gemeenteraad maakt het voornemen tot een besluit als bedoeld in het eerste lid bekend.
3. Een stichting die een openbare school in stand houdt, wordt opgericht door een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.
4. Het statutaire doel van de stichting is uitsluitend het geven van openbaar onderwijs overeenkomstig artikel 29.
5. De stichting oefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit.
6. Onverminderd het vierde lid voorzien de statuten in ieder geval in een regeling omtrent:
a. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de stichting,
b. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden, met dien verstande dat de leden van het bestuur worden benoemd door de gemeenteraad of gemeenteraden en dat ten minste een derde gedeelte, doch geen meerderheid, van die leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken school of scholen,
c. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,
d. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening na goedkeuring door de betreffende gemeenteraad of gemeenteraden,
e. de wijze waarop de gemeenteraad of gemeenteraden toezicht op het bestuur uitoefenen,
f. de gronden waarop het bestuur kan besluiten de vergaderingen besloten te houden,
g. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en
h. de bevoegdheid de stichting te ontbinden,
met dien verstande dat in de regeling een overheersende invloed van de overheid in het bestuur is verzekerd.
7. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na goedkeuring van de desbetreffende gemeenteraad of gemeenteraden.
8. Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad of gemeenteraden verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekendgemaakt.
9. De vergaderingen van het bestuur van de stichting zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist, op gronden, vermeld in de statuten.
10. Indien voor 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt, de begroting niet is goedgekeurd, neemt de gemeenteraad of gemeenteraden de maatregelen die zij nodig achten om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.
11. De gemeenteraad of gemeenteraden zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de stichting te ontbinden.
12. Artikel 155 van de Gemeentewet is niet van toepassing.
1. De rechtspersoon die een openbare school in stand houdt, kan de instandhouding van die school overdragen aan een andere rechtspersoon die tot instandhouding van een openbare school bevoegd is. De overdracht geschiedt bij notariële akte.
2. Bij deze akte verbindt de overdragende rechtspersoon zich tevens de rechten ten aanzien van gebouwen en terreinen alsmede de roerende zaken over te dragen. Deze akte geldt tevens als akte van levering als bedoeld in artikel 89 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
3. In de akte wordt bepaald dat de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de akte van aanstelling, aan de school aanstelt met ingang van de datum van overdracht.
4. Door overdracht met inachtneming van de voorgaande leden treedt de verkrijgende rechtspersoon in alle uit de wet voortvloeiende rechten en verplichtingen die zijn rechtsvoorganger bezit in zijn hoedanigheid van bevoegd gezag, onverminderd hetgeen verder voor de overgang daarvan naar burgerlijk recht is vereist.
Na artikel 52 wordt een nieuw artikel 52a ingevoegd, luidende:
1. Voor de toepassing van deze titel zijn de voorschriften die betrekking hebben op bijzondere scholen, van overeenkomstige toepassing op openbare scholen die in stand worden gehouden door een stichting als bedoeld in artikel 29b of een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 29a, tenzij het tegendeel blijkt.
2. Indien een openbare school in stand wordt gehouden door een stichting of een openbare rechtspersoon, wordt deze aangemerkt als een door de gemeente in stand gehouden openbare school voor de toepassing van afdeling 2, afdeling 5, paragraaf 4, en afdeling 6.
In artikel 79, tweede lid, wordt na «dan wel vervreemding door» ingevoegd: het bevoegd gezag van een openbare school die in stand wordt gehouden door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 29a dan wel door een stichting als bedoeld in artikel 29b, anders dan op grond van artikel 29c, dan wel vervreemding door.
Aan artikel 105, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor de toepassing van de eerste volzin wordt, indien het betreft openbaar onderwijs, onder «school van het bevoegd gezag» verstaan elke binnen de desbetreffende gemeente gelegen school, met uitzondering van de binnen die gemeente gelegen nevenvestigingen waarvan de hoofdvestiging in een andere gemeente is gelegen.
De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
1. Na artikel 29 wordt ingevoegd:
Artikel 29a. Instandhouding openbare school door een openbare rechtspersoon
Artikel 29b. Instandhouding openbare school door een stichting
Artikel 29c. Bestuursoverdracht openbare scholen.
2. Na de omschrijving van artikel 52 wordt ingevoegd:
Artikel 52a. Instandhouding openbare scholen door een stichting of een openbare rechtspersoon.
De Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs2 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. De begripsomschrijving van «openbare school» komt te luiden:
a. een door een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid in stand gehouden school;
b. een door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 39a in stand gehouden school; dan wel
c. een door een stichting als bedoeld in artikel 39b in stand gehouden school;.
2. Na de begripsomschrijving van «bijzondere school» wordt ingevoegd:
openbare rechtspersoon: een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld als bedoeld in artikel 39a;.
3. In de begripsomschrijving van «bevoegd gezag van volgens deze wet bekostigde scholen» wordt onderdeel a vervangen door:
a. een openbare school:
1°. het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen;
2°. het krachtens de desbetreffende gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;
3°. de openbare rechtspersoon, bedoeld in artikel 39a; dan wel
4°. de stichting, bedoeld in artikel 39b;.
Na artikel 39 worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
1. Een gemeenteraad kan bij verordening een openbare rechtspersoon instellen die tot doel heeft een of meer openbare scholen in de gemeente in stand te houden, al dan niet te zamen met openbare scholen als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs of openbare scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs. Een openbare rechtspersoon kan ook worden ingesteld door meer dan een gemeente ten behoeve van het in stand houden van openbare scholen in die gemeenten door het vaststellen van een voor wat betreft de onderwerpen, bedoeld in het vierde lid, gelijkluidende verordening, in welk geval de openbare rechtspersoon niet eerder tot stand komt dan nadat alle daartoe strekkende verordeningen in werking zijn getreden.
2. De gemeenteraad of gemeenteraden maken het voornemen tot een besluit als bedoeld in het eerste lid bekend.
3. De openbare rechtspersoon oefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school alle taken en bevoegdheden uit van het bevoegd gezag. Hij bezit rechtspersoonlijkheid.
4. De verordening, bedoeld in het eerste lid, voorziet in ieder geval in een regeling omtrent:
a. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de openbare rechtspersoon,
b. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden, met dien verstande dat de leden van het bestuur worden benoemd door de gemeenteraad of gemeenteraden en dat ten minste een derde gedeelte, doch geen meerderheid, van die leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken school of scholen,
c. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,
d. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening na goedkeuring door de betreffende gemeenteraad of gemeenteraden,
e. de wijze waarop de gemeenteraad of gemeenteraden toezicht op het bestuur uitoefenen,
f. de gronden waarop het bestuur kan besluiten de vergaderingen besloten te houden, en
g. de periode waarvoor de openbare rechtspersoon in het leven wordt geroepen, met dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt,
met dien verstande dat in de regeling een overheersende invloed van de overheid in het bestuur is verzekerd.
5. Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad of gemeenteraden verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekendgemaakt.
6. De vergaderingen van het bestuur van de openbare rechtspersoon zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist, op gronden, vermeld in de verordening.
7. Indien voor 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt, de begroting niet is goedgekeurd, neemt de gemeenteraad of gemeenteraden de maatregelen die zij nodig achten om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.
8. De gemeenteraad of gemeenteraden zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de openbare rechtspersoon te ontbinden.
1. Een gemeenteraad kan besluiten dat een of meer openbare scholen in de gemeente in stand worden gehouden door een stichting die zich ten doel stelt het in stand houden van een of meer openbare scholen, al dan niet te zamen met openbare scholen als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs of openbare scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs.
2. De gemeenteraad maakt het voornemen tot een besluit als bedoeld in het eerste lid bekend.
3. Een stichting die een openbare school in stand houdt, wordt opgericht door een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.
4. Het statutaire doel van de stichting is uitsluitend het geven van openbaar onderwijs overeenkomstig artikel 39.
5. De stichting oefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit.
6. Onverminderd het vierde lid voorzien de statuten in ieder geval in een regeling omtrent:
a. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de stichting,
b. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden, met dien verstande dat de leden van het bestuur worden benoemd door de gemeenteraad of gemeenteraden en dat ten minste een derde gedeelte, doch geen meerderheid, van die leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken school of scholen,
c. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,
d. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening na goedkeuring door de betreffende gemeenteraad of gemeenteraden,
e. de wijze waarop de gemeenteraad of gemeenteraden toezicht op het bestuur uitoefenen,
f. de gronden waarop het bestuur kan besluiten de vergaderingen besloten te houden,
g. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en
h. de bevoegdheid de stichting te ontbinden,
met dien verstande dat in de regeling een overheersende invloed van de overheid in het bestuur is verzekerd.
7. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na goedkeuring van de desbetreffende gemeenteraad of gemeenteraden.
8. Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad of gemeenteraden verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekendgemaakt.
9. De vergaderingen van het bestuur van de stichting zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist, op gronden, vermeld in de statuten.
10. Indien voor 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt, de begroting niet is goedgekeurd, neemt de gemeenteraad of gemeenteraden de maatregelen die zij nodig achten om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.
11. De gemeenteraad of gemeenteraden zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de stichting te ontbinden.
12. Artikel 155 van de Gemeentewet is niet van toepassing.
1. De rechtspersoon die een openbare school in stand houdt, kan de instandhouding van die school overdragen aan een andere rechtspersoon die tot instandhouding van een openbare school bevoegd is. De overdracht geschiedt bij notariële akte.
2. Bij deze akte verbindt de overdragende rechtspersoon zich tevens de rechten ten aanzien van gebouwen en terreinen alsmede de roerende zaken over te dragen. Deze akte geldt tevens als akte van levering als bedoeld in artikel 89 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
3. In de akte wordt bepaald dat de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de akte van aanstelling, aan de school aanstelt met ingang van de datum van overdracht.
4. Door overdracht met inachtneming van de voorgaande leden, treedt de verkrijgende rechtspersoon in alle uit de wet voortvloeiende rechten en verplichtingen die zijn rechtsvoorganger bezit in zijn hoedanigheid van bevoegd gezag, onverminderd hetgeen verder voor de overgang daarvan naar burgerlijk recht is vereist.
Na artikel 59b wordt een nieuw artikel 59c ingevoegd, luidende:
1. Voor de toepassing van deze titel zijn de voorschriften die betrekking hebben op bijzondere scholen, van overeenkomstige toepassing op openbare scholen die in stand worden gehouden door een stichting als bedoeld in artikel 39b of een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 39a, tenzij het tegendeel blijkt.
2. Indien een openbare school in stand wordt gehouden door een stichting of een openbare rechtspersoon, wordt deze aangemerkt als een door de gemeente in stand gehouden openbare school voor de toepassing van afdeling 2, afdeling 5, paragraaf 4, en afdeling 6.
In artikel 87, tweede lid, wordt na «artikel 45,» ingevoegd «dan wel vervreemding door het bevoegd gezag van een openbare school die in stand wordt gehouden door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 39a dan wel door een stichting als bedoeld in artikel 39b, anders dan op grond van artikel 39c,» en wordt «door het bevoegd gezag van een bijzondere school» vervangen door «het bevoegd gezag van een dergelijke school».
Aan artikel 102, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor de toepassing van de eerste volzin wordt, indien het betreft openbaar onderwijs, onder «school van het bevoegd gezag» verstaan elke binnen de desbetreffende gemeente gelegen school, met uitzondering van de binnen die gemeente gelegen nevenvestigingen waarvan de hoofdvestiging in een andere gemeente is gelegen.
De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
1. Na artikel 39 wordt ingevoegd:
Artikel 39a. Instandhouding openbare school door een openbare rechtspersoon
Artikel 39b. Instandhouding openbare school door een stichting
Artikel 39c. Bestuursoverdracht openbare scholen.
2. Na de omschrijving van artikel 59b wordt ingevoegd:
Artikel 59c. Instandhouding openbare scholen door een stichting of een openbare rechtspersoon.
De Wet op het voortgezet onderwijs3 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1. In de begripsomschrijving van «openbare school» wordt voor de tekst na de dubbele punt de aanduiding «a.» geplaatst en worden na de puntkomma twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:
b. een door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 42a in stand gehouden school;
c. een door een stichting als bedoeld in artikel 42b in stand gehouden school;.
2. Na de begripsomschrijving van «bijzondere school» wordt ingevoegd:
«openbare rechtspersoon»: een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld als bedoeld in artikel 42a;.
3. De begripsomschrijving van «bevoegd gezag» komt te luiden:
«het bevoegd gezag» : voor wat betreft:
a. een openbare school:
1°. het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen;
2°. het krachtens de desbetreffende gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;
3°. de openbare rechtspersoon, bedoeld in artikel 42a; dan wel
4°. de stichting, bedoeld in artikel 42b;
b. een bijzondere school: het schoolbestuur;.
Na artikel 42 worden, onder vernummering van artikel 42a tot artikel 42c, twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
1. Een gemeenteraad kan bij verordening een openbare rechtspersoon instellen die tot doel heeft een of meer openbare scholen in de gemeente in stand te houden, al dan niet te zamen met openbare scholen als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs of openbare scholen als bedoeld in de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. Een openbare rechtspersoon kan ook worden ingesteld door meer dan een gemeente ten behoeve van het in stand houden van openbare scholen in die gemeenten door het vaststellen van een voor wat betreft de onderwerpen, bedoeld in het vierde lid, gelijkluidende verordening, in welk geval de openbare rechtspersoon niet eerder tot stand komt dan nadat alle daartoe strekkende verordeningen in werking zijn getreden.
2. De gemeenteraad of gemeenteraden maken het voornemen tot een besluit als bedoeld in het eerste lid bekend.
3. De openbare rechtspersoon oefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school alle taken en bevoegdheden uit van het bevoegd gezag. Hij bezit rechtspersoonlijkheid.
4. De verordening, bedoeld in het eerste lid, voorziet in ieder geval in een regeling omtrent:
a. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de openbare rechtspersoon,
b. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden, met dien verstande dat de leden van het bestuur worden benoemd door de gemeenteraad of gemeenteraden en dat ten minste een derde gedeelte, doch geen meerderheid, van die leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken school of scholen,
c. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,
d. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening na goedkeuring door de betreffende gemeenteraad of gemeenteraden,
e. de wijze waarop de gemeenteraad of gemeenteraden toezicht op het bestuur uitoefenen,
f. de gronden waarop het bestuur kan besluiten de vergaderingen besloten te houden, en
g. de periode waarvoor de openbare rechtspersoon in het leven wordt geroepen, met dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt,
met dien verstande dat in de regeling een overheersende invloed van de overheid in het bestuur is verzekerd.
5. Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad of gemeenteraden verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekendgemaakt.
6. De vergaderingen van het bestuur van de openbare rechtspersoon zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist, op gronden, vermeld in de verordening.
7. Indien voor 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt, de begroting niet is goedgekeurd, neemt de gemeenteraad of gemeenteraden de maatregelen die zij nodig achten om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.
8. De gemeenteraad of gemeenteraden zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de openbare rechtspersoon te ontbinden.
1. Een gemeenteraad kan besluiten dat een of meer openbare scholen in de gemeente in stand worden gehouden door een stichting die zich ten doel stelt het in stand houden van een of meer openbare scholen, al dan niet te zamen met openbare scholen als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs of openbare scholen als bedoeld in de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
2. De gemeenteraad maakt het voornemen tot een besluit als bedoeld in het eerste lid bekend.
3. Een stichting die een openbare school in stand houdt, wordt opgericht door een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.
4. Het statutaire doel van de stichting is uitsluitend het geven van openbaar onderwijs overeenkomstig artikel 42.
5. De stichting oefent met uitzondering van de besluitvorming over de opheffing van een openbare school alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit.
6. Onverminderd het vierde lid, voorzien de statuten in ieder geval in een regeling omtrent:
a. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de stichting,
b. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden, met dien verstande dat de leden van het bestuur worden benoemd door de gemeenteraad of gemeenteraden en dat ten minste een derde gedeelte, doch geen meerderheid, van die leden wordt benoemd op bindende voordracht van de ouders van de leerlingen die zijn ingeschreven op de betrokken school of scholen,
c. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,
d. de vaststelling van de begroting en de jaarrekening na goedkeuring door de betreffende gemeenteraad of gemeenteraden,
e. de wijze waarop de gemeenteraad of gemeenteraden toezicht op het bestuur uitoefenen,
f. de gronden waarop het bestuur kan besluiten de vergaderingen besloten te houden,
g. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en
h. de bevoegdheid de stichting te ontbinden,
met dien verstande dat in de regeling een overheersende invloed van de overheid in het bestuur is verzekerd.
7. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na goedkeuring van de desbetreffende gemeenteraad of gemeenteraden.
8. Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad of gemeenteraden verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Het verslag wordt bekendgemaakt.
9. De vergaderingen van het bestuur van de stichting zijn openbaar, tenzij het bestuur anders beslist, op gronden, vermeld in de statuten.
10. Indien voor 1 februari van het jaar waarvoor de begroting geldt, de begroting niet is goedgekeurd, neemt de gemeenteraad of gemeenteraden de maatregelen die zij nodig achten om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen.
11. De gemeenteraad of gemeenteraden zijn in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de stichting te ontbinden.
12. Artikel 155 van de Gemeentewet is niet van toepassing.
Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, vervallen de woorden «dan wel».
2. Het eerste lid, onderdeel c, wordt verletterd tot onderdeel d.
3. In het eerste lid wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:
c. door het bestuur van een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 42a dan wel van een stichting als bedoeld in artikel 42b indien het een openbare school betreft die door een openbare rechtspersoon of een stichting in stand wordt gehouden, dan wel.
Aan artikel 77 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
5. Voor de toepassing van deze afdeling zijn de voorschriften die betrekking hebben op bijzondere scholen, van overeenkomstige toepassing op openbare scholen die in stand worden gehouden door een stichting als bedoeld in artikel 42b of een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 42a, tenzij het tegendeel blijkt. Indien een openbare school in stand wordt gehouden door een stichting of een openbare rechtspersoon, wordt deze aangemerkt als een door de gemeente in stand gehouden openbare school voor de toepassing van hoofdstuk III, de paragrafen 7 en 8 van deze afdeling.
Aan artikel 96o, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Voor de toepassing van de eerste volzin wordt, indien het betreft openbaar onderwijs, onder «school van het bevoegd gezag» verstaan elke binnen de desbetreffende gemeente gelegen school, met uitzondering van de binnen die gemeente gelegen nevenvestigingen waarvan de hoofdvestiging in een andere gemeente is gelegen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootDe Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
T. Netelenbos
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen
Uitgegeven de tiende december 1996
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:
Kamerstukken II 1994/95, 1995/96, 24 138.
Handelingen II 1995/96, blz. 5954–5974; 6052–6081; 6249–6251.
Kamerstukken I 1995/96, 24 138 (300); 1996/97, 24 138 (9, 9a, 9b).
Handelingen I 1996/97, blz. 132–146.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1996-580.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.