B
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN
R. H. TE G.2 BETREFFENDE KWIJTSCHELDING VAN NAVORDERINGSAANSLAG
MET VERGRIJPBOETE
Vastgesteld 29 september 2009
Klacht
Verzoeker klaagt dat hij geen kwijtschelding heeft gekregen voor een navorderingsaanslag
inkomstenbelasting en premievolksverzekering over het jaar 2003 met een vergrijpboete.
Feiten
Verzoeker heeft in 2003 een uitkering uit een kapitaalverzekering met
lijfrenteclausule ontvangen door afkoop van de verzekeringen. Een afkoopsom
van een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule is belast als inkomsten
uit periodieke uitkeringen. Verzoeker heeft daarvan geen aangifte gedaan.
Volgens de Algemene wet inzake rijksbelastingen is verzoeker verplicht een
aangiftebiljet aan de Belastingdienst te vragen. Omdat hij niet aan zijn verplichting
heeft voldaan, is hem naast de navorderingsaanslag een vergrijpboete wegens
opzet of grove schuld opgelegd. Op zijn verzoek is de oorspronkelijke boete
verlaagd tot € 1 000,–; de navorderingsaanslag is gehandhaafd.
Op het aanslagbiljet is de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de aanslag
vermeld. Verzoeker heeft geen bezwaar tegen de aanslag ingediend. Bij het
aanslagbiljet was echter een formulier «verzoek kwijtschelding»
gevoegd. De Belastingdienst heeft zijn verzoek om kwijtschelding afgewezen.
Verzoeker is hiertegen in beroep gegaan; het beroep is afgewezen omdat kwijtschelding
niet mogelijk is bij opzet of grove schuld ingevolge de Leidraad Invordering.
Overwegingen
Verzoeker voert aan dat hij dat hij niet wist dat hij belasting verschuldigd
was voor de uitkering uit een kapitaalverzekering. Hij heeft om kwijtschelding
verzocht omdat hij de belastingaanslag niet kan betalen door zijn medische
en financiële omstandigheden; de uitkering heeft hij gebruikt voor zijn
levensonderhoud. Hij beklaagt zich erover dat de Belastingdienst volgens
hem termijnen heeft overschreden en hem niet deugdelijk heeft gehoord.
Oordeel van de commissie1
Niet gebleken is dat de Belastingdienst onbehoorlijk heeft gehandeld of
zijn beslissing onvoldoende heeft gemotiveerd. Bij de beslissingen is immers
gehandeld overeenkomstig de bestaande wet- en regelgeving. Verzoeker is om
medische redenen niet gehoord maar heeft in plaats daarvan telefonisch een
toelichting gegeven op zijn beroepschrift waarvan de belangrijkste punten
in de uitspraak op het beroepschrift zijn opgenomen.
De Belastingdienst heeft zich weliswaar aan de wettelijke termijnen gehouden
maar de commissie vindt dat verzoeker lang op de kennisgeving navorderingsaanslag
met boete heeft moeten wachten.
De commissie dringt er bij de staatssecretaris op aan om gezien het bovenstaande
en gezien de financiële omstandigheden de boete kwijt te schelden.
Voorstel aan de Kamer
De commissie stelt de Kamer voor de staatssecretaris van Financiën
uit te nodigen de aan verzoeker opgelegde boete kwijt te doen schelden.
De voorzitter van de commissie,
Quik-Schuijt
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1
Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2
Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
1
De commissie bestaat uit de leden: Huijbregts-Schiedon (VVD), Janse de
Jonge (CDA), Quik-Schuijt (SP) (voorzitter), Rehwinkel (PvdA), Rosenthal (VVD),
Sylvester (PvdA) en Vedder-Wubben (CDA).