CXXXVI Verkiezing van een Voorzitter

E BRIEF VAN HET LID GANZEVOORT

Utrecht, 28 juni 2019

Geachte Leden, van de Eerste Kamer, waarde collega’s,

Als veertienjarige kocht ik van mijn zakgeld wel eens de Handelingen van de Tweede Kamer omdat ik gegrepen was door de schoonheid van het debat, door de ernst van de inhoud, door de kracht van het woord. De fijne balans tussen goede persoonlijke verhoudingen, inhoudelijke en juridische precisering, maatschappelijke verantwoordelijkheid, politieke visie en retorisch effect is voor mij nog steeds een wekelijkse bron van vreugde. In steeds wisselende samenstelling is deze Kamer vaak een plaats van ware reflectie en wijsheid geweest in een woelig politiek klimaat. Ik wil er graag mijn steentje aan bijdragen dat we dat over vier jaar opnieuw kunnen zeggen.

Na acht jaar lidmaatschap van deze Kamer en vier jaar voorzitterschap van de commissie KOREL stel

ik mij dan ook graag kandidaat om de komende vier jaar uw voorzitter te mogen zijn. Aan Aristoteles wordt de uitspraak toegeschreven dat je roeping daar ligt waar je talenten raken aan de behoeften van de wereld om je heen. Dat betekent dat ik moet uitleggen wat ik denk dat de Kamer nodig heeft en waarom ik denk dat mijn talenten passen bij die behoefte en bij alle onderdelen van de vastgestelde profielschets.

Wat de Kamer allereerst nodig heeft, is natuurlijk het goed faciliteren van het interne politieke proces: het beoordelen van wetten op klassieke criteria als rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Dat vraagt – naast de geweldige ondersteuning die we hebben – om een voorzitter die constructief maar met voldoende autonomie de ruimte van de Senaat bewaakt om voorstellen van de regering goed te wegen, die de vergaderingen daadkrachtig en ontspannen leidt en die persoonlijk en functioneel verbindend optreedt. In het bijzonder zal de voorzitter oog moeten hebben voor de behoeften van en verhouding tussen grotere en kleinere fracties, coalitie- en oppositiepartijen, en gevestigde en nieuwe groeperingen. Uiteraard bewaakt de voorzitter de ruimte in het debat om alles te mogen zeggen zolang dat geen persoonlijke aanvallen worden.

Ik heb in de afgelopen jaren buiten en binnen de Kamer, onder meer als voorzitter van KOREL en in het kader van het IPKO, laten zien met mijn ontspannen en duidelijke voorzittersstijl politieke meningsverschillen te kunnen overbruggen en daarmee effectieve parlementaire diplomatie te kunnen faciliteren. Om die redenen werd ik dit voorjaar in Caribische media beschreven als «een verbinder pur sang» (Koninkrijksrelaties.nu, 06-01-2019). Ik heb oog voor de politieke machtsverhoudingen, maar neem wel alle stemmen serieus en zoek naar zowel het gemeenschappelijke als het onderscheidende, waardoor het meestal lukt om verschillen vruchtbaar te maken. Als wetenschapper is mijn rol meestal primair analyserend en duidend, waardoor ik goed boven de partijen kan staan. Daarbij heb ik een natuurlijk gevoel voor procedurele en staatsrechtelijke aspecten die van belang zijn voor een goed verloop.

Als tweede heeft de Kamer behoefte aan een vertegenwoordiging naar buiten op ceremoniële momenten en aan de verwoording en belichaming van de democratische rechtstaat bij bepaalde publieke gelegenheden. Dat vraagt om een voorzitter met een sterk moreel kompas en de gave om verbindend en helder te communiceren en zo een inspirerend visitekaartje van de Senaat af te geven: een boegbeeld.

Die representatieve functie sluit aan bij wat ik de afgelopen dertig jaar gedaan heb. Vanuit verschillende rollen en samenwerkingsverbanden ben ik altijd sterk internationaal georiënteerd

geweest, waardoor ik een goed gevoel voor internationale betrekkingen en diplomatieke verhoudingen heb ontwikkeld. Het leiden van ceremoniële bijeenkomsten gaat mij door jaren ervaring als predikant, hoogleraar en nu decaan van een faculteit natuurlijk af. Dat geldt ook voor de uitdaging om spreekbuis te zijn voor een instituut met haar eigen fundamentele waarden, ook wanneer er binnen dat instituut grote meningsverschillen bestaan. Ik hecht daarbij veel waarde aan verzorgde en aansprekende communicatie.

In de derde plaats zie ik als behoefte van de Kamer het – met behoud van de waardevolle tradities -

verder bij de tijd brengen van de Kamer zelf. Dat heeft niet alleen betrekking op het belangrijke bouwdossier, maar ook op de discussies over transparantie van het politieke proces in de Senaat, integriteit en de doorwerking van de gedragscode, en de rol van de Eerste Kamer in het gehele stelsel (ook in verwerking van de adviezen van de staatscommissie). Dat vraagt om een voorzitter met ervaring in politiek-bestuurlijke en organisatorische processen die tegelijk in staat is om de eigen voorkeuren ondergeschikt te maken aan de visie en keuzes van de Kamer als geheel, ook in de discussie over het versterken van de positie van de burger in democratische processen.

De benodigde organisatorische en politiek-bestuurlijke kwaliteiten heb ik laten zien in mijn werk als faculteitsbestuurder, waarbij mijn uitgangspunt is het geven van ruimte en verantwoordelijkheid, elkaar aanspreken op de hoge eisen die het instituut stelt, en het altijd bewaren van de menselijke maat en het oog voor de ander. Op die manier kan een organisatie verder groeien en kunnen mensen floreren. Ik ben als bestuurder constructief, open voor ideeën en kritiek, creatief en oplossingsgericht. Bij het leiding geven aan de Huishoudelijke Commissie en de aansturing van de verbouwing zullen voor mij de behoeften van de Kamer steeds voorop staan. U zult daarin ook mijn praktische aard leren kennen die ik mede ontwikkelde in de acht jaar dat ik samen met mijn partner een hotel dreef.

Ik meen, kortom, dat ik de rol van voorzitter van de Kamer zal kunnen invullen op een manier die aansluit bij wat de Eerste Kamer in de komende jaren nodig heeft: als daadkrachtige verbinder, als inspirerend boegbeeld en als kundig en efficiënt bestuurder. Ik zou, als u mij dat vertrouwen geeft, dit niet alleen met volle overgave en toewijding doen; ik zou bovenal verguld en vereerd zijn met de mogelijkheid in deze functie de Kamer en de democratie te dienen.

Met collegiale groet

Ganzevoort

Naar boven