2019D05595

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2019

In uw brief van 6 februari jl. vroeg u mij om een reactie op de uitspraken van de directeur van de Jagersvereniging over de wolf, gedaan in de uitzending van Nieuwsuur op 22 januari 2019.

Ik heb kennisgenomen van de uitspraken van de directeur van de Jagersvereniging en deze laat ik voor zijn rekening. Verder ben ik me ervan bewust dat de impact van een aanval door een wolf voor betrokkenen groot kan zijn. Het zijn echter de provincies die op grond van de Wet natuurbescherming verantwoordelijk zijn voor het beoordelen en beslissen over verzoeken om tegemoetkomingen in schade aangebracht door beschermde dieren. Het is derhalve aan hen om te beoordelen en af te wegen of door jagers ervaren schade als gevolg van de komst door de wolf voor compensatie in aanmerking komt. In het algemeen wordt alleen bij bedrijfsmatig gehouden dieren aan de ondernemer een tegemoetkoming in de schade verleend als die schade door een beschermde diersoort is veroorzaakt.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven