2021D35153

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2021

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij op 22 juli 2021 gevraagd te reageren op de, aan Uw Kamer aangeboden, petitie over het instellen van een Minister voor kinderen. Ik heb deze petitie met veel belangstelling gelezen. Hieronder treft u mijn reactie aan.

De petitie benadrukt dat de zorg voor ontwikkeling en veiligheid van kinderen een kerntaak is van de politiek. De petitie roept op tot een Minister voor kinderen die investeert in een ondersteunende, stimulerende leefomgeving voor alle kinderen, zodat alle kinderen kansrijk, gezond en veilig opgroeien.

Ik onderschrijf volledig dat alle kinderen recht hebben op een kansrijke, gezonde en veilige ontwikkeling. Het belang van het kind moet altijd een primaire afweging zijn bij besluiten die raken aan deze ontwikkeling. Kinderen hebben daarnaast het recht om gehoord te worden. Als Staatssecretaris van VWS verantwoordelijk voor het Jeugdbeleid zet ik mij in voor deze rechten van kinderen.

De petitie roept op tot het verwezenlijken en bevorderen van kinderrechten. Ik zal hieronder enkele voorbeelden geven van de wijze waarop het huidige kabinet hier in gezamenlijkheid invulling aan geeft. Het besluit om een Minister specifiek voor kinderen aan te stellen, is echter aan een nieuw kabinet.

Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling

Nederland kent uitgebreide wet- en regelgeving om kindermishandeling te voorkomen en kinderen te beschermen. Met het programma Geweld Hoort Nergens Thuis zetten de departementen van Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zich daarnaast gezamenlijk in voor het eerder en beter in beeld krijgen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naast het stoppen en duurzaam oplossen. Met het programma is de afgelopen drie-en-een-half-jaar veel in gang gezet. Ik heb uw Kamer op 18 juni 2021 geïnformeerd over de laatste voortgangsrapportage van dit programma. Daarnaast zijn er toekomstscenario’s in ontwikkeling voor de verbetering en vereenvoudiging van de jeugdbeschermingsketen1.

Verbeteren van de jeugdzorg

Een ander voorbeeld is het actieprogramma Zorg voor de Jeugd: dit heeft sinds 2018 als doel om de jeugdzorg beter te maken voor kinderen en hun gezinnen. De meest recente voortgangsrapportage heb ik op 18 juni 2021 aan Uw Kamer gepresenteerd2. Daarnaast hebben het Rijk en gemeenten afgesproken om tot een Hervormingsagenda Jeugd te komen. Hierin komen afspraken die moeten leiden tot een beter en beheersbaar jeugdzorgstelsel waarin zorg beschikbaar is voor kinderen die dat echt nodig hebben.

Herstel en perspectief voor jeugd ten tijde van corona

De COVID-19 crisis heeft daarnaast nog eens benadrukt hoe belangrijk blijvende aandacht voor zowel materiële als immateriële rechten van kinderen is. Op 5 juli 2021 heeft het kabinet Uw Kamer geïnformeerd over de aanpak voor herstel en perspectief voor de jeugd3. Het doel hiervan is het zoveel mogelijk wegnemen of verzachten van de negatieve effecten voor jongeren van de coronacrisis op korte termijn en het versterken van de uitgangspositie van jongeren in de samenleving op de langere termijn. De aanpak bestaat uit diverse bestaande steunpakketten, waaronder het Nationaal Programma Onderwijs van € 8,5 miljard en het Steunpakket Welzijn Jeugd van € 40 miljoen en een agenda voor de toekomst.

Jeugdparticipatie

De aanpak voor herstel en perspectief voor de jeugd is ook een mooi voorbeeld van de wijze waarop het kabinet naar de stem van kinderen luistert. Via de Jongeren Denktank Coronacrisis hebben jongeren het kabinet geadviseerd over de aanpak van de negatieve effecten van de coronacrisis. Veel van de aanbevelingen van de jongeren heeft het kabinet overgenomen. Daarnaast bestaan er diverse initiatieven op landelijk en lokaal niveau om de stem van kinderen te laten horen. Zo worden in diverse gemeenten kinderburgemeesters en -gemeenteraden aangesteld.

Dit zijn enkele voorbeelden van de wijze waarop kinderrechten in Nederland worden geïmplementeerd. De naleving en bevordering van kinderrechten vindt daarnaast plaats in regulier beleid en met nauwe samenwerking tussen departementen. Ik kan geen uitspraken doen over het instellen van een Minister voor kinderen. Een dergelijk besluit moet genomen worden door een volgend kabinet.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Kamerstuk 31 839, nr. 771

X Noot
2

Kamerstuk 31 839, nr. 784

X Noot
3

Kamerstuk 35 883, nr. 1

Naar boven