Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | LXXXVIII nr. G |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | LXXXVIII nr. G |
Vastgesteld 28 september 2011
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de toenmalige leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat per brief van 14 januari 20111 Waterstaat geïnformeerd over de actuele situatie in relatie tot de motie inzake natuurherstelmogelijkheden van verdieping van de Westerschelde2, die op 22 juni 2010 met grote meerderheid is aangenomen door de Kamer. In het kader van dit onderwerp hebben de leden van die commissie kennisgenomen van het bericht dat de Zeeuwse natuurorganisaties niet langer willen dat de Hedwigepolder onder water wordt gezet en in ruil voor dit standpunt pleiten voor een nieuw fonds voor natuurherstel in de rest van Zeeland.3 Naar aanleiding van dit bericht hebben die leden de staatssecretaris op 13 april 2011 een brief gestuurd.
De staatssecretaris heeft op 27 september 2011 gereageerd.
De huidige vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening,
Warmolt de Boer
BRIEF AAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE
Den Haag, 13 april 2011
Per brief van 14 januari 20111 heeft u de leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat geïnformeerd over de actuele situatie in relatie tot de motie inzake natuurherstelmogelijkheden van verdieping van de Westerschelde2, die op 22 juni 2010 met grote meerderheid is aangenomen door de Kamer. In het kader van dit onderwerp hebben de leden van de commissie kennisgenomen van het bericht dat de Zeeuwse natuurorganisaties niet langer willen dat de Hedwigepolder onder water wordt gezet en in ruil voor dit standpunt pleiten voor een nieuw fonds voor natuurherstel in de rest van Zeeland.3 Naar aanleiding van dit bericht hebben deze leden enkele vragen.
Deze leden vragen u ten eerste om een reactie op deze recente ontwikkelingen in dit dossier. Hoe beoordeelt u deze ontwikkelingen? Voorts vragen de leden van de commissie u om hen te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de besluitvorming over dit onderwerp.
Tot slot vragen deze leden of u, mede in het licht van de recente ontwikkelingen, voornemens bent om de aangenomen motie inzake natuurherstelmogelijkheden van verdieping van de Westerschelde onverkort uit te voeren.
De leden van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat zien uw spoedige beantwoording met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,
B. Staal
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2011
Met deze brief reageer ik op de vragen van de toenmalige vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat van 13 april 2011 (141041.36u) over de natuurherstelmogelijkheden van de Westerschelde. Ik bied u mijn excuses aan voor de late beantwoording van deze vragen.
Hoe beoordeelt u de recente ontwikkelingen in het dossier natuurherstelopgave Westerschelde?
Het bericht dat de Zeeuwse natuurorganisaties de ontpoldering van de Hedwigepolder niet langer als enige oplossing voor de invulling van de natuurherstelopgave in de Westerschelde zien, was voor het kabinet een positief signaal.
Het kabinet acht het van belang dat de natuurontwikkeling in de Westerschelde geplaatst wordt in het kader van de hele natuurontwikkeling van Zeeland. Hierdoor kan het natuurresultaat gemaximeerd worden en kan meer bereikt worden dan met het vasthouden aan de ontpoldering van de Hedwigepolder, welke niet kan rekenen op draagvlak in de regio.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het natuurherstel in de Westerschelde?
Op 17 juni 2011 heeft het Kabinet besloten tot een alternatieve invulling van het natuurherstel in de Westerschelde. In de bijlage treft u de brief met dit besluit aan. Mijn excuses dat ik deze brief destijds niet ook aan uw Kamer gestuurd heb. Op basis van het rapport van Deltares komt het kabinet tot de conclusie dat het mogelijk is de internationale verplichting na te komen zonder dat dit hoeft te leiden tot de ontpoldering van de Hedwigepolder. Het vereiste natuurherstel kan worden gerealiseerd met een pakket dat gefaseerd wordt uitgevoerd en in alle gevallen tenminste 300 hectare estuariene natuur genereert. Inmiddels ben ik in gesprek met Vlaanderen en met de Europese Commissie.
Deze gesprekken verlopen constructief. Daarnaast wordt er met Zeeland gesproken en zullen afspraken gemaakt worden over een sociaal-economische ontwikkelagenda voor Zeeland.
Bent u mede in het licht van recente ontwikkelingen, voornemens om de aangenomen motie inzake natuurherstelmogelijkheden van verdieping van de Westerschelde onverkort uit te voeren?
Met het voornoemde kabinetsbesluit is een nieuwe situatie ontstaan. Thans wordt meer nauwkeurig bezien welke procedures moeten worden doorlopen en welke formele besluiten moeten worden genomen om het alternatieve natuurherstel te realiseren. Op dit moment kan ik dus nog niet aangeven of bij de uitvoering van de drie fasen het voornemen bestaat om gebruik te maken van ruimtelijke rijksprocedures waar van rechtswege de Crisis- en herstelwet op van toepassing is. Van belang is dat bij de uitvoering van het natuurherstel een zodanig tempo is verzekerd, dat wordt voldaan aan de verplichtingen van artikel 6, eerste en tweede lid, van de Habitatrichtlijn.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-LXXXVIII-G.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.