Vragen van de leden Koppejan en Koopmans (beiden CDA) aan de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Verkeer en Waterstaat over plan Zuidoord (ingezonden 4 augustus 2010).

Vraag 1

Bent u bekend met de 2 200 indieners van zienswijzen van plan Zuidoord welke op de hoorzitting van 8 september 2010 hun visie op de plannen komen uitleggen?1 Deelt u de mening dat hiermee het draagvlak voor de voorgestelde plannen als twijfelachtig kan worden beschouwd?

Vraag 2

Is het waar dat, hoewel strikt formeel voor Zuidoord niet alleen voor natuur wordt ontpolderd, er wel degelijk sprake is van een polder onder water zetten en goede landbouwgrond opofferen voor nieuwe natuur? Geldt een soortgelijke situatie voor de polder Beningerwaard, Zuiderdieppolder op Flakkee en Leenherenpolder in de Hoeksche Waard?

Vraag 3

Is ontpoldering in al deze gevallen nodig ten behoeve van recreatie en/of waterveiligheid? Zo neen, voor welke doelen dan?

Vraag 4

Is bij de genoemde polders onder vraag 2 ook gekeken naar alternatieve vormen van natuuraanleg, natuurherstel of -compensatie?

Vraag 5

Is het waar dat wanneer provincies zelf van mening zijn dat ze voldoende inspanningen hebben verricht om alternatieven te zoeken voor ontpoldering, maar (terecht of onterecht) tot de conclusie komen dat deze er niet zijn, diezelfde provincies dan in principe ongestoord kunnen doorgaan met het omzetten van landbouwgronden in nieuwe natuur? Zo ja, acht u dat in overeenstemming met uw eerdere oproep gedaan tijdens Wetgevingsoverleg Natuur van 16 november 20092, waarin u het verzoek deed aan provincies om hun plannen te heroverwegen als er sprake is van ontpoldering of het onder water zetten van land alleen voor natuurdoelen en te zoeken naar alternatieven om dezelfde natuurdoelen te realiseren? Zo neen, wat gaat u daar aan doen?

Vraag 6

Bent u ook van mening dat een onderzoek naar alternatieven door een gegarandeerd onafhankelijk onderzoeksinstituut moet worden uitgevoerd, waarbij geen enkele kans bestaat op belangenverstrengeling met de provincie?

Vraag 7

Wat is de stand van zaken, zowel als het gaat om het zoeken van alternatieven voor ontpoldering en onder water zetten als om heroverweging van plannen, met betrekking tot de door u gestelde vragen aan de provincies tijdens het Wetgevingsoverleg Natuur van 16 november 2009?

Vraag 8

Deelt u de mening dat het bij de inventarisatie door de provincies niet alleen gaat om gronden met de functie landbouw waarvoor plannen zijn ontwikkeld om deze onder water te zetten, uitsluitend met het doel op die grond natuur te ontwikkelen ten behoeve van de natuurdoelstelling «nieuwe natuur», maar ook om de gronden waarbij verschillende opgaves worden gecombineerd zoals natuur en recreatie of natuur en woningbouw? Zo neen, waarom niet?

Vraag 9

Wanneer de hoofddoelstelling natuurontwikkeling is ten behoeve van de natuurdoelstelling «nieuwe natuur» met daarbij nog een andere (ondergeschikte) functie, zoals extensieve recreatie, valt deze dan onder uw definitie van ontpoldering: «gronden ... natuur»? Zo neen, waarom niet?

Vraag 10

Wanneer in een polder de hoofddoelstelling natuurontwikkeling is ten behoeve van de natuurdoelstelling «nieuwe natuur», waarbij wel dijken worden doorgestoken maar niet continu het gehele gebied onder water staat en er mogelijkheden worden geboden voor extensieve recreatie langs de randen en/of door een klein gedeelte van een dergelijk gebied, valt zo’n polder dan onder uw definitie van ontpoldering? Zo neen, waarom niet?

Vraag 11

Wanneer een polder voor de ecologische hoofdstructuur is bestemd en/of wanneer een polder voor «nieuwe natuur» is bestemd en/of onder de habitatrichtlijn en/of onder de Vogelrichtlijn en/of onder Natura 2000 valt, wordt deze polder dan geschaard onder uw definitie van ontpoldering? Zo neen, waarom niet?

Vraag 12

Is het waar dat polder Zuidoord onder uw definitie van ontpoldering valt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, waarom wel?


XNoot
1

site www.zuidoord.nl

XNoot
2

Kamerstuk 32 123 XIV, nr. 64.

Naar boven