Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatsblad 1995, 471 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatsblad 1995, 471 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 5 juli 1995, nr. 95045148 WJA/W, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op richtlijn nr. 92/75/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-produktinformatie van huishoudelijke apparaten (PbEG L 297), de artikelen 6 en 21 van de Wet energiebesparing toestellen, de artikelen 8, 13 en 14 van de Warenwet en artikel 8 van de Wet geluidhinder;
De Raad van State gehoord (advies van 7 augustus 1995, nr. W10.95.0332);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 7 september 1995, nr. 9556122 WJA/W, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. kaderrichtlijn: richtlijn nr. 92/75/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-produktinformatie van huishoudelijke apparaten (PbEG L 297);
b. uitvoeringsrichtlijn: een ter uitvoering van artikel 9 van de kaderrichtlijn vastgestelde EG-richtlijn;
c. leverancier: de fabrikant van huishoudelijke apparaten, zijn officiële vertegenwoordiger in de gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is en degene die de desbetreffende apparaten in die gebieden in de handel brengt;
d. handelaar: degene die huishoudelijke apparaten aan eindgebruikers verkoopt, verhuurt, in huurkoop aanbiedt of voor hen uitstalt;
e. kaart: een gestandaardiseerde lijst van informatie over het desbetreffende huishoudelijke apparaat;
f. andere belangrijke hulpbronnen: water, chemische stoffen en alles wat het desbetreffende huishoudelijke apparaat bij normaal gebruik voorts verbruikt;
g. aanvullende informatie: informatie over de prestaties van het desbetreffende huishoudelijke apparaat, die verband houdt met het energiegebruik daarvan of het verbruik van andere belangrijke hulpbronnen, of die nuttig is om zulks te evalueren.
2. Zodra aan een op grond van dit besluit of de daarop berustende bepalingen op een leverancier rustende verplichting is voldaan door een van degenen, die ingevolge het eerste lid, onder c, als zodanig wordt beschouwd, is de verplichting van de anderen opgeheven.
1. De bij of krachtens dit besluit vastgestelde bepalingen zijn van toepassing op huishoudelijke apparaten, behorende tot een bij ministeriële regeling aangewezen categorie.
2. Een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid strekt uitsluitend tot uitvoering van uitvoeringsrichtlijnen.
3. Dit besluit is niet van toepassing op:
a. tweedehands huishoudelijke apparaten;
b. modellen van huishoudelijke apparaten die na het tijdstip van inwerkingtreding van een daarop betrekking hebbende uitvoeringsrichtlijn niet meer worden vervaardigd.
1. De leverancier van huishoudelijke apparaten, behorende tot een krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen categorie, draagt ervoor zorg dat de handelaren in die apparaten in de gebieden, waarop de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is, beschikken over de nodige etiketten en kaarten inzake het energiegebruik en – voor zover van toepassing – het verbruik van andere belangrijke hulpbronnen van die apparaten alsmede inzake aanvullende informatie over die apparaten.
2. De op het etiket vermelde gegevens en de opmaak, afmetingen en kleurstelling van het etiket voldoen aan de daaraan bij ministeriële regeling gestelde eisen. Deze eisen bestaan uit een verwijzing naar de eisen die terzake worden gesteld in de op de desbetreffende categorie van huishoudelijke apparaten betrekking hebbende uitvoeringsrichtlijn of een daarbij behorende bijlage.
3. De op de kaart vermelde gegevens en de opmaak van de kaart voldoen aan de daaraan bij ministeriële regeling gestelde eisen. Deze eisen bestaan uit een verwijzing naar de eisen die terzake worden gesteld in de op de desbetreffende categorie van huishoudelijke apparaten betrekking hebbende uitvoeringsrichtlijn of een daarbij behorende bijlage.
4. Het etiket en de kaart zijn gesteld in de daarvoor in aanmerking komende taal.
5. Het etiket wordt kosteloos ter beschikking gesteld.
6. De kaart wordt opgenomen in alle brochures over het desbetreffende apparaat. Indien door de leverancier geen brochures worden verstrekt, voegt hij kaarten bij andere schriftelijke informatie die over het desbetreffende apparaat wordt verstrekt.
1. De leverancier van huishoudelijke apparaten, behorende tot een krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen categorie, draagt zorg voor de juistheid van de gegevens, bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid.
2. De gegevens, bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid, worden gemeten overeenkomstig de normen waarin de geharmoniseerde normen, bedoeld in de op de desbetreffende categorie van huishoudelijke apparaten betrekking hebbende uitvoeringsrichtlijn of een daarbij behorende bijlage, in Nederland zijn omgezet en waarvan de referentienummers in de Staatscourant zijn bekendgemaakt dan wel overeenkomstig de normen waarin voornoemde geharmoniseerde normen in een andere lid-staat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn omgezet en waarvan de referentienummers in die staat zijn bekendgemaakt.
De leverancier van huishoudelijke apparaten, behorende tot een krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen categorie, stelt technische documentatie samen die voldoet aan de bij ministeriële regeling gestelde eisen. Deze eisen bestaan uit een verwijzing naar de eisen die terzake worden gesteld in de op de desbetreffende categorie van huishoudelijke apparaten betrekking hebbende uitvoeringsrichtlijn of een daarbij behorende bijlage. De leverancier houdt deze documentatie beschikbaar voor inspectiedoeleinden met ingang van de datum waarop het desbetreffende type van het desbetreffende apparaat door hem in de handel wordt gebracht tot vijf jaar nadat het laatste exemplaar van dat type is vervaardigd.
1. Het is een handelaar in huishoudelijke apparaten, behorende tot een krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen categorie, verboden:
a. een tot die categorie behorend apparaat uit te stallen zonder dat op een bij ministeriële regeling aangewezen duidelijk zichtbare plaats een in de Nederlandse taal gesteld etiket als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangebracht;
b. aan de eindgebruiker een brochure over een tot die categorie behorend apparaat te verstrekken zonder dat daarin een in de Nederlandse taal gestelde kaart als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is opgenomen;
c. indien er aan hem door de leverancier van de tot die categorie behorende apparaten geen brochures over het desbetreffende apparaat worden verstrekt, andere schriftelijke informatie over dat apparaat te verstrekken zonder dat daarbij een in de Nederlandse taal gestelde kaart als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt verstrekt.
2. Het is een handelaar in huishoudelijke apparaten, behorende tot een krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen categorie, verboden een tot die categorie behorend apparaat uit te stallen terwijl daarop een etiket dan wel een merkteken, symbool of opschrift met betrekking tot het energiegebruik is aangebracht dat afwijkt van het etiket, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderscheidenlijk afwijkt van de op dat etiket vermelde merktekens, symbolen of opschriften en daarmee kan worden verward.
3. Het tweede lid geldt niet voor overeenkomstig communautaire of nationale voorschriften op huishoudelijke apparaten aangebrachte milieukeuren.
Degene die huishoudelijke apparaten, behorende tot een krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen categorie, door middel van een gedrukte mededeling te koop, in huurkoop of te huur aanbiedt op een wijze die inhoudt dat de koop-, huur- of huurkoopovereenkomst tot stand pleegt te komen zonder dat de potentiële eindgebruiker die apparaten ziet uitgestald, neemt in die gedrukte mededeling in de daarvoor in aanmerking komende taal de gegevens op, die voldoen aan de bij ministeriële regeling gestelde eisen. Deze eisen bestaan uit een verwijzing naar de eisen die terzake worden gesteld in de op de desbetreffende categorie van huishoudelijke apparaten betrekking hebbende uitvoeringsrichtlijn of een daarbij behorende bijlage.
1. Voor zover in dit besluit of de daarop berustende bepalingen wordt verwezen naar de kaderrichtlijn, een uitvoeringsrichtlijn of een bij die richtlijnen behorende bijlage treedt voor de toepassing van de desbetreffende bepaling een wijziging van de richtlijn of een daarbij behorende bijlage in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven.
2. Onze Minister van Economische Zaken doet mededeling van een wijziging als bedoeld in het eerste lid in de Staatscourant.
Artikel 1, tweede lid, van het >Besluit geluidinformatie huishoudelijke apparaten1 komt te luiden:
2. Dit besluit is niet van toepassing op huishoudelijke apparaten, behorende tot een krachtens artikel 2, eerste lid, van het Kaderbesluit etikettering energiegebruik huishoudelijke apparatuur aangewezen categorie, waarvoor op grond van artikel 8 van de Wet geluidhinder bij ministeriële regeling regels zijn gesteld ter uitvoering van uitvoeringsrichtlijnen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van dat besluit.
Het Besluit etikettering energiegebruik koel- en vriesapparatuur wordt ingetrokken.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Economische Zaken,
G. J. Wijers
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. G. Terpstra
Uitgegeven de twaalfde oktober 1995
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
Dit besluit (hierna ook aangeduid als: het kaderbesluit) dat is gebaseerd op de Wet energiebesparing toestellen (hierna: de WET) en de Warenwet, strekt tot uitvoering van richtlijn nr. 92/75/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-produktinformatie van huishoudelijke apparaten (PbEG L 297) (hierna: de kaderrichtlijn).
De kaderrichtlijn beoogt de in diverse lid-staten bestaande voorschriften over energie-etikettering en de verstrekking van andere informatie over het energiegebruik van huishoudelijke apparaten te harmoniseren om aldus het vrije handelsverkeer van deze apparaten in de Europese Gemeenschap te bevorderen. Tevens wordt, als uitvloeisel van de doelstelling om natuurlijke hulpbronnen behoedzaam en rationeel te gebruiken, het bevorderen van energiebesparing in de Europese Gemeenschap beoogd. Het verstrekken van nauwkeurige en vergelijkbare informatie over het specifieke energiegebruik van huishoudelijke apparaten kan het publiek ertoe aanzetten te kiezen voor apparaten die minder energie gebruiken. Fabrikanten zullen daardoor naar verwachting maatregelen nemen om het energiegebruik van de apparaten die zij produceren, te verminderen.
2. Wijze van uitvoering van de kaderrichtlijn
De kaderrichtlijn legt in abstracto verplichtingen op aan (onder meer) leveranciers van en handelaren in huishoudelijke apparaten. In uitvoeringsrichtlijnen moeten vervolgens concrete normen voor in de desbetreffende uitvoeringsrichtlijnen nader aan te duiden apparaten worden gegeven. De kaderrichtlijn diende voor 1 juli 1993 geïmplementeerd te zijn.
Destijds is besloten de kaderrichtlijn niet afzonderlijk te implementeren, omdat er in Nederland reeds een basis bestond voor het opleggen van verplichtingen inzake etikettering van het energiegebruik en het verbruik van andere hulpbronnen van huishoudelijke apparaten in de vorm van de WET, de Wet geluidhinder en de Warenwet. Voorshands werd gekozen voor uitvoering van de desbetreffende uitvoeringsrichtlijnen door middel van het tot stand brengen van algemene maatregelen van bestuur.
De eerste uitvoeringsrichtlijn die werd vastgesteld heeft betrekking op koel- en vriesapparatuur. Het gaat om richtlijn nr. 94/2/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 januari 1994 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke elektrische koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan betreft (PbEG L 45). Deze uitvoeringsrichtlijn koel- en vriesapparatuur is, conform de hiervoor uiteengezette methodiek, geïmplementeerd door middel van een algemene maatregel van bestuur (hierna: amvb), te weten het Besluit etikettering energiegebruik koel- en vriesapparatuur. Daarna zijn er uitvoeringsrichtlijnen vastgesteld die betrekking hebben op wasmachines en op droogtrommels, te weten richtlijn nr. 95/12/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 mei 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke wasmachines betreft (PbEG L 136) en richtlijn nr. 95/13/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 mei 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke elektrische droogtrommels betreft (PbEG L 136). Verder zijn er uitvoeringsrichtlijnen in voorbereiding voor vaatwasmachines en verlichting.
Gelet op het aantal vastgestelde en nog vast te stellen uitvoeringsrichtlijnen en de relatief korte implementatietermijnen die daarvoor (zullen) gelden (minder dan een jaar), ontstond de behoefte aan een methode om die richtlijnen eenvoudiger en sneller te kunnen implementeren. Dit besluit strekt daartoe. Het voorziet in een basis voor het tot stand brengen van ministeriële regelingen ter uitvoering van de hiervoor bedoelde uitvoeringsrichtlijnen. Die uitvoeringsrichtlijnen laten de Nederlandse wetgever, behoudens op ondergeschikte punten, geen ruimte voor het maken van keuzen van beleidsinhoudelijke aard.
Ook de reeds geïmplementeerde uitvoeringsrichtlijn koel- en vriesapparatuur zal alsnog door middel van een (deels) op het kaderbesluit gebaseerde ministeriële regeling worden uitgevoerd. In dit besluit (artikel 10) wordt daartoe bepaald dat het Besluit etikettering energiegebruik koel- en vriesapparatuur wordt ingetrokken. De desbetreffende ministeriële regeling zal in werking treden op hetzelfde tijdstip als waarop het kaderbesluit in werking zal treden.
3. Wettelijke basis voor implementatie van uitvoeringsrichtlijnen door middel van ministeriële regelingen
De ter implementatie van de eerste uitvoeringsrichtlijn tot stand gebrachte amvb, het Besluit etikettering energiegebruik koel- en vriesapparatuur, was gebaseerd op de artikelen 6 en 21 van de WET en artikel 8 van de Wet geluidhinder.
Blijkens de artikelen 6 en 21 van de WET kunnen bij of krachtens amvb regels worden gesteld. Blijkens artikel 6 van de WET kunnen onder andere krachtens amvb regels worden gesteld ten aanzien van gegevens en aanwijzingen met betrekking tot het energieverbruik van toestellen en installaties, alsmede daarmee samenhangende gegevens over andere eigenschappen daarvan en bepaalde identificatiegegevens. Op grond van de hiervoor genoemde uitvoeringsrichtlijnen voor wasmachines en voor droogtrommels moeten gegevens worden verstrekt over de droogefficiëntie (hoe droog komt de was uit het apparaat), de wasefficiëntie (hoe schoon komt de was uit het apparaat), het waterverbruik en de capaciteit. Dit zijn allemaal eigenschappen van het apparaat die samenhangen met het energieverbruik daarvan, zodat ten aanzien daarvan regels kunnen worden gesteld op basis van een op de WET gefundeerd kaderbesluit. Teneinde de aanwijzing van categorieën van toestellen of installaties bij ministeriële regeling mogelijk te maken, is het kaderbesluit mede gebaseerd op artikel 21 van de WET.
In de ontwerp-uitvoeringsrichtlijn voor verlichting wordt echter voorgesteld om ook regels te stellen ten aanzien van gegevens over de levensduur van een lamp. Een direkt verband tussen de levensduur en het energieverbruik van een lamp lijkt te ontbreken, zodat een op de WET gefundeerd kaderbesluit een onvoldoende basis biedt voor een ministeriële regeling waarin regels over die levensduur zijn opgenomen. Ook moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat er in de nabije toekomst ter implementatie van uitvoeringsrichtlijnen bij ministeriële regeling nog andere regels moeten worden gesteld, die eveneens geen direkt verband houden met het energiegebruik. Veiligheidshalve is er daarom voor gekozen het kaderbesluit mede te baseren op de artikelen 8, 13 en 14 van de Warenwet.
In het onduidelijk geformuleerde artikel 6 van de kaderrichtlijn wordt (kennelijk) bepaald dat in de uitvoeringsrichtlijnen moet worden bepaald dat informatie over het geluid wordt verstrekt overeenkomstig richtlijn nr. 86/594/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 december 1986 betreffende het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid (PbEG L 344). In artikel 1, tweede lid, van de uitvoeringsrichtlijn koel- en vriesapparatuur is dat inderdaad bepaald.
Richtlijn nr. 86/594/EEG is in Nederland uitgevoerd in het Besluit geluidinformatie huishoudelijke apparaten. Dat besluit heeft echter uitsluitend betrekking op geluidinformatie over huishoudelijke apparaten die door een fabrikant of importeur op vrijwillige basis wordt verstrekt. Teneinde misverstanden over het al dan niet van toepassing zijn van dat besluit te voorkomen was in artikel 1, tweede lid, van het Besluit geluidinformatie huishoudelijke apparaten voorzien in een expliciete uitzondering van koel- en vriesapparatuur. In plaats daarvan is er thans in voorzien dat het Besluit geluidinformatie huishoudelijke apparaten niet van toepassing is op huishoudelijke apparaten, behorende tot categorieën waarvoor in het hiervoor geschetste kader regels over geluidinformatie gesteld zijn (artikel 9).
Ook de Wet geluidhinder biedt een basis om bij ministeriële regeling regels te stellen. Op grond van artikel 8 juncto artikel 2, derde lid, van deze wet kan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in overeenstemming met de ministers wie het mede aangaat regels stellen, onder meer ter uitvoering van EG-regelgeving. Een ministeriële regeling ter uitvoering van een uitvoeringsrichtlijn, waarin regels over geluidinformatie zijn opgenomen, zal wat dat aspect betreft derhalve rechtstreeks op de Wet geluidhinder gebaseerd dienen te worden.
De voorschriften over etikettering en produktinformatie die zijn opgenomen in het kaderbesluit en in deels daarop en deels op de Wet geluidhinder te baseren ministeriële regelingen, zullen door het bedrijfsleven moeten worden uitgevoerd. De uit het kaderbesluit voortvloeiende verplichtingen hebben alleen betrekking op huishoudelijke apparaten die behoren tot een bij ministeriële regeling aangewezen categorie (artikel 2, eerste lid).
De meeste verplichtingen rusten op de leverancier van huishoudelijke apparaten die tot een aangewezen categorie behoren. Hij moet ervoor zorgen dat de handelaren in die apparaten beschikken over de nodige voorgeschreven etiketten en kaarten met informatie over met name het energiegebruik van de desbetreffende apparaten (artikel 3). Verder is hij verantwoordelijk voor de juistheid van de op de etiketten en kaarten vermelde gegevens (artikel 4) en moet hij technische documentatie samenstellen en beschikbaar houden (artikel 5). De handelaar in de hiervoor bedoelde huishoudelijke apparaten is onder meer verplicht de apparatuur van het vereiste etiket te voorzien en in voorkomende gevallen aan de consument een kaart te verstrekken (artikel 6, eerste lid). Daarnaast geldt ook voor postorderbedrijven en daarmee vergelijkbare bedrijfsvormen een verplichting om informatie te verstrekken over met name het energiegebruik van de huishoudelijke apparaten die behoren tot een bij ministeriële regeling aangewezen categorie (artikel 7).
Het Ministerie van Economische Zaken zal, overeenkomstig artikel 7, onderdeel c, van de kaderrichtlijn, met inschakeling van de branche-organisaties het bedrijfsleven tijdig voor de inwerkingtreding van de desbetreffende ministeriële regelingen over een en ander voorlichten. Daarnaast zal ook voorlichting aan consumenten plaatsvinden. Een aktieve opstelling van consumenten ter zake van energie-etikettering van huishoudelijke apparatuur kan bijdragen tot naleving van het kaderbesluit en de deels daarop deels op de Wet geluidhinder gebaseerde ministeriële regelingen.
Overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens de WET, de Wet geluidhinder en de Warenwet, is strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten. De Economische Controledienst zal worden belast met de handhaving van de onderhavige voorschriften.
De omschrijving van het begrip «leverancier» is, aangepast aan de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, uit de kaderrichtlijn overgenomen (eerste lid, onderdeel c). In de omschrijving van het begrip «leverancier» komen de begrippen «fabrikant», «zijn officiële vertegenwoordiger» en «degene die ..... in de handel brengt» voor. Deze begrippen worden ook gebruikt in zogenaamde «nieuwe aanpak»-richtlijnen (harmonisatierichtlijnen waarin globale produkteisen worden geformuleerd die in technische normen nader uitwerking behoeven). Aangenomen mag worden dat de begrippen in de kaderrichtlijn dienovereenkomstig moeten worden uitgelegd. Die begrippen worden in de kaderrichtlijn verder niet uitgewerkt. Teneinde te verduidelijken op wie die verplichtingen in feite zullen rusten, volgt daarom hieronder enige toelichting daarop.
De fabrikant kan zijn gevestigd in of buiten de gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna: de EER-gebieden) van toepassing is. In beide gevallen kan hij (als de richtlijn daartoe de mogelijkheid biedt) een of meer officiële vertegenwoordigers – in «de nieuwe aanpak richtlijnen» ook wel aangeduid als «gevolmachtigden» – aanstellen. Daarmee wordt degene bedoeld die op uitdrukkelijke aanwijzing (volmacht) van de fabrikant namens hem en voor diens rekening handelt met betrekking tot in de richtlijn vastgestelde verplichtingen, waarvan de fabrikant hem de uitvoering heeft opgedragen. Het gaat daarbij doorgaans om verplichtingen van administratieve aard. De door de fabrikant aangewezen vertegenwoordiger moet om in de plaats van de fabrikant te kunnen handelen zijn gevestigd in de EER-gebieden. Uit het voorgaande volgt dat de in de artikelen 3, 4 en 5 opgenomen verplichtingen voor de leverancier niet automatisch rusten op een in Nederland gevestigde officiële vertegenwoordiger van een elders gevestigde fabrikant. Dit is afhankelijk van hetgeen de fabrikant daarover heeft geregeld. Indien noch de fabrikant noch zijn officiële vertegenwoordiger in de EER-gebieden is gevestigd, rusten de desbetreffende verplichtingen op degene die de apparatuur, die derhalve afkomstig is uit een derde land, in de EER-gebieden in de handel brengt.
Met het oog op de handhaving van het kaderbesluit is in het tweede lid bepaald wie er kan worden aangesproken, indien het gaat om een verplichting die ingevolge het kaderbesluit en de daarop berustende bepalingen op de leverancier is gelegd.
De omschrijving van het begrip «handelaar» in de kaderrichtlijn (een detailhandelaar of andere persoon die huishoudelijke apparaten aan eindgebruikers verkoopt, verhuurt, in huurkoop aanbiedt of voor hen uitstalt) wijkt iets af van die in het kaderbesluit (eerste lid, onderdeel d). De zinsnede «een detailhandelaar of andere persoon» is in het besluit vervangen door «degene die». In de praktijk zal het daarbij gaan om detailhandelaren en postorderbedrijven. De kans dat ook particulieren als handelaar moeten worden aangemerkt is nagenoeg uitgesloten, aangezien het besluit niet van toepassing is op tweedehands huishoudelijke apparaten (artikel 2, derde lid, onderdeel a). Aangezien het in theorie denkbaar is dat degene die een produkt uitstalt niet degene is die dat produkt ook verkoopt, verhuurt of in huurkoop aanbiedt, wordt in het kaderbesluit, in navolging van de omschrijving in de kaderrichtlijn, ook degene die een produkt voor eindgebruikers uitstalt als handelaar aangemerkt.
In dit artikel is bepaald dat de toepassing van de bij of krachtens het kaderbesluit vastgestelde bepalingen is beperkt tot bij ministeriële regeling aangewezen categorieën van huishoudelijke apparaten (eerste lid). Die verplichtingen gelden voor de desbetreffende huishoudelijke apparaten dan ook pas met ingang van de datum van inwerkingtreding van de regeling waarin de desbetreffende categorie wordt aangewezen. Er kunnen alleen categorieën van huishoudelijke apparaten worden aangewezen waarvoor een uitvoeringsrichtlijn is vastgesteld (tweede lid). In artikel 1, eerste lid, van de kaderrichtlijn staan de categorieën van huishoudelijke apparaten opgesomd waarvoor een uitvoeringsrichtlijn kan worden vastgesteld. Het gaat daarbij om:
– koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan;
– wasmachines, droogtrommels en combinaties daarvan;
– vaatwasmachines;
– ovens;
– warmwaterapparatuur en -opslagapparaten;
– verlichtingsbronnen;
– klimaatregelingsapparaten.
Blijkens artikel 1, tweede lid, tezamen met artikel 9, aanhef en onderdeel b, van de kaderrichtlijn kunnen door middel van uitvoeringsrichtlijnen aan deze lijst nog andere categorieën van huishoudelijke apparaten worden toegevoegd, indien wordt verwacht dat dit tot belangrijke energiebesparingen kan leiden.
In het derde lid, onderdeel b, van dit artikel is uitvoering gegeven aan artikel 1, vijfde lid, van de kaderrichtlijn. In dat artikel wordt onder meer bepaald dat er geen verplichting tot etikettering en tot het verstrekken van kaarten is voor modellen van apparaten die niet meer worden vervaardigd «voordat de relevante uitvoeringsrichtlijn van kracht wordt». Kennelijk wordt hiermee bedoeld dat deze verplichting niet bestaat voor modellen van apparaten die na het tijdstip van inwerkingtreding van de uitvoeringsrichtlijn niet meer worden vervaardigd. Die modellen kunnen overigens wel na het hiervoor bedoelde tijdstip in de handel worden gebracht.
In dit artikel zijn de verplichtingen opgenomen ten aanzien van aan handelaren te verstrekken etiketten en kaarten, die rusten op de leverancier van huishoudelijke apparaten, die behoren tot een krachtens het kaderbesluit bij ministeriële regeling aangewezen categorie. Het begrip «leverancier» is hiervoor in de toelichting op artikel 1 reeds toegelicht.
Ingevolge dit artikel kunnen in een hiervoor bedoelde ministeriële regeling aan de desbetreffende etiketten en kaarten geen andere (bijvoorbeeld uit een oogpunt van nationaal beleid wenselijke) eisen worden gesteld dan de eisen die daaraan in de desbetreffende uitvoeringsrichtlijn zijn gesteld (tweede en derde lid).
In de Nederlandstalige uitgave van de desbetreffende nummers van het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, waarin de tot dusverre vastgestelde uitvoeringsrichtlijnen zijn gepubliceerd, worden de etiketten afgebeeld in alle in de lid-staten gesproken officiële talen. In de bij die uitvoeringsrichtlijnen behorende bijlagen die betrekking hebben op de desbetreffende etiketten en kaarten wordt telkens verwezen naar een bijlage waarin vertalingen worden gegeven van de op die etiketten en kaarten te gebruiken termen. De bedoeling hiervan is uiteraard dat het etiket en de kaart zijn gesteld in de officiële taal van de lid-staat waarin de desbetreffende handelaren zijn gevestigd. Om misverstanden daarover te voorkomen is dit expliciet in dit besluit tot uitdrukking gebracht (vierde lid). Indien het gaat om lid-staten met meer dan één officiële taal (België bijvoorbeeld) zal de wetgeving van de desbetreffende lid-staat op dit punt gevolgd dienen te worden.
Blijkens artikel 4, onderdeel b, van de kaderrichtlijn dienen de nodige etiketten gratis aan de handelaren te worden verstrekt. Een dergelijke bepaling over de aan de handelaren te verstrekken kaarten ontbreekt echter. In het vijfde lid van het onderhavige artikel is de verplichting tot het kosteloos verstrekken dan ook beperkt tot de etiketten.
Het eerste lid geeft uitvoering aan artikel 3, derde lid, van de kaderrichtlijn.
In het tweede lid wordt bepaald dat de gegevens op het etiket en de kaart worden gemeten volgens de normen waarin de geharmoniseerde normen, bedoeld in de desbetreffende uitvoeringsrichtlijn zijn omgezet. De referentienummers van de normen waarin de geharmoniseerde normen in Nederland zijn omgezet worden in de Staatscourant gepubliceerd. Beide gegevens (referentienummer en Staatscourantnummer) zullen telkens worden vermeld in de toelichting die behoort bij de ter uitvoering van de desbetreffende uitvoeringsrichtlijn vastgestelde ministeriële regeling.
Ingevolge dit artikel kunnen in een daarin bedoelde ministeriële regeling aan de desbetreffende technische documentatie geen andere eisen worden gesteld dan de eisen die daaraan in de desbetreffende uitvoeringsrichtlijn worden gesteld.
Aan de hand van de hier bedoelde technische documentatie kan in voorkomende gevallen worden nagegaan of de op basis van het kaderbesluit en de daarop berustende bepalingen te verstrekken gegevens juist zijn.
In dit artikel is in de vorm van verboden een aantal verplichtingen voor de handelaar opgenomen.
In artikel 3, vierde lid, van dit kaderbesluit wordt bepaald dat de aan de handelaren te verstrekken etiketten en de kaarten moeten zijn gesteld in de daarvoor in aanmerking komende taal. In aansluiting daarop wordt in artikel 6 bepaald dat de etiketten die door de handelaren moeten worden aangebracht en de door hen te verstrekken kaarten moeten zijn gesteld in de Nederlandse taal (eerste lid, onderdeel a).
Indien er door een handelaar een brochure over het desbetreffende apparaat wordt verstrekt dient daarin de kaart te zijn opgenomen (eerste lid, onderdeel b). Indien door een handelaar geen brochure over het desbetreffende apparaat wordt verstrekt, maar wel andere schriftelijke informatie, dient hij de kaart bij die andere schriftelijke informatie te verstrekken (eerste lid, onderdeel c). Ook is het mogelijk dat door een handelaar zowel een brochure als andere schriftelijke informatie wordt verstrekt. In dat geval dient de kaart in de brochure te zijn opgenomen. Er rust op de handelaar evenwel geen verplichting om een brochure dan wel andere schriftelijk informatie over het desbetreffende apparaat te verstrekken.
De in dit artikel opgenomen verplichting geldt voor postorderbedrijven en daarmee vergelijkbare bedrijfsvormen. Door de eis dat «de koop-, huur- of huurkoopovereenkomst tot stand pleegt te komen zonder dat de potentiële eindgebruiker de apparatuur ziet uitgestald» wordt bewerkstelligd dat schriftelijke reclameboodschappen (in reclamefolders, huis-aan-huisbladen etc.) niet onder deze verplichting vallen.
Ingevolge dit artikel kunnen ook in dit geval in de desbetreffende ministeriële regeling geen andere eisen aan de hier bedoelde gedrukte mededeling worden gesteld dan de eisen die daaraan zijn gesteld in de desbetreffende uitvoeringsrichtlijn (vergelijk de artikelen 3, tweede en derde lid, en 5).
In dit artikel is eveneens bepaald dat de desbetreffende gegevens dienen te worden verstrekt in de daarvoor in aanmerking komende taal (zie hierover de toelichting op artikel 3, vierde lid, van dit kaderbesluit).
Voor zover in het kaderbesluit of een daarop gebaseerde ministeriële regeling wordt verwezen naar de kaderrichtlijn, een uitvoeringsrichtlijn of naar een bijlage van die richtlijnen gaat het om een verwijzing naar de desbetreffende richtlijn of bijlage zoals die met inbegrip van toekomstige wijzigingen zal luiden. Bij een dergelijke toekomstige wijziging kan wijziging van het kaderbesluit of de desbetreffende ministeriële regeling derhalve achterwege blijven – althans voor zover de nummering in de desbetreffende richtlijn of bijlage dezelfde blijft – en gelden de nieuwe teksten automatisch voor Nederland. In artikel 8, eerste lid, wordt bepaald dat dit het geval is vanaf het tijdstip dat aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven.
Het tweede lid bewerkstelligt dat een grotere bekendheid van een dergelijke wijziging mogelijk wordt.
Voor een toelichting op dit artikel wordt verwezen naar hoofdstuk I, paragraaf 3, onder b, van deze nota van toelichting.
Met ingang van 1 januari 1996 (het tijdstip van inwerkingtreding van het kaderbesluit) wordt het Besluit etikettering energiegebruik koel- en vriesapparatuur ingetrokken en zal een deels op het kaderbesluit en deels op de Wet geluidhinder gebaseerde ministeriële regeling inzake etikettering van het energiegebruik van koel- en vriesapparatuur in werking treden.
De uitvoering van de kaderrichtlijn door middel van het kaderbesluit betekent een verfijning van de uitvoering daarvan door Nederland (zie hiervoor hoofdstuk I, paragraaf 2). Bij het bepalen van het tijdstip van inwerkingtreding van het kaderbesluit behoefde dan ook geen rekening te worden gehouden met het in artikel 14 van de kaderrichtlijn voorgeschreven tijdstip.
De in deze tabel niet genoemde artikelen of artikelleden van de kaderrichtlijn behoeven geen implementatie.
Kaderrichtlijn | – Kaderbesluit etikettering energiegebruik huishoudelijke apparatuur |
– artikel 1, eerste en tweede lid | – artikel 2, eerste lid |
– artikel 1, vierde lid | – artikel 1, eerste lid |
– artikel 1, vijfde lid | – artikel 2, derde lid |
– artikel 2, eerste lid | – artikel 6, eerste lid |
– artikel 2, vierde lid | – artikel 5 |
– artikel 3, eerste lid | – artikel 3, eerste en tweede lid |
– artikel 3, tweede lid | – artikel 3, eerste, derde en zesde lid |
– artikel 3, derde lid | – artikel 4, eerste lid |
– artikel 4, aanhef en onderdeel a | – artikel 6, eerste lid, onderdeel a |
– artikel 4, aanhef en onderdeel b | – artikel 3, vijfde lid |
– artikel 5 | – artikel 7 |
– artikel 7, aanhef en onderdeel b | – artikel 6, tweede en derde lid |
– artikel 14, eerste lid | – zie nota van toelichting paragraaf 2 en de toelichting op artikel 11 |
– artikel 14, tweede lid | – aanhef |
De Minister van Economische Zaken,
G. J. Wijers
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. G. Terpstra
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-1995-471.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.