2010D43872

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2010

De vaste commissie voor Financiën heeft mij bij brief van 28 september jl. verzocht te reageren op de brief van de FOV (Federatie van Onderlinge Verzekeringsmaatschappijen in Nederland) van 9 september jl. inzake de zorgelijke marktpositie van kleine coöperatieve verzekeraars.

In het najaar van 2009 is richtlijn nr. 2009/138/EG van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II, ook wel Solvency II genoemd) vastgesteld. Deze richtlijn betreft herziene en uitgebreide regelgeving voor het toezicht op verzekeraars. Kleine verzekeraars vallen evenwel niet onder de reikwijdte van deze richtlijn. Dit betekent dat op deze verzekeraars een nationaal bepaald beleid van toepassing is. Ook de huidige richtlijnen (kort gezegd Solvency I) kennen een vergelijkbare uitzondering en op dit moment is eveneens nationaal bepaald beleid van toepassing op deze verzekeraars. Uitgangspunt voor de regels die momenteel van toepassing zijn op deze verzekeraars zijn de regels van Solvency I, zij het in verlichte vorm.

Met de komst van Solvency II werd ik voor de vraag gesteld wat te doen met het toezicht op kleine verzekeraars. In overleg met DNB heb ik vervolgens een aantal uitgangspunten voor een (herzien) regime geformuleerd. Allereerst moet er ook op kleine verzekeraars goed toezicht kunnen worden uitgeoefend. Gezien de principes die in Solvency II worden gehanteerd (risico-oriëntatie, marktwaardewaardering, transparantie en proportionaliteit) achten wij het van belang dat de richtlijn tevens het uitgangspunt vormt voor kleine verzekeraars. De bescherming van de polishouder wordt immers voorop gesteld. Echter, een nieuw regime moet wel uitvoerbaar zijn en geen onevenredige lastenverzwaring opleveren. Bovendien, en dat is met het oog op de brief van de FOV van belang, is sanering van de sector zeker geen doel. Deze uitgangspunten zijn met de sector besproken en de sector heeft in deze gesprekken aangegeven deze uitgangspunten te onderschrijven. Daarbij heeft de sector wel aangegeven hiermee niet bij voorbaat in te stemmen met de uitwerking van deze principes.

Mijn doel is om op basis van de geformuleerde uitgangspunten een vernieuwd verlicht regime tot stand te brengen voor kleine verzekeraars. Hierbij worden de in de richtlijn gestelde eisen aan verzekeraars tegen het licht gehouden en wordt bekeken of deze eisen wel, niet of in verlichte vorm van toepassing zouden moeten zijn op kleine verzekeraars. Hiertoe is een consultatiedocument op hoofdlijnen opgesteld, dat in mei van dit jaar door DNB is geconsulteerd. Naar aanleiding hiervan heeft de FOV uw Kamer en mij per brief benaderd.

Wij hechten zeer aan het in goed overleg met alle betrokkenen tot stand brengen van een herzien regime voor verzekeraars die niet onder de reikwijdte van Solvency II vallen. Ik heb de FOV dan ook uitgenodigd om haar brief te komen toelichten en het gesprek aan te gaan met DNB en mijn ministerie. Ik heb de FOV verzekerd dat haar inbreng meeweegt bij de totstandkoming van een voorstel voor een nieuw verlicht regime voor kleine verzekeraars die buiten de reikwijdte van Solvency II vallen. Naar verwachting zal een conceptwetsvoorstel binnen enkele maanden ter consultatie worden gepubliceerd. Ook in dat kader zullen alle reacties zorgvuldig worden beschouwd.

Als laatste zou ik nog willen benadrukken dat we ons midden in het proces van totstandkoming van een herzien regime voor kleine verzekeraars bevinden, waarbij we graag met een ieder in gesprek blijven om uiteindelijk tot een zo goed mogelijk afgewogen regime te komen.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Naar boven