Vragen van het lid Van Weyenberg (D66) aan de Staatssecretaris van Financiën over
het bericht «Opdrachtgevers haken af door afschaffing VAR» (ingezonden 20 juni 2016).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Opdrachtgevers haken af door afschaffing Verklaring
Arbeidsrelatie (VAR)»?1
Vraag 2
Kunt u een overzicht verstrekken van het aantal verzoeken tot goedkeuring van modelovereenkomsten,
het aantal beoordeelde modelovereenkomsten, het aantal goedgekeurde modelovereenkomsten,
het aantal afgewezen modelovereenkomsten en het aantal nog niet behandelde aanvragen?
Vraag 3
Heeft u inzicht in de ontwikkeling van het aantal personen dat via intermediairs,
zoals payrollbedrijven, werkt sinds 1 januari 2016? Herkent u de signalen dat opdrachtgevers
geen zelfstandigen meer inhuren, dat zelfstandigen minder opdracht krijgen en dat
zzp'ers worden vervangen door bijvoorbeeld payroll- of uitzendkrachten?
Vraag 4
Hoe controleert de Belastingdienst of er in de praktijk gewerkt wordt volgens een
goedgekeurde modelovereenkomst? Welke bevoegdheden kan de Belastingdienst hierbij
inzetten? Mag de Belastingdienst bijvoorbeeld e-mailcorrespondentie onderzoeken? Worden
controles aangekondigd, of kan de inspecteur ook onaangekondigd controleren? Welke
informatie moet de opdrachtgever dan kunnen overleggen?
Vraag 5
Hoeveel capaciteit heeft de Belastingdienst beschikbaar voor het controleren of er
volgens modelovereenkomsten wordt gewerkt?
Vraag 6
Bij wie ligt de bewijslast als de Belastingdienst constateert dat er niet conform
de modelovereenkomst wordt gewerkt? Dient de Belastingdienst te bewijzen dat er niet
conform de modelovereenkomst wordt gewerkt, of dient de opdrachtgever te bewijzen
dat er wel conform de modelovereenkomst wordt gewerkt?
Vraag 7
De Belastingdienst kan tot vijf jaar na afloop van het kalenderjaar een correctieverplichting
of naheffingsaanslag opleggen; hoe kan de Belastingdienst drie, vier of vijf jaar
na dato controleren of er sprake is geweest van niet nakomen van de modelovereenkomst?
Kan het niet naleven van een modelovereenkomst in een bepaald jaar ertoe leiden dat
er ook naheffingen worden opgelegd van eerdere jaren? Zo ja, onder welke voorwaarden?
Vraag 8
Hoe kan de Belastingdienst controleren of de modelovereenkomst wordt nageleefd, als
de modelovereenkomst veel vrijheidsgraden kent? Hoe kunnen opdrachtgevers en opdrachtgevers
vooraf zekerheid ontlenen aan een niet strikt geformuleerde modelovereenkomst, zoals
de «algemene modelovereenkomst geen werkgeversgezag»?
Vraag 9
Kan de Belastingdienst op grond van het rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst (art.
7:610a BW) concluderen dat er sprake is van een dienstbetrekking? Speelt dit rechtsvermoeden
op enige manier een rol bij controle door de Belastingdienst naar de naleving van
modelovereenkomsten?
Vraag 10
Waarom wordt de voorwaarde dat de opdrachtgever aanwijzingen kan geven omtrent de
uitvoering van de opdracht niet gemarkeerd in gepubliceerde modelovereenkomsten (bijvoorbeeld
de modelovereenkomst vrije vervanging)? Betekent dit dat het kunnen geven van aanwijzingen
omtrent de uitvoering van de opdracht niet van belang is bij het bepalen of er sprake
is van een dienstbetrekking? Hoe verhoudt dit zich tot artikel 7:402 BW waarin is
geregeld dat een opdrachtnemer is gehouden gevolg te geven aan tijdig verleende en
verantwoorde aanwijzingen omtrent de uitvoering van de opdracht?
Vraag 11
Waarom markeert de Belastingdienst in goedgekeurde modelovereenkomsten die niet worden
gepubliceerd, niet welke onderdelen van belang zijn bij het bepalen of er sprake is
van een dienstbetrekking?
Vraag 12
Klopt het dat met de inwerkingtreding van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie
(Wet DBA) de wettelijke grondslag tot het kopiëren van een identiteitsbewijs is geschrapt?
Hoe kan een opdrachtgever enkele jaren na dato, als het goed mogelijk is dat er geen
contact meer is tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, voorkomen dat hij een naheffingsaanslag
krijgt opgelegd op basis van het hoge anoniementarief?
Vraag 14
Klopt het dat modelovereenkomsten voor zelfstandigen die zorg in natura aanbieden,
door de Belastingdienst slechts goedgekeurd worden voor extramurale zorg, omdat de
Belastingdienst van mening is dat feiten en omstandigheden bij werken binnen de muren
van een zorginstelling met zich meebrengen dat een dienstbetrekking niet uit te sluiten
is? Hoe verhoudt zich dit tot het standpunt van het kabinet dat de inzet van zzp'ers
in de intramurale zorg wel mogelijk is?2 Aan welke voorwaarden moet een modelovereenkomst voldoen om intramurale zorg buiten
dienstbetrekking te kunnen leveren?