Klacht
De indiener, een bedrijf, klaagt erover dat de belastingdienst, ook na beroep, geen
kwijtschelding heeft verleend van een belastingschuld.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
De belastingschuld bestaat voor het grootste deel uit een naheffingsaanslag in de
omzetbelasting over de jaren 2006 tot en met 2008. Deze aanslag is opgelegd inclusief
een vergrijpboete. De belastingdienst heeft het verzoek om kwijtschelding, in eerste
instantie op 20 september 2010 en in beroep op 15 april 2011, om deze reden afgewezen,
maar ook omdat er geen schuldeisersakkoord was, waarin de preferente positie van de
belastingdienst als crediteur tot uiting had kunnen komen. Bovendien is de belastingdienst
zeer terughoudend met het verlenen van kwijtschelding van belastingschulden die verband
houden met het uitoefenen van een bedrijf, omdat dat concurrentieverstorend zou kunnen
uitwerken.
Overwegingen
Indiener voert aan dat de belastingdienst ten onrechte geen rekening heeft gehouden
met de omstandigheden die tot de genoemde naheffingsaanslag hebben geleid. Als die
omstandigheden echter zodanig waren dat indiener geen verwijt treft, had hij dat in
de bezwaar- en beroepsfase tegen de naheffingsaanslag kunnen aanvoeren.
Indiener voert voorts aan dat de belastingdienst er ten onrechte geen rekening mee
heeft gehouden dat de bedrijfsperspectieven thans gunstiger zijn. Echter, niet alleen
komt indiener nieuw opgekomen belastingverplichtingen niet na, maar het feit alleen
dat het perspectief is verbeterd kan geen reden zijn om kwijtschelding te verlenen
van een belastingschuld die verwijtbaar ontstaan is.
Oordeel van de commissie3
De belastingdienst heeft de Invorderingswet en de bijbehorende Uitvoeringsregeling
correct toegepast. Er is geen sprake van uitzonderlijke omstandigheden die afwijking
van vast beleid rechtvaardigen.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen reden om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Van Strien
De griffier van de commissie, Van Dijk