Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 mei 2011
Op 18 maart 2011 heeft de Vaste Commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mij verzocht een reactie te geven
op de bij de Commissie ontvangen brief van de Vereniging van Im- en Exporteurs van Vogels en Hobbydieren (hierna genoemd:
de Vereniging), gedateerd 2 maart 2011. Hierbij bied ik u mijn antwoord aan.
Behalve aan uw Kamer heeft de Vereniging ook een brief gestuurd aan mij, alsmede aan de inspecteur-generaal van de nieuwe
Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA). De brief die aan mij was gericht heb ik beantwoord (zie bijlage). De brief aan de inspecteur-generaal
is als klacht in behandeling genomen bij de nVWA.
Bezwaren
De Vereniging van Im- en Exporteurs van Vogels en Hobbydieren is van mening dat de nVWA nalatig is met optreden tegen de illegale
import van vogels naar Nederland. De nVWA zou bovendien weigeren om concrete gevallen die de Vereniging doorgeeft op te pakken.
Als voorbeeld noemt de vereniging de vogelmarkt van zaterdag 19 februari 2011 in Zwolle.
Ik wil allereerst ingaan op het wettelijk kader, daarna zal ik de klachten van de Vereniging behandelen.
Wettelijk kader
De handel in vogels wordt gereguleerd in de wetgeving voor beschermde diersoorten (Flora- en Faunawet, CITES-wetgeving), de
veterinaire wetgeving en de welzijnswetgeving bij onder andere bij het transport van vogels.
Als de eventuele CITES-papieren in orde zijn en de veterinaire controles zijn uitgevoerd kan een partij vogels worden verhandeld
tussen derde landen en de EU-lidstaten. De nVWA ziet toe op de naleving van de regels, onder meer door de afgifte van certificaten.
Sinds enkele jaren ligt de handel van vogels uit derde landen nagenoeg stil in verband met de scherpere regels ten aanzien
van de preventie en bestrijding van de vogelgriep.
Antwoord
De nVWA voert invoercontroles uit van vogels uit niet EU-landen en houdt vervoerscontroles op de weg in Nederland. Ook controleert
de nVWA met enige regelmaat vogelmarkten en als vervolg hierop soms ook de vogelbestanden op het huisadres.
Bij overtredingen treedt de nVWA op door middel van waarschuwingen, processen-verbaal en bestuursrechtelijke maatregelen.
Over de benodigde toezichtfrequentie verschil ik van mening met de Vereniging. Die is gezien de risico’s die bestaan voor
CITES, dierenwelzijn en veterinaire aspecten adequaat. Over de legale dan wel illegale handel, waar de Vereniging vooral de
nadruk op legt in haar brief, heb ik in de vele contacten die er zijn al vaker gesproken. Zo is bijvoorbeeld vorig jaar samen
met de Vereniging een workshop georganiseerd over dit onderwerp. De bewijsproblematiek is echter groot. Concrete gevallen
van illegale handel die de Vereniging doorgeeft zijn meestal te weinig specifiek om op te kunnen treden. Ik verlang niet dat
de Vereniging «alles panklaar op het bordje van de nVWA» legt, zoals zij opmerkt. Wel vraag ik om bij een melding concrete
en feitelijke informatie te geven waarop wij objectief een vermoeden van een strafbaar feit kunnen baseren. Samen met de Vereniging
blijf ik kijken welke maatregelen nodig zijn om de pakkans van illegale handel in vogels te vergroten.
In 2011 besteedt de nVWA extra aandacht aan de controle op het vervoer van niet-landbouwhuisdieren.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker