Klacht
Verzoekster klaagt erover dat de belastingdienst haar meer dan eens over een bepaald jaar huurtoeslag heeft toegekend en een
voorschot heeft uitbetaald om die toeslag vervolgens maanden later te herzien en het voorschot (gedeeltelijk) terug te vorderen.
Zij is van mening dat dit slordigheden van de belastingdienst zijn waardoor zij telkens in financiële problemen geraakt.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.
Feiten
De belastingdienst stelt aan het einde van het jaar de toeslag vast voor het volgende jaar, aan de hand van de verschuldigde
huur en het inkomen van twee jaar eerder. De op deze wijze berekende toeslag wordt vastgelegd in een voorschotbeschikking.
De toeslaggerechtigde dient eventuele wijzigingen in huur en/of inkomen door te geven en ontvangt op grond daarvan een nieuwe
voorschotbeschikking, die soms een gehele of gedeeltelijke terugvordering inhoudt.
Zo heeft ook verzoekster in juli 2011 een terugvorderingsbeschikking ontvangen met betrekking tot de in december 2010 toegekende
huurtoeslag over 2011, op grond van door verzoekster doorgegeven wijzigingen in inkomen en huur. Deze beschikking is in september
2011 door een nieuwe beschikking gevolgd, omdat verzoekster een wijziging doorgaf in de huur. Deze laatste beschikking maakte
de terugvordering van de eerste beschikking ongedaan.
Wel heeft verzoekster nog terugvorderingen van huurtoeslag over de jaren 2006 en 2008 open staan, waarvan zij, hoewel haar
daarvoor een betalingsregeling van 24 maanden is aangeboden, een gering bedrag heeft betaald.
Overwegingen
De bovengeschetste systematiek in de berekening van de huurtoeslag brengt mee dat in het algemeen geen of slechts kleine wijzigingen
in de toegekende voorlopige toeslagen nodig zijn op grond van de definitieve vaststelling van inkomen en huur. De aanzienlijke
wijzigingen die zich in het geval van verzoekster voor wat betreft de jaren 2006 en 2008 hebben voorgedaan en die tot aanzienlijke
terugvorderingen hebben geleid, vloeien direct voort uit wijzigingen in haar situatie.
Oordeel van de commissie3
Niet gebleken is dat het ongemak dat verzoekster ondervindt van herziene beschikkingen huurtoeslag te wijten is aan onzorgvuldigheden
van de belastingdienst.
Het ongemak voor verzoekster wordt bovendien verzacht door een ruime betalingsregeling.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie,
Van Strien
De griffier van de commissie,
Van Dijk