XCIV Verkiezing van een Voorzitter

B BRIEF VAN HET LID G.J. DE GRAAF

Aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Loenen, 22 juni 2011

Waarde collegae,

Op voordracht van de VVD-fractie stel ik mij volgaarne kandidaat voor het voorzitterschap van de Eerste Kamer.

Sinds mijn intrede in de Kamer in juni 2003 ben ik vertrouwd geraakt met alle facetten van ons werk.

Wat mij daarbij voortdurend motiveert zijn de grote hoeveelheid kennis en maatschappelijke ervaring die in ons Hoog College van Staat zijn samengebald en de wijze waarop deze worden vertaald in een nauwgezette beoordeling van wettelijke regelgeving en diepgravende debatten.

Een en ander wordt nog versterkt door de aangename sfeer van integriteit en collegialiteit.

Reden waarom ik het als een grote eer zou beschouwen uw voorzitter te mogen worden.

Het voorzitten is mij na ruim dertig jaar burgemeesterschap welhaast een tweede natuur geworden. Ondanks mijn partijpolitieke afkomst heeft het neutraal invulling geven aan het voorzitterschap van de gemeenteraad bij mij altijd voorop gestaan.

U kunt er op vertrouwen dat dit niet anders zal zijn, mocht ik tot voorzitter van de Eerste Kamer gekozen worden.

Onze nieuw samengestelde Kamer is aangetreden in een periode die zwaar getekend is door de gevolgen van de wereldwijde financieel-economische crisis.

De ingrijpende bezuinigingen als gevolg daarvan zullen ook onze Kamer voor moeilijke afwegingen plaatsen. Eens te meer lijken mij de traditie van zorgvuldigheid en bezonnenheid alsook de goede onderlinge verstandhouding ons daarbij houvast te bieden.

Dat ook de ontwikkelingen in Europa en de wijdere wereld onze blijvende aandacht zullen vragen is inherent aan de positie en rol van ons land op het wereldtoneel.

In de wetenschap dat de Eerste Kamer zich steeds gesteund weet door een relatief beperkte, maar niettemin uitstekende groep medewerkers, wacht ik de uitkomst van de verkiezing verwachtingsvol af.

Met collegiale groet,

Mr. G.J. de Graaf

Naar boven